Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 42 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 42
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 42Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 42

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (6.77 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 42

(1973)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Middenklemtoon?

Het is bekend, dat de beklemtoning van straatnamen een intrigerend studieobject kan zijn. Vol misschien oplosbare raadsels. Dat men in een villadorp, waar ‘lanen’ gewoon zijn, Beeklaan zal zeggen, terwijl men in Den Haag Beeklaan zegt, dat is nog wel te verklaren. Maar hoe komt er in een buurtschap aan de Utrechtse Vecht een Jaagpad? Waarom zegt men in Hilversum gewoon Laanstraat, maar in - ik meen - Baarn Laanstraar?

Het zou kunnen zijn dat zulke populaire accentueringen als Bildendijkstraat, Ackersdijckstraat, Oranjeboomstraat (opgevangen in Den Haag, Rotterdam, Leiden) vallen onder het nog onvoldoende doorgronde regelstelsel van de accentuering van straatnamen. Maar er zou ook een algemene accentregel aan ten grondslag kunnen liggen. Zo'n regel heeft het Nederlands in het opgeschoven accent van bijvoeglijke afleidingen: opstand, maar opstandig; opwinden, maar opwindend; aanvang, maar aanvankelijk. (Voor zelfstandige woorden geldt de regel, grof gezegd, niet: aanbrenger, opvoeder; zou het daardoor komen dat we aarzelen bij inzittenden en opvarenden?)

Zouden Oranjeboomstraat en Oranje-Vrijstraat onder dezelfde regel of taalwet vallen? Is er een neiging (misschien niet bij u, maar dan toch bij velen) om in lange samenstellingen de hoofdklemtoon te leggen op wat voor het taalbewustzijn van de spreker het tweede bestanddeel is? Steenkolenhan delsvereniging, volksbevrijdingsleger, marinevoorlichtingsdienst, aardappelmeelfabrieken .....leg uw oor aan den mond des volks, zei of schreef of dacht een taalgeleerde lang geleden, en dank zij radio en televisie kunt u dat. Misschien ontdekt en formuleert u de ‘wet van de neiging tot een centraal eenheidsaccent’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken