Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 51 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 51
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 51Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 51

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.76 MB)

Scans (129.71 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 51

(1982)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Wat heeft Frida Balk tegen de VON?
Reactie op ‘Onze Taal en de Minister van Onderwijs’

Wat bezielt Frida Balk-Smit Duyzentkunst? In het januari-nummer schrijft ze een stuk dat aanvankelijk lijkt te gaan over plannen van het ministerie van O. en W. voor een commissie voor moedertaalonderwijs, maar in feite valt ze de Vereniging voor moedertaalonderwijs (VON) aan. We willen duidelijk maken dat ze daarbij insinueert. We kunnen dat niet voor alle gevallen doen, uit plaatsgebrek. We willen ook duidelijk maken wat de VON dan wèl is.

CMM en ACLO-M

Mevrouw Balk schrijft over de Commissie modernisering moedertaalonderwijs (CMM) dat die ‘er tot op heden niet in slaagde het onderwijs in onze taal noemenswaardig met positief resultaat te hervormen.’ Met behulp van het woord ‘noemenswaardig’ kan ze elke discussie kappen met de woorden: ‘Nou ja, 't is maar of je Gericht Schrijven of de nota Schooltaal thuistaal noemenswaardig vindt.’ Ze schrijft ook niet wat er met de CMM gebeurd is. Of wel? ‘De ACLO-M waarin zij zou opgaan, is blijkbaar in de kiem gesmoord. Of toch niet? Excellentie, hoe zit dat?’

Hoe maak je duidelijk wat mevrouw Balk hier allemaal verzwijgt en verdoezelt? Het komt erop neer dat de CMM op gezag van de minister al in 1977 is opgevolgd door de Adviescommissie leerplanontwikkeling moedertaalonderwijs (ACLO-M) en dat haar taken zijn verdeeld over die ACLO en de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Dat de ACLO-M nooit de centen gekregen heeft om te doen wat ervan verwacht werd en toch heel wat gepresteerd heeft, weet mevrouw Balk heel goed. Waarom doet ze dan of ze van niks weet?

Het gaat haar niet om duidelijkheid. Ze heeft iets tegen de CMM, de ACLO-M en de mensen daarin. Want na haar klacht over de geringe resultaten van de CMM schrijft ze: ‘Integendeel, naarmate zij meer van zich liet horen namen de klachten over het Nederlandse taalgebruik in alle regionen van de maatschappij (ook in die van het onderwijs zelf) hand over hand toe.’ Ze legt hier met het woord ‘naarmate’ verband tussen het optreden van de CCM en klachten over het Nederlandse taalgebruik. Let wel, ze zegt niet dat het Nederlandse taalgebruik slechter wordt (een hoogleraar taalkunde weet dat je dat niet kan meten) maar dat de klachten toenemen, ook in het onderwijs. Let nogmaals wel, niet over het onderwijs. Ze noemt geen voorbeeld van een klacht. Ze schaart zich daarmee aan de zijde van een deskundige als de chef stafdienst van Schiphols luchthavenpolitie die een kwart van de sollicitanten afwijst ‘louter op grond van hun slechte taalgebruik’ (Nieuw Zicht, 25 december 1981) zonder zijn norm voor behoorlijk taalgebruik te noemen. Ze voert wel Tordoir en Wesdorp aan die in ‘de helderste publikatie op het gebied van het Nederlandse moedertaalonderwijs (...) met een overvloed aan gegevens en met bewonderenswaardige precisie’ zouden hebben aangetoond dat de CMM niet deugt en daarom uit literatuurlijsten geweerd worden. Ze weet heel goed dat die heldere publikatie alleen beschrijft wat onderwijsmensen denken over moedertaalonderwijs en zich niet begeeft in de vraag of ze gelijk hebben of niet.

VON en Onze Taal

En hoe komt het nou dat die CMM niet deugt? Dat komt doordat ‘de CMM-ideologie ontleend is aan de leuzen van de VON en het bijbehorende tijdschrift Moer, en die gekenmerkt is door een vreemdsoortige afkeer van taal in het algemeen en Onze Taal in het bijzonder.’

Natuurlijk neemt mevrouw Balk niet de moeite uit te leggen waar die afkeer uit blijkt, wat er vreemdsoortig aan is en wat die hoofdletters betekenen: heeft de VON een hekel aan het Genootschap of aan het blad Onze Taal of aan onze (met hoofdletters eerbiedig aangeduide) moedertaal? Als een hoogleraar taalkunde onduidelijk schrijft, kan dat geen onvermogen zijn. En wat als ze onnauwkeurig leest? Als ze Moer goed las, zou ze weten dat Moer nog nooit iets tegen Onze Taal geschreven heeft. Ze zou ook weten dat haar beschermeling Tordoir redactrice is van Moer. Als ze woordenboeken beter zou lezen, zou ze zich niet beperkt hebben tot het flauwe grapje dat moer ‘oud-Nederlands is voor moeras, tevens synoniem met droesem, bezinksel’, maar eraan hebben toegevoegd dat de naam van het blad associaties kan wekken met ‘moerstaal’. Als ze de bundel Taal en Schoolmeester van Theo Thijssen had gelezen, zou ze op z'n minst geaarzeld hebben juist hem aan te voeren als opponent van ‘in Moer vastgelopen, ver van Onze Taal afgedwaalde “onderwijsgevenden”.’ Als ze Onze Taal beter zou lezen, zou ze weten dat dat allang niet meer het blad is dat vijftig jaar geleden zijn kolommen vulde met klaagzangen over de teloorgang van onze taal.

Wat is er aan de hand met Frida Balk-Smit Duyzentkunst dat ze probeert Onze Taal terug te hitsen naar de jaren dertig?

Informatie over de VON

De lezers van Onze Taal hebben er nu recht op om te weten wat de VON dan wel is. De VON bestaat nu twaalf jaar en heeft ruim 5000 leden, vooral onderwijsgevenden uit alle soorten onderwijs. Het is een vereniging die een bepaald soort (taal)onderwijs voor ogen staat:

- onderwijs dat leerlingen de kans geeft op te komen voor eigen en andermans belangen;

- onderwijs dat werkt met onderwerpen die voortkomen uit de behoeften, ervaringen, belangstelling en situatie van de leerlingen;

- onderwijs voor achtergestelden, met bijzondere aandacht voor de problematiek schooltaal-thuistaal, anderstaligen, enz.;

- onderwijs waarin ook zorg is voor de taalontwikkeling buiten de taallessen;

- onderwijs dat de creativiteit van de leerlingen bevordert;

- onderwijs zonder hinderlijke drempels tussen schooltypen;

- onderwijs dat voorzichtig omgaat met selectiemiddelen.

De VON geeft een veelgelezen tijdschrift uit, Moer. In 1981 stonden daar

[pagina 37]
[p. 37]

onder meer artikelen in over de schoolkrant, het nieuwe basisonderwijs, dyslexie, taal in het buitengewoon onderwijs, taal in de PA, krant en drama, taalonderwijs in België, literatuuronderwijs en grammaticaonderwijs. Bovendien twee thema nummers: over volwasseneneducatie en over de integratie van kleuter- en lager onderwijs. Het tijdschrift Interkom geeft praktische lesvoorbeelden. De VON heeft een gelijknamige zustervereniging in België met duizend leden en het blad Vonk. Daarin staan onderwerpen besproken als leerplan taalontwikkelen, definities maken, gedichten maken op school, tweedekansonderwijs, spellingonderwijs, literatuurkring, strips in de klas, enz.

Af en toe verschijnen er VON-boeken, zoals Ik lig er niet wakker van (over taal in het LBO) en Werken zonder taalboek (dat binnenkort verschijnt). De lerarenopleidingen gebruiken vaak de verzamelbundel Het beste uit Moer.

Tweemaal per jaar organiseert de VON een ledenvergadering waaraan een thematisch deel is verbonden. Op 8 mei gaat dat over taalbeschouwing aan het eind van het basisonderwijs en het begin van het voortgezet onderwijs. De landelijke VON-conferentie (dit jaar in de paasvakantie) wijdt aandacht aan vernieuwingen in het moedertaalonderwijs. Juist in het afgelopen studiejaar zijn allerlei regionale werkgroepen op gang gekomen die zich verdiepen in ideeën van Freinet, onderwijs aan anderstaligen, enz. In samenwerking met lerarenopleidingen organiseert de VON nascholingscursussen en een steungroep opleidingsonderwijs anderstaligen.

De VON is een actieve vereniging met leden die proberen in onderlinge verdraagzaamheid hun opvattingen over taal, opvoeding en onderwijs om te zetten in concrete verbeteringen van het taalonderwijs. Wie belangstelling heeft, kan zich, liefst schriftelijk, wenden tot de administratie van de VON, E. du Perronlaan 60, 1422 CS Uithoorn.

 

Peter Dekkers voorzitter van de VON

Willem Mooijman redacteur van Moer

Naschrift

Wat ik tegen de VON heb is (zoals de heren Dekkers en Mooijman nog steeds niet schijnen te begrijpen): dat de VON afschaffing van het grammatica-onderwijs voorstaat; dat de VON zich daarbij beroept op overwegingen die, óók blijkens een uitstekend onderzoek van De Eigen Moer Redactrice Tordoir, bestaan uit ongeldige argumenten, onware uitspraken en misleidende leuzen, en dat daarmee van de vijfduizend leden wel het uiterste aan ‘onderlinge verdraagzaamheid’ wordt geëist, namelijk blindheid.

(Vergelijk de uitdrukking ‘een oogje dichtknijpen’ voor ‘toegeeflijk, verdraagzaam handelen’.)

 

Frida Balk-Smit Duyzentkunst


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Peter Dekkers

  • Willem Mooijman

  • Frida Balk-Smit Duyzentkunst