Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 32 (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 32
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (8.09 MB)

ebook (3.44 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 32

(1963)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Zeker en onzeker

□ Wij twijfelen over te elfder ure en ter elfder ure. Met een redenering kom je daar niet uit: te of ten enenmale? Met de naamvallen en geslachten zijn in de loop van de eeuwen zoveel fouten gemaakt en terecht of ten onrechte (waarom het een aan elkaar, zonder naamvals-e en het ander los en met -e?) bekrachtigd dat we er niet meer wijs uit kunnen worden. Blijkbaar wisten onze voorouders ook niet de weg: destijds, indertijd. Wie een romantische bewondering koestert voor precieze naamvalssystemen in hokjes, moet zich - zij het mokkend - bij de feiten van het Nederlands van nu neerleggen. Het kan geen kwaad te veronderstellen dat een taal zonder naamvalssysteem iets gemakkelijker hanteerbaar is dan een taal met. □ Uit de Handelingen van de Tweede Kamer, 21 november 1962, blz. 3196: ‘Mijnheer de Voorzitter! Ik zou, voordat ik terugkom op enkele punten, die bij de behandeling van deze begroting in de openbare commissievergadering ter sprake zijn gekomen, gaarne een opmerking willen maken. Bij lezing van het verhandelde in de openbare commissievergadering is mij namelijk het verontrustende gebruik van vreemde woorden opgevallen. Het is niet voor het eerst, dat ik daarop bij de behandeling van deze begroting moet wijzen. Ik heb het gevoel, dat het een tijd lang veel beter is gegaan, maar nu kwam, nadat ik dit allemaal had gelezen, de vraag bij mij op: waar is de taalzuiveraar, die hierin eens het mes zet? Ik laat in het midden, dat natuurlijk het vakjargon niet altijd kan worden vertaald, maar wanneer u het nog eens leest, mijnheer de Voorzitter, dan zult u het met mij eens zijn, dat wij voor zeer veel uitdrukkingen bijzonder goede Nederlandse woorden hebben en dat het ten enenmale onnodig is, dan vreemde woorden is gebruiken.’ □ Zo is dat. □ Als de dikke Van Dale voor u te duur is, willen wij wel voor u in ons exemplaar kijken. Een smeeltje is een halm buntgras die je als pijpedoorsteker gebruikt. Buntgras, geen gewoon gras. □ Een sentimentoloog (advertentie) verdient zijn kost in de aardolie-industrie. Het zou ook iemand kunnen zijn die het gevoelsleven wetenschappelijke besnuffelt. □ Niet zo bang zijn voor nieuwe woorden: het Nederlands is heerlijk soepel. In een kranteverslag over een auto-ongeluk wordt gesproken van een linksaffer, d.i. de auto die linksaf wilde. □ De woordendeskundigen zien, zeiden wij, geen verband tussen de kat en de katrol. Maar de loopkat dan? Dat is een hijswerktuig dat langs een reel loopt. Deze loopkatten hebben uiteraard altijd een katrol die echter in vele bedrijven niet aldus maar een blok worden genoemd. Loopkat spontaan gevormd, naar de kat die over een balk loopt? Of ingekrompen uit loopkatrol? Wie zal het ooit met zekerheid weten... □ De grootste helft. De helft is - als we spreken - lang niet altijd 50%. Het voordeel van de grootste helft is dat je altijd weet dat het twee delen betreft: dat weet je bij het grootste deel niet. □ Tegen mart een venijnige opmerking gehad. Wij zeiden alleen maar dat ze dit zo zeggen. Let wel: plaatsaanduiding, niet de markt in koffie, een abstracte markt, hij is van alle markten thuis. □ Langs de spoorlijn tussen Den Haag en Delft staat in enorme neonletters ergens: research. Als je eraan gaat wennen dit woord in uitspraak te rijmen op pa-tri-arch, gebruik je het nooit meer. □ Voor wie het nog niet wist: beroemd is de beeldspraak: als Thorbecke nog leefde, zou hij zich in zijn graf omdraaien. Nog mooier dan de tand des tijds die gras doet groeien. Voor wie van Engels houdt, zoiets als: the hand that rocked the cradle, has kicked the bucket. □ Zeg ken jij de ombudsman? Ene stichting wil die (hoe moet je ombuds uitspreken?) de commissaris-generaal voor bezwaren noemen. Bezwaren wordt vrij veel door geneesheren aanbevolen als vertaling van Beschwerden. Wij denken aan een klachtenman (net als het klachtenboek). □ Liever een verbod van kernwapens, dan een verbod op. Wij verbieden nooit op iets, maar iets. □ Uit een interview (Vrij Nederland 23-3-63) met een kastelein in ijs en cola (over de jeugdige onderwereld): ‘Ze wisten met hun tijd geen raad en gingen voor de lol winkeldiefstallen ensceneren. - Er werden ook vechtpartijen geënsceneerd’. Het is vrij duidelijk dat deze kastelein niet weet wat ensceneren betekent. □ Voor de grote ontleders, de voorbereiders voor toelatingsexamens, de kenners van de koppelwerkwoorden: Wat is ‘het’ in de volgende zin: ‘Helemaal denkbeeldig dat de staatssecretaris zal heengaan, is het niet.’ Loos onderwerp of voorlopig onderwerp dat achteruitwijst? □ Een vondst: ‘Hij zette dit op zeer duidelijke wijze, gespeend met wat humor, uiteen.’ □ Hoe langer je over een onzekerheid nadenkt, des te onzekerder word je: een verschijnsel dat iedere taalbekijker kent. Een reclamebureau had op zijn kop gekregen wegens: ‘Een vogelkooi met bloemen vonden wij een charmante toets aan deze foto geven.’ Wij denken, voorbeelden zoeken: mijn opa vond ik er goed uitzien, dat jurkje vind ik je slecht staan, de buitenlucht vond ik je een frisse kleur geven. Nou dan, die zin met die vogelkooi vinden wij aan die reclametekst een leuk tintje geven. Of soms niet? □ ‘Wij willen u documenteren’, lijkt ons verkeerd. Het is documenteren (onovergankelijk) of van documenten voorzien. □ Überhaupt is in het Deens overhovedet en in het Zweeds överhuvud. □ Nieuwe vademeca: de dreumi en de beide Hilversa (verdienstelijk grapje over de omroepstations). □ ‘Staat voor’: de EEG staat voor Europa enz. Getrouwe vertaling uit het Engels; wij zeiden vroeger ‘betekent’. □ Benadrukking staat wel niet in het woordenboek, maar als Nederlands is het correct gevormd. Er is nadruk, er is be, er is ing. □ Als andere ombudsvertalingen zijn voorgesteld: beslisser, beslechter, bijlegger. □ Amsterdam is Groot Mokum. Akkoord, maar zonder dat groot komt Mokum toch heel veel voor. De taalgebruiker houdt van korte uitdrukkingen als er geen gevaar voor verwarring is. Brabant is natuurlijk Noord-Brabant en een motor een motorrijwiel. □ ‘Daar elke middelbare school koortsachtig de leerlingen voorbereidt op de nog hogere school, komt het vak Nederlands in de verdrukking’ (aldus iemand aan O.T.). Hij is redacteur van een jongerenblad en zijn ervaring is dat de zg. M.M.S. de beste resultaten in Nederlandse taalbeheersing laat zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken