Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 47 (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 47
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 47Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 47

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (10.00 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 47

(1978)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vacaturebank

Op een affiche van uitzendbureau Multiplan uit Amsterdam stonden de volgende banen vermeld onder het motto: geen baan te bar, geen vak te vreemd:

Aanpikker (havenbedrijf): maakt goederen aan grijper vast. Achterlapschrooier (schoenenind.): freest hakken in model. Adersprietser (slagerij): spuit pekel in hammen en schouders. Afdrosser (metaalind.): raffineerder. Afgladder (schoenenind.): perst zolen glad. Afzetter (spinnerij): verwisselt volle garencops tegen lege hulzen. Ajourwerkster (confectie): openwerkster. Anokleurder (metaalind.): kleurt chemisch geanodiseerde aluminiumplaten. Averijagent (verz.): laat schade aan schepen opnemen. Bakjesklopper: lucifermaker; laat bak schokken waardoor luciferhoutjes gelijk komen te liggen. Ballenwasser (rubberind.): maakt geschuurde ballen schoon. Bandagist: orthopedisch instrumentmaker. Beddenknipper: matrassensnijder. Been- en voetjeskeier (glasblazerij): houdt klompje gloeiend glas tegen kelk voor wijnglas. Beetlekalanderer: geeft katoen vorm in beetlemachine. Bestekzoeker: zaagt hout op maat. Bloempottenstamper: vet klei met olie in en stampt hieruit machinaal bloempotten. Bloter: onthaart en ontvliest huiden. Bosbaas: beheerder van bos. Buizenbuiger (metaalind.): buigt buizen. Californiazwikker: hecht schoenschachten. Catecheet: godsdienstonderwijzer. Combinatiedraaier (metaalind.): draaibankwerker. Conusscheerder (weverij): wikkelt kettingdraden op conisch verlopende scheertrommel. Darmenslijmer: ontdoet darmen van vuil en vet om er snaren van te maken. Doodmaker: runderslachter in abattoir. Dragist: snoepjesmaker. Drogist: kruidenwinkelier. Drupsdoorwerker: maakt deeg voor drups. Effilocheerder: maakt vezels van textielafval. Farmacocatagrafoloog: beschrijft de leer der geneesmiddelen. Flapwerker: sluit met een flippermachine draadhoepels voor autobanden op in canvas. Gebittenstopper: vormt prothesen in gipsen negatieven. Geelbloedloogzoutuitwasser (chemie): wast ruwe cyanide in water uit. Geruispeiler: matroos onderzeebootverkenner. Gimper (spinnerij): koordspinner. Glasbewerkingsgereedschappen-groothandelaar: groothandelaar in glasbewerkingsgereedschappen. Griespoetser: scheidt gries en zemelen met aspirator. Gulpenstikster (confectie): naait gulpen. Haspelaar: spoelt garen over op haspelkroon. Hengstenknecht: verzorgt dekhengsten. Indikker: kookt tomaten in tot puree. Insimmer: knoopt sim (dik touw) vast aan netten om ze te spannen. Kantenbrander: brandt ruwe kanten van schoen af. Kierkoker: kookt katoenen garens in kierketel om lijm en vet te verwijderen. Kikkerstamper: stampt klinkerbestratingen aan met trilbak of kikker. Knuppelinstoter: drukt staalblokken in doorschuifoven. Koekenbrekerbuiler: maalt cacaokoeken tot poeder. Korsetière: korsettenmaakster. Korstwerker: maakt bladerdeeg op. Krasbaas (spinnerij): baas van kras- of kaardafdeling. Kuikensexer: bepaalt geslacht van kuikens. Linkeraar-worstophanger: maakt worstjes uit strengen in linker- of afbindmachine. Luchtbehandelingsadviseur: adviseur op ventilatiegebied. Luierman: regelt stoom van heiblok door trekken aan luilijn. Manegemaster: supervisor in manege. Massawasser: maakt filtermassa in brouwketel schoon. Menagemeester (mil.): hofmeester. Miemaker: vermicellibereider. Mossellosser: verspreidt bij eb de mossellagen. Nageltikker (scheepsbouw): controleert klinknagels met handhamer. Nanopster: ziet geweven stof na op onregelmatigheden. Neusinbinder: bindt neus van schoen in. Omloperstukkenschalmer: lijmt binnenstuk tussen hak en schoen. Oogjesinsteker: perst knop op gloeidraaddrager van lampvoetje. Oortjesgieter: giet vloeibare klei in gipsvorm. Opzakker: vult zakken. Paneloperator: operator in controlekamer bij procesindustrie. Papper: appreteerder. Peesjesmaker: verdeelt bundels gezwindeld vlaslint in bosjes. Plukdroller: bedient voorspinmachine. Potentrekker: verwijdert met wrikijzer de hoef ijzers van paarden. Rechtlegger: legt bosjes tabak voor snijmachine. Reepgast: geeft tekens aan liergast bij laden en lossen. Reetveger: veegt tramrails schoon. Rookworstschudder: voert strengen worstjes door schudmachine om afbinddraden te verwijderen. Scheepssleper: sleept schepen. Scheepssloper: sloopt schepen. Sjouget: kosjerslachter. Slangaftrekker: stroopt gevulcaniseerde slangen van kern af. Sneevergulder: brengt bladgoud aan op snede van boek. Sommelier: wijnober. Stomplasser: drukt metalen delen tegen elkaar met stomplasmachine.

[pagina 95]
[p. 95]

Tamboereerster: etikettennaaister. Togamaker: maakt toga's. Tongstikker: stikt sluitbandjes aan schoen vast. Trijpwever: weeft trijp. Uitbreker: lost gietstukken uit gietkasten. Uitcassetteerder: neemt gebakken aardewerk uit vuurvaste cassette. Verkoper: verkoopt. Verkoperaar: verkopert. Verzuurder: maakt ondermelk aan voor margarine. Vetmenger: mengt vetten voor soepconserven. Waterfitter: sanitair-monteur. Waterklerk: klaart schepen in voor rederij. Wolfmann: maakt worstdeeg van vleesresten. Wijkwaker: bewaakt wijken. Zaadklaarmaker: maakt in pakhuis zaden voor verzending gereed. Zeepaftapper: zuigt met zuigbuis harde zeep af in ziedkuip. Zuigerbaas: opzichter in baggerbedrijf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken