Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 36 (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 36
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 36Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 36

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.36 MB)

Scans (9.27 MB)

ebook (3.65 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 36

(1967)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Mijnheer de minister?

Een jaar of twee geleden heeft iemand bezwaar gemaakt tegen de (niet speciaal Nederlandse) gewoonte, ministers aan te spreken met ‘excellentie’. Wat ertegen is, een minister van de kroon evenzo aan te spreken als het hoofd van een diplomatieke missie, mag Joost weten; maar ja, van tijd tot tijd steken er van die nivellerende bevliegingen op en noemt men een tijdlang zijn medemensen niet mijnheer of mevrouw, maar kameraad of burgeres.

Vreemder was het voorstel, die aanspraak te vervangen door ‘mijnheer de minister’. Dat is namelijk in strijd met een veel dieper gegronde taalgewoonte. Als wij iemand aanspreken met de naam van zijn funktie: dokter, kondukteur, majoor, professor, gebruiken we nooit de formule ‘mijnheer de....’. Die is beperkt tot de taal van vergaderingen en zittingen; daar heerst, ter wille van de goede orde, een streng ritueel, dat meebrengt dat ook de intiemste vrienden mekaar ‘mijnheer de voorzitter’, mijnheer de direkteur’ noemen. In het

[pagina 35]
[p. 35]

normale gesprek komt dit echter in ons Nederlands niet voor.

Dus, indien ministers bekend zouden maken, voor zichzelf en hun staatssekretarissen geen prijs te stellen op het gebruikelijke ‘excellentie’, zou men alleen in vergaderingen ‘mijnheer de minister’, ‘mevrouw de staatssekretaris’ behoren te zeggen, en daarbuiten ‘minister’ of ‘mijnheer X’ of ‘juffrouw Y’ (‘staatssekretaris’ als aanspreking is te gek). In het gewone gesprek is ‘mijnheer de minister’ naäperij van het Frans, en dus niet alleen slecht Nederlands, maar ook koude kak.

Z.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken