Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 32 (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 32
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (8.09 MB)

ebook (3.44 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 32

(1963)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

[Nummer 10]

Kleine k en grote m

De miljoenen die op zaterdagavond 12 oktober tot in de nacht aan hun televisie- of radiotoestel gekluisterd zaten, hebben wat je noemt - hun talen weer eens kunnen ophalen. Grand Gala du Disque Populaire Kurhaus Scheveningen: daar is nog net één woord Hollands bij en wel het woord waarmee men in de meidagen '40 vriend van vijand trachtte te onderscheiden. Maar de Hollanders hebben één eigenschap die alles goed maakt: hun zelfspot. Wim Kan vroeg zich in zijn sprankelende opening af: ‘Is onze eigen taal niet goed genoeg? Van al die sjoow- en die bizzenis word je grieberig. Dat Engels is als een paling die uit je hand glipt. Grand Gala du Disque... In Amsterdam zouden ze het platenbal noemen..’ En dan de ironie waarmee Godfried Bomans bij de prijsuitreiking aan het Franse meisje Françoise Hardy vroeg: ‘Mademoiselle, est-ce que vous parlez le hollandais?’

Heel belangrijke Engelse, Amerikaanse, Spaanse, Franse, Italiaanse, Duitse dames en heren zongen in hun onderscheidenlijke moerstalen opwindende gezangen over opwindende dingen (‘dat doen ze zo maar uit goejigheid’, zei Kan). Een snuif Duitse kitsch: Junge komm bald wieder, een snuif Franse melancholie: tous les garçons et les filles, een snuif Angelsaksische kolder: if I had a hammer, een snuif Italiaanse amore en te midden van deze snuiven ook nog wat gewoon Hollands, net niet veel te veel, net niet veel te weinig: in elk geval mochten Sonnevelds onvergetelijke ‘zo heerlijk rustig’ en Corry Brokkens meesterlijke vertolking van ‘mijn ideaal, mijn ideaal, mijn ideaal’ meedoen.

 

Dat laatste lied is een vertaling uit het Frans. Meen nu niet dat wij hier willen pleiten voor een vertaling van de liedjes uit de sjoowbizzenis. (Ofschoon daar misschien wel iets voor te zeggen zou zijn, althans in enkele gevallen; voorzichtiger kunnen we het niet zeggen...) De Franse radio geeft vrijwel uitsluitend Franse liedjes en in een hoogst zeldzaam geval een buitenlands lied maar dan in een Franse vertaling. Wij zouden dat als Fransman die z'n talen kent, maar een lauwe en slome zaak vinden. Maar in Nederland is het anders: ieder spreekt hier wel een mondje buitenlands mee, we zijn er van kindsbeen af aan gewend; wie niet meer dan lager onderwijs heeft gehad, kan nog genoeg opsteken van de aanplakborden, de winkelruiten en de krant. Trouwens, met Nederlands alléén kom je niet zo ver. Wij zijn niet een volk dat in zich zelf gekeerd is: wij willen met de anderen te maken hebben, in hun taal ‘as 't effe kan’. Dat is een goede eigenschap: een soepelheid die van vreemde landen overneemt, wat overneembaar en overneemzaam is.

De tekst van de liedjes is eigenlijk maar bijzaak; voor een Nederlands oor nadert die tekst wat men technisch wel noemt de poésie pure, de zuivere dichtkunst: het gaat slechts om de klank, het ritme, de melodie en alles waaraan je denkt bij dat geheel van klank, ritme en melodie. Wie zich overigens over de gedrukte tekst van de liedjes zou buigen, zou in veel gevallen moeten constateren dat er van poëzie in de strikte zin des woords niet veel aanwezig is, dat er meer aangebrande melk is dan champagne (in Nederlandse taal omgezet: ‘vrouw’ rijmt altijd op ‘ik hou van jou’ en ‘ik blijf je trouw’). Dat wonderlijke, expressieloze Franse meisje van negentien jaar zong op die zaterdagavond het liedje tous les garçons et les filles de mon âge. Nu kun je moeilijk verwachten dat ons aller Françoise dat in het Nederlands zingt; trouwens, het is een avontuur op zich zelf, dit slanke, bleke kind Frans te horen en zien zingen: zacht, teer, breekbaar. Een idool van tienduizenden tieners die in haar hun eigen diepste verlangens verwezenlijkt zien. Nauwelijks de puberteit ontkomen, een paar jaar geleden nog volslagen onbekend maar nu in de handen geraakt van een meedogenloze bizzenis, wordt ze van het ene land naar het andere gesleept om in volle zalen wat dromerig en wat monotoon te zingen over een jongen en een meisje ‘van mijn

[pagina 60]
[p. 60]

leeftijd’ die heus wel weten wat de liefde is. Prachtig, voor wie het Frans begrijpt. Of niet prachtig. De gewone man (hoeveel gewone mannen zijn er eigenlijk in ons land? achtennegentig procent van de bevolking?) vindt het liedje ‘harstikke leuk’ of ‘'r niks an’; in elk geval kan hij over de tekst geen enkel oordeel vormen. Vraag het maar aan de portier van uw kantoor, aan het kantinemeisje dat de koffie brengt, aan de man van de benzinepomp. Ze hebben allemaal op die avond aan hun toestel geplakt gezeten, ze konden op de zondag erna uitslapen.

Meen ook niet dat we de bizzenis op zichzelf minachten. Er zijn duizenden manieren om je brood te verdienen en het vak om de mensen een muziekje, een liedje, wat verstrooiing te bieden, is noch gemakkelijk, noch afkeurenswaardig. Integendeel. We moeten in dit leven genoeg huilen en als het geen huilen is, dan is het toch wel heel dikwijls grienen: motregen, mist, koud voor de tijd van het jaar. Een geluk dat er vakmensen van de lach en de glimlach zijn, mensen die een heerlijk melodietje verzinnen dat je kunt nafluiten. Dat daar wat (veel) buitenlands tussen zit, vooruit maar. Je kunt ook niet vergen dat we ons leven lang de schoolliedjes blijven zingen: he-ela gij bloempjes en langs berg en dal klinkt hoorngeschal. De gewone man zingt als hij vrolijk is, wat anders. En de niet-gewone man zingt helemaal niet.

Men zou - in een pessimistische bui - kunnen gaan geloven dat we in een onderontwikkeld land wonen. Buitenlandse cultuurinstituten sloven zich uit om ons hun taal bij te brengen. De Fransen spreken zelfs onverbloemd over hun Mission, een woord dat in onze oren de bijklank van zending en missie heeft. De Engelsen behoeven helemaal niet meer hun best te doen: Engels gaat vanzelf erin want zonder Engels kom je niet zo ver. Op de keuken en het uitstralingsgebied van de mission na, is alles verengelst. Daar is niet veel aan te doen, zoals u in Onze Taal al dikwijls hebt kunnen lezen. Een nuchtere constatering, zonder jaloersheid, zonder spijt. We kunnen - verschrikkelijk cliché - de klok niet terug zetten. Een als we die klok zouden kunnen terugzetten, wie weet in welk buitenland we dan verzeild zouden raken.

In dit land, waar de hemden shirts en de rokken skirts heten, is het geen wonder dat ook de amusementswereld verengelst is, amusement dan in de zin van de song, want de culturele song blijft altijd nog een chanson. En om wat new sound te brengen - want zelfs van de love en de moon kun je misselijk worden - is van tijd tot tijd een Italiaanse injectie en een Spaanse injectie nuttig. We zijn eraan gewend: buitenlandse firma's doen dikwijls niet eens meer de moeite om hun advertenties voor een Nederlands publiek te vertalen. Dat publiek wil blijkbaar niet anders.

Hoe dan ook, we hebben van de Grand Gala du Disque genoten; we hebben er de echte sterren zien schitteren en de namaaklichtjes. Zou in een ander land zo'n werveling van talen mogelijk geweest zijn? Dat heeft ons toch ook wel een beetje trots gemaakt: de Nederlander kan accepteren en bewonderen wat hem van buiten wordt aangeboden. Een sterker besef van wat de bloedeigen moerstaal voor de eigen beschaving (daarbij ingesloten het vermaak!) zou kunnen bieden, mag men achteraf de kijker en luisteraar wel toewensen. Maar - verschrikkelijk cliché ten tweede male - wat niet is, kan nog komen.

Dat het Nederlands, in het Nederlandse amusement onvervangbaar is (elke moedertaal is dat...) bewijzen de meesters van het cabaret als Kan, Hermans, Sonneveld, Hoving, Gaaikema. Zij geven ons het evenwicht weer terug, zij geven de tegenkracht tegen de bizzenis van de love en de moon. Een man als Sonneveld kon het stof van een oudbakken tekst blazen en er een nieuw modern liedje van maken. Deze woordkunstenaars spelen met het Nederlands een ongelooflijk verfijnd spel. En ze doen dat zo rad en luchtig dat je zou gaan vergeten hoe intens moeilijk zo'n spel is. Meer dan ergens anders is het immers hier: één stapje te veel naar rechts of links en hun gepraat is flauw en banaal, één stapje te ver en het verzuilde land is in rep en roer. Deze woordkunst verzoent ons met de bizzenis; deze kunst is een oer-Hollandse trek: zich zelf te kijk zetten, om zich zelf lachen, de betrekkelijkheid van alles inzien. Zij is in de middeleeuwse Reinaard te vinden, in Breeroo en zelfs in Van Effen.

Dat laatste is dan de kunst met de grote K, want die namen hebben we op school moeten leren. De kunst met de kleine k wordt vergeten, maar ze is er niet geringer om. De mensen van de vorige alinea horen (onrechtvaardig genoeg!) bij de kleine k; ze bewijzen echter - om het statig te zeggen - een dienst aan de Moerstaal. Met een grote M.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken