Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 30 (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 30
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 30Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 30

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.90 MB)

Scans (7.79 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 30

(1961)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Jij en jou

(Mr. E.J.) Met genoegen las ik in Onze Taal dat ook gij - ge ziet wel dat ‘gij’ nog niet verdwenen is! - de voorkeur geeft aan het gebruik van ‘jij’ tegenover de ouders boven ‘u’. Daar zijn wij het dus over eens, en van Droogstoppel trekken wij ons niets aan.

Ik kom veel met boeren in aanraking. Ik weet dus ook wel wat af van de dialecten. Maar juist in dat contact met boeren doet het gebruik van ‘u’ mij vaak onprettig aan. In de steden zal men veel minder met ‘u’ worstelen, maar voor het platteland levert het daar vreemde woord ‘u’ nog voortdurend moeilijkheden op. Het demonstreert een gebrek aan vertrouwelijkheid. Alleen uit vrees anders onbeleefd te schijnen, gebruikt men het woord ‘u’.

Het is wellicht uiterst bezwaarlijk, zo niet onmogelijk, om ‘u’ nu nog uit onze taal te bannen, maar dat zie ik toch wel als de ideale oplossing. Aan ‘u’ bestaat geen behoefte, wanneer beseft wordt dat jij = gij.

 

(Dr. J.D.) U schrijft dat in 1926 volgens het WNT in sommige gezinnen door de kinderen ‘jij’ tegen de ouders wordt gezegd. Ik herinner me dat neven van me, van wie de een nu 62 zal zijn, al je en jij zeiden vanaf het ogenblik dat ze praten konden en dat zijn blijven zeggen toen ze de brabbelperiode te boven waren. De oudste zou nu 63 of 64 zijn geweest. M.a.w. hier gebeurde het dus al omstreeks 1900. Toen dit gezin in Amsterdam kwam wonen, omstreeks 1916,

[pagina 49]
[p. 49]

infecteerde dit de verhoudingen bij ons. Mijn vader was voor u, mijn moeder voor je. Vanaf 1916 won dus bij ons je.

(Red.) Wij hebben veel reacties op ons artikel over dat gejij en gejou ontvangen. Hartelijk dank ervoor. Twee hebben we hier opgenomen. De eerste gaat wel heel ver door voor te stellen u uit te bannen. Inderdaad u op het platteland is moeilijk. Even moeilijk kunnen daar de aanspreektitels ‘meneer’ en ‘mevrouw’ zijn. U is te stijf, jij is onbeleefd. Wat moet de ABN-spreker doen die zich niet in het dialect tot de boeren kan richten?

Het doet ons plezier bij vele briefschrijvers te lezen dat zij jij in het gezin heel gewoon vinden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken