Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 29 (1960)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 29
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (6.29 MB)

ebook (3.43 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 29

(1960)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

[Nummer 10]

Man spricht Deutsch

Wij bieden u onze verontschuldiging aan voor het late verschijnen van dit nummer. De voorbereiding van het congres heeft ons vrijwel de gehele maand oktober in beslag genomen.
De voordrachten, tijdens het congres gehouden, zullen in een van de komende nummers worden opgenomen.

De burgemeester van Zandvoort heeft deze zomer zijn gemeentenaren aangeraden wat minder Duits op de winkelruiten te schilderen. Zimmer zu vermieten, man spricht Deutsch. Of dit advies iets geholpen heeft, weten we niet. Het is te hopen dat de burgemeesters van de gemeenten in de zg. bollenstreek, van Edam-Volendam, van Marken en van nog zoveel andere bezienswaardige plekken gronds het voorbeeld van hun Zandvoortse collega zullen volgen.

Is het niet dwaas dat een koekjeswinkel voorzien is van een bord: geopend - geöffnet - geopened - ouvert? Al die Zwiebel-bordjes tussen Leiden en Haarlem doen je denken aan de bezettingstijd. In de smalle, schilderachtige straatjes van Volendam krioelt het van het kromme Engels, Frans en Duits. Hoe cleaner zou het dorp er uitzien zonder al die tot geld verlokkende opschriften! Zou nu een buitenlands toerist zich niet teleurgesteld omdraaien, wee en misselijk van al dat foreign Dutch?

In ons land moeten we vreemde talen leren; dat heeft zijn nut. Wie zich daartegen verzet, miskent onze positie in de wereld. Het is volkomen begrijpelijk dat de handeldrijvende middenstand in onze toeristengebieden de buitenlanders, als het enigszins kan, in hun eigen taal helpt; men kan ook niet van een buitenlander die in twee, drie dagen ons land ‘doet’, verwachten dat hij Nederlands beheerst, en de taal van de klant is koningstaal... Maar men hoede zich er toch voor belachelijk te worden! Ons strand is toch geen wingewest van een vreemde mogendheid... Hebt u wel eens naar de mening van een buitenlands toerist gevraagd over dat buitenlandse gedoe van de kruideniers? Onze ervaring is dat de meeste buitenlanders zelf het dwaas vinden. Ze komen er heus wel achter dat koffie Kaffee is en dat bollen Zwiebeln zijn en kamer Zimmer is.

De Prov. Zeeuwse Courant (29-9-1960) heeft een fel stuk opgenomen van een Vlaming uit Knokke, die zijn zomervakantie aan het Nederlandse strand in Cadzand heeft doorgebracht.

De Vlaamse toerist voegt er nog een beschouwing aan toe over de spelling van onze Nederlandse aardrijkskundige namen. Hij heeft een interessant argument voor de vereenvoudiging van die spelling waaraan wij - eerlijk gezegd - nooit gedacht hadden.

‘Voor een Vlaming die weet hoe ontzettend hard de strijd voor het Nederlands in België is, die van de Belgische kust - waar hij geboren en getogen is - vlucht om het onwaardige vertoon van de verfransing niet langer te hoeven aanzien, voor zo'n Vlaming is een verblijf aan de Nederlandse kust een “van de drup in de regen lopen”. Overal zie je de bordjes “Zimmer zu vermieten” en wat weet ik nog meer van Duitse opschriften. Daarbij word je door de Duitsers gewoonweg onder de voet gelopen. In de enige kruidenierszaak die er bij het strand te Cadzand is kun je op zijn minst 5 Duitse illustraties krijgen, tegen één Nederlandse; Duitse pockets zijn er bij de vleet, vrij veel Engelse en Franse, maar haast geen Nederlandse. Op de winkelruit prijkt reclame voor Duitse
[pagina 42]
[p. 42]
weekbladen. Je stelt vast dat de plaatselijke bevolking je halsstarrig in 't Cadzands blijft te woord staan, terwijl velen hun best doen om de Duitsers in het Duits te antwoorden.’
‘Geld heeft geen reuk. Nog afgezien van het feit dat de Nederlanders met die tegemoetkomingen de intelligentie van de Duitsers onderschatten en de hunne overschatten, vraag ik me af wat een Nederlandse toerist eraan zou hebben als hij in Tirol niets als Nederlandse opschriften zou vinden, gesteld dat de Oostenrijkers dit zouden willen doen. Men gaat toch precies op reis om iets anders te vinden. Zo leggen we ons in Joego-Slavië bij het Cyrillische schrift in de stations neer, ook al brengt het ongemakken mee, en ook al zijn het Servisch en Kroatisch geen wereldtalen. Een slager zal heus niet minder verkopen als hij alleen worst en zuurkool aanbiedt, en geen Wurst und Sauerkraut.
Veel Nederlanders, ook Zeeuwsch-Vlamingen, zullen die bezorgdheid en ergernis niet begrijpen. Laat ze de Belgische kust bezoeken: met geen vergrootglas zullen ze van Knokke tot De Panne (60 km) één gezegend woord Nederlands op de uitstalramen en op de hotels vinden. Toch is de Belgische kust Nederlands taalgebied; de bewoners praten net als de Zeeuwen West-Vlaams; hun kinderen krijgen op school les in het Nederlands. Als iemand 50 jaar geleden zou voorspeld hebben dat een al te grote toegeeflijkheid aan de Franstalige toeristen te Knokke en elders zou leiden tot een integrale verfransing van het straatbeeld, dan zou men die onheilsprofeet de woestijn ingestuurd hebben. Wie nu waarschuwt voor een totale verduitsing van het straatbeeld aan de Nederlandse kust, dreigt hetzelfde lot te ondergaan. Toch hoeft men geen profeet te zijn om dat te voorspellen.’
‘Iedereen weet dat de grens van Cadzand naar Hulst kunstmatig is, zij het ook feitelijk. Die grens mag niet hinderen. Laat Zeeuwsch-Vlaanderen zich alvast gaan voorbereiden op zijn bemiddelingsrol tussen de verscheurde en bedreigde Nederlanden. Straks als de Deltawerken tot stand komen zal het een reusachtige taak hebben. Dan is de afstand tussen Veurne en Rotterdam via Vlissingen niet zo veel groter meer dan tussen Veurne en Brussel.
De Zeeuwen kunnen zich op hun taak voorbereiden door een gezonde taalpolitiek. Waarom doorgaan met het spellen van de plaatsnamen als Knokke, Maldegem en Eeklo op de ouderwetse manier: Knocke, Maldeghem en Eekloo? De Zeeuwen moeten weten dat de Fransdolle Belgen ook die middeleeuwse spelling willen handhaven om hun apartheidspolitiek te steunen. Zo zullen ze Knocke schrijven, Maldeghem, Eekloo, Assche, Schaerbeek enz.... Die plaatsnamen hebben ze niet kunnen verfransen zoals Brugge (Bruges) Brussel (Bruxelles) Gent (Gand) Roeselaere (Roulers) Kortrijk (Courtrai) Den Haag (La Haye) Vlissingen (Flissingue). Dan hebben ze maar gebruik gemaakt van de vereenvoudiging van de spelling om de oude spelling als de meest “Franse” te handhaven.
De argeloze lezer zal nu begrijpen waarom een “Knocke” op de wegwijzers in Nederland ons een doorn in het oog is.’

We zijn via de middeleeuwse spelling en het Frans wel wat afgedwaald van ons onderwerp: man spricht Deutsch. Bij discussies over taalverschijnselen is het gevaar groot dat men van de hak op de tak springt.

Er is nog iets waar wij de aandacht op willen vestigen. Verreweg het grootste deel van de Duitse toeristen is afkomstig uit de Duitse grensstreken en uit het dichtbevolkte Roergebied, reservoir van miljoenen mensen. Juist in die streken is in de laatste tijd een beweging aan de gang om aan het Nederlands meer bekendheid te geven. De taaldocent Josef Kempen uit Keulen heeft er in O.T. over geschreven, hij heeft erover gesproken in een voortreffelijke uitzending voor de Nederlandse radio. De Nederlanders - zo heeft hij betoogd - nemen hun taal zelf niet au sérieux, want ze komen ons (de Duitsers) overal tegemoet met wat zij terecht of ten onrechte als Duits beschouwen! En juist voor de mensen uit de grensstreken en het Roergebied is dit zo volkomen verkeerd, daar menigeen uit die streken het Nederlands (via het grensdialect) zelfs vertrouwder in de oren klinkt dan het officiële Hoogduits!

Een opschrift in het Duits dat waarschuwt tegen zwemmen op gevaarlijke plaatsen, is volkomen in orde: hier staan mensenlevens op het spel. Maar elke beuzeling - ter wille van het buitenlandse geld - vertalen in koeien van letters is in strijd met de nationale waardigheid; althans - men vergeve het ons - wij kunnen het niet anders zien.

Op de laatste jaarvergadering van de Deutscher Sprachverein hebben drie Nederlanders, op uitnodiging van de Duitsers, een voordracht gehouden over het Nederlands. De Duitsers hebben onze taal, tijdens die gelegenheid, alle eer gegeven die haar toekomt. Wie van hen als toerist in Nederland was geweest, laakte de zucht van de Nederlanders om alle mogelijke wissewasjes in het Duits te vertalen. Zij wilden ons land leren kennen en al dat man spricht Deutsch op de Nederlandse ruiten is daarbij nul en van gener waarde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken