Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 34 (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 34
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 34Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 34

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (8.24 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 34

(1965)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Als er iemand

tegen is, is er ook weer iemand voor. Zo met de titulatuurtierelantijnen, waarin de Wel(edel)geboren Heer zonder genade op de hak werd genomen. Sommigen zeggen: hoera, ruim nou eindelijk die duffe rommel op; anderen zeggen: ba, wat een miezerig burgermanneke die de fleur uit onze omgangsvormen wil halen. Wij bemoeien er ons (voorlopig) niet meer mee. Ieder doe, wat hem goed lijkt. □ Wel moeten we nog even kwijt wat in universitaire kringen de titulatuur is voor de iets te vroeg geboren studentenzoon: de Snelgeboren Heer. □ Kwijt staat in de vorige zin (naar we hopen) goed, maar wat we eens zonder aarzelen schreven: mijn pen is kwijt, stuit op barre weerstand. Je bent iets kwijt en dat ding is dan weg of zoek. Gauw Van Dale erbij om te zien of het stiekum toch nog màg: (achtste druk, 1961, blz. 1068, linker kolom, in het midden: ‘ook wel als predikaatsnomen: 't is kwijt). □ Predikaatsnomen is de vakterm voor wat onze kinderen kennen als: naamwoordelijk deel van het gezegde. Tot ze op hun benen staan te wankelen van ouderdom, zullen ze ze kunnen (zesmaal stomme e) noemen, die negen koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijken, lijken enz. □ Bouwkundigen ontwerpen gebouwen die een gemengde bestemming hebben. Dat zijn de multiuse buildings, de multipurpose buildings, de bâtiments à usages multiples, de bâtiments polyvalents en de Mehrzweckgebäuden. Wat doen we daarmee in onze moerstaal? □ Niets boeienders te weten dan te weten wat de een van de ander wil. Zo was er een ziekenhuis dat in een advertentie een directrice vroeg. Zij moest o.a. hebben: ‘ervaring i.c. personeelszaken’ (nog erger dan normaliter in plaats van normaliter) en ‘juiste approach tot mensen’ (is wel achterhaalbaar). Maar het allermoeilijkste was de voorwaarde: ‘irrationeel prestige’.

 

Nu is een prestige pas een prestige als het te merken is, maar hoe stel je vast of een prestige irrationeel is? Met je verstand mag je het niet beredeneren. □ U weet toch dat de loodgieterspatroons een prijsvraag hebben uitgeschreven om een nieuwe naam te vinden voor de loodgieter? Hij giet al sinds jaren geen lood meer, tenminste dat is niet zijn hoofdbezigheid. □ De statuszoekerij in taal houdt, eenmaal begonnen, nooit meer op. Kwekerij A was vroeger een kwekerij; nu heeft de kweker een bord op zijn hek gespijkerd met Tuincentrum A. De stoffeerder is via de woninginrichter een interieurverzorger geworden. Een van de weinige beroepen die nog eerlijk zijn (of is?), is dat van de slager. En daarbij slachten de meeste slagers niet eens meer. Wachten op een prijsvraag bij een jubileum van de slagerspatroonsbond. □ De rij wordt afgesloten met de advertentie waarin gevraagd wordt: pakketteuses en pakketteurs. Er stonden geen vereisten bij. □ Nog eens die hoofdletter: wij vinden Mijne Heren wel mooi, maar Mijne heren genoeg. Het groene boekje laat ons (blz. LXVIII) veel vrijheid en heeft het over de gevoelswaarde van een woord. Heren heeft voor ons geen andere gevoelswaarde dan heren. □ Een lezer las in O.T. nr. 7-8, 1961: ‘maar mijn opvatting van het begrip welvaart, heerst deze niet in een land waar veler woonsituatie nog zo abominabel is als hier, waar kunst en kunstenaar voor het grootste deel alleen kunnen existeren bij de gratie van overheidssubsidies waar ontelbaar velen een minimaal inkomen toucheren’ en hij maakt daarvan nu, vier jaar later: ‘......waar veler woontoestand nog zo verschrikkkelijk is als hier, waar kunst en kunstenaar...... alleen kunnen bestaan bij de gratie van overheidstoelagen waar ontelbaar velen een minimaal inkomen hebben.’ Blijft nog over voor 1969: gratie en minimaal. □ Jutfaas, officieel Jutphaas, komt niet van Jut, gelijk wij al in mei vermoedden, maar van Judithfax, gelijk nu een vorser gevonden heeft in een stuk uit 1165. □ Op 1 juli 1965 zijn de gemeenten Noordbroek en Zuidbroek samengevoegd tot de gemeente Oosterbroek. Het merkwaardige is dat de inwoners van Noord- en Zuidbroek zich, ongeacht hun kunne, Noordbroekster, onderscheidenlijk Zuidbroekster noemden. Hun krant heette: De Noord- en Zuid-

[pagina 58]
[p. 58]

broekster. Niet in de betekenis: de ster van N. en Z.). Nu is dat vanaf 1 juli 1965 afgelopen. De man die daar woont, is een Oosterbroeker en de vrouw een Oosterbroekse. □ Strijd ontbrand over de tekst in een schoolrekenboekje. Een rechthoek is vier centimeter breed en vijf centimeter lang. Wat is het antwoord: 4 cm × 5 cm = 20 cm2, 4 × 5 cm = 20 cm2, 4 × 5 cm2 = 20 cm2 of nog iets anders? □ Naar aanleiding van een voorschrift betreffende het plaatsen van deurknoppen in deuren hebben we gepoogd een absoluut waterdichte definitie te ontwerpen van links en rechts. Het is ons niet gelukt. □ Miljoenen werknemers (mooi woord) hebben in de afgelopen zomer moeten piekeren over de vragen op de werknemersverklaring loonbelasting. Was niet makkelijk. Vooral dat stuk over dat ‘duurzaam gescheiden leven van uw vrouw (man)’. Er stond in: echtgenoot. Goed, dat is zowel de man als de vrouw, maar het is toch wel in het algemeen gereserveerd voor de man. □ Geheim heeft inderdaad wat met heim, heem, huis te maken. Heimelijk is oorspronkelijk huiselijk, intiem, innig, vertrouwd. Een schone gedachte voor wie een dagsluiting voor de televisie moet schrijven. □ Je kunt je schouders ophalen over dat gepruts met het koppelteken bij kleurschakeringen, maar dat is niet juist. Zodra u wetenschappelijke artikelen moet schrijven over verf of over bloemsoorten, zit u ermee en dan voelt u het verschil tussen oranjerood (een soort rood) en oranje-rood (zowel rood als oranje). □ Wij vonden dat patrijspoort tot de tien mooiste woorden behoort, maar als u dat geslikt hebt, kunt u - blijkens de kritiek - niet lezen, want maar één woord kan het mooist zijn, dus: de mooiste tien. Een verklaring van de patrijspoort zou batterijspoort kunnen zijn. □ Leuk was inderdaad zo'n halve eeuw geleden een niet al te best woord; het is familie van lauw, traag. Er schijnen nog kringen te zijn waar het taboe is. Wij kennen die niet. □ Ons open bestel kan volgens de ingewijden nog veel opener. We hebben zelf ooit geschreven dat iets veel logischer zou zijn, maar de klap kwam hard aan: iets is logisch of niet. □ Het raadsel van de verdieping die een verhoging is, hebben deskundigen voor ons opgelost. Men ging vroeger echt dieper bij het maken van een etage. Boven het hoge voorhuis was een pakzolder. Was uitbreiding nodig, dan kon men achter het huis bouwen (het achterhuis) of - als de pakzolder niet mocht worden opgeofferd - men ging dieper: de nieuwe ruimte kwam ten koste van het voorhuis, onder de zolder. □ Zullen we langparkeerder en kortparkeerder maar niet laten? Net als de hardloper en de langslaper. Bijwoord met de handelende persoon. □ Een woordenmaker op een vergadering had het over de inbreiding die in plaats van de uitbreiding moest komen. Hij bedoelde dat er niets nieuws bij moest komen, maar dat het bestaande beter gedaan diende te worden. □ Dat vers van Troelstra ‘Heel het raderwerk staat stil enz.’ (zie O.T. vorige maand) komt - zegt een kenner - uit het Duits (‘Alle Räder stehen still enz.’) en staat in een liedboek voor arbeiders uit 1863.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken