Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 25 (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 25
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (6.20 MB)

ebook (3.32 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 25

(1956)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

[Nummer 9]

Taal die uit de boezem breekt

 
Den mensch te kennen, is des menschen wetenschap;
 
Maar nimmer kent men hem uit klaatrend schoolgeklap,
 
Door meesters 't extrenbroed in 't kooitjen voorgebrabbeld,
 
Terwijl 't, ontroofd aan 't nest, op de ijzren tralie knabbelt.
 
Neen, toon hem in de Taal, die uit zijn boezem breekt,
 
Door de oudren in hun kroost met d'adem opgekweekt,
 
't Ontvloeisel van zijn ziel, door 't lichaam uitgedreven.
 
Daar schuilt zijn menschheid in, zijn zelfgevoel en leven.
 
Zoek in u-zelf de Taal en ken u-zelf in haar:
 
Haar spiegel is ons Al, haar indruk 't menschelijk waar.

Er is na de oorlog nauwelijks een jaar voorbijgegaan of er had een of andere herdenking plaats. Steden hadden zes-zevenhonderd jaren stadsrecht; dichters, schilders, beeldhouwers waren twee-driehonderd jaren geleden geboren of gestorven. Comités zijn opgericht, feestweken en plechtige zittingen zijn gehouden, gedenkboeken zijn uitgegeven, monumenten zijn onthuld. Een jonge Nederlandse dichter heeft aan dit verschijnsel enige tijd geleden eens een beschouwing gewijd. Hij bezag de herdenkingswoede van de sombere kant. Onze eigen beschaving is uitgeleefd, wij houden de illusie hoog door te teren op de herinnering aan het verleden.

Een al te sombere beschouwing. Wij moeten ons van tijd tot tijd op het verleden bezinnen, niet uit zucht tot afleiding en organiseren, maar uit noodzaak. Onze eigen beschaving is de vrucht van de eeuwen vóór ons. De cultuurfilosoof kan een misprijzend lachje hebben voor de honderdduizenden die zich deze zomer voor Rembrandts meesterwerken verdrongen hebben. Wat zoeken zij er? Wat begrijpen ze ervan? Zo'n misprijzende houding is afkeurenswaardig om haar volstrekte eenzijdigheid. Men kan namelijk net zo goed er over verheugd zijn dat deze massa's, om welke reden dan ook, Rembrandt gezocht hebben en niet in de rij stonden voor de bioscoop.

In het Rembrandt- en Mozartjaar 1956 worden in de Nederlanden twee dichters herdacht. In het zuiden Albrecht Rodenbach die op 27 oktober 1856 in Roeselaere geboren werd, en in het noorden Willem Bilderdijk die honderd jaar eerder op de 7e september in Amsterdam ter wereld kwam. Twee zo geheel verschillende mensentypen maar beiden veelzijdig begaafde dichters en vooral strijdersnaturen. Zij leefden voor hun idee.

Wat weet de gemiddelde ontwikkelde Nederlander meer van Bilderdijk dan zijn naam? Bilderdijk is een van die grote schrijvers wier werken veel genoemd en geroemd maar weinig gelezen worden. Daarom is het goed dat deze maand in kranten, tijdschriften en openbare bijeenkomsten deze geweldenaar wordt herdacht, wiens godsdienstige, letterkundige, politieke en taalkundige invloed zeer groot is geweest. Een kort ogenblik kan de jachtende mens zich weer bezinnen op een grote figuur uit het verleden. Voor Mozarts muziek is eigenlijk geen herdenkingsjaar nodig, voor Rembrandts schilderijen evenmin, maar om Bilderdijks werken weer eens ter hand te nemen heeft men een prikkel van buiten nodig. Dit is de betekenis van zijn herdenking.

Taalkundige invloed, zeiden we. Hij had op de taal van zijn tijdgenoten en zijn geestelijke nakomelingen

[pagina 38]
[p. 38]

grote invloed. ‘Gedurende meer dan een halve eeuw is hij niet alleen als taalkenner, maar ook als taalschepper en taalvirtuoos gevierd, bewonderd en nagevolgd’ (De Vooys). In het midden van de vorige eeuw is zelfs een hele studie gewijd aan Bilderdijks invloed op onze taal. Hij vormde naar behoefte nieuwe woorden en riep verouderde woorden en uitdrukkingen weer in het leven. Niet alleen uit het Middelnederlands en zeventiende-eeuws dat hij als een van de weinigen weer bestudeerde, nam hij zijn woorden, maar ook uit andere talen, want - en hier volgt een stuk van zijn merkwaardige taalbeschouwing - ‘'t is des dichters recht Graecismen, Hebraismen, Gallicismen en alle ismen der wereld te gebruiken, mits hij het versta, en zijn taal er niet mee besmet, maar versierd worde.’

Tienduizenden versregels heeft Bilderdijk geschreven. Bladert men in zijn verzamelde werken en leest men af en toe eens te hooi en te gras een stuk, dan merkt men al ras welk een ongelofelijke taalbeheersing hij zich eigen heeft gemaakt. Geen wonder dat hij zich in een tijd waarin van officiële zijde voor het eerst spelling en spraakkunst werden gereglementeerd, zich met het taalonderwijs ging bemoeien. Hij schreef in 1826 een Nederlandsche Spraakleer. Hij bestrijdt in beginsel het gezag van taalwetgevers en spraakkunstenaars en beroept zich daartegenover op het levende gebruik. Hij verzet zich tegen de traditionele schrijftaal die te veel een klassieke reuk verspreidde. Voor hem is de taal in de eerste plaats klank. In Bilderdijks taalbeschouwingen is ook veel wonderlijks te lezen dat op rekening geschreven moet worden van zijn ongebreidelde romantische fantasie. Na zoveel jaren kan men hem dat vergeven. Over blijft zijn baanbrekend werk voor een gezonder taalleven.

Wij hebben zijn nagedachtenis willen eren door in deze zijn geboortemaand een gedicht van hem op te nemen dat vrij onbekend is maar dat Bilderdijk in zijn verhouding tot de taal het beste kenschetst. Hij veracht een door meesters voorgebrabbeld taaltje maar verlangt Taal die uit de boezem breekt. Hoe fel klinkt zijn roep nu nog, na zoveel jaren, in een wereld die leeft van cliché's en afgezaagde reclamezinnen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken