Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 52 (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 52
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 52Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 52

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (57.95 MB)

ebook (3.69 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 52

(1983)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

[Mededeling]

□ □ □ □ □

■ Reeds geruime tijd adverteert een overkoepelende organisatie van uitlaatcenters (center in plaats van centrum, op zich al een vierkantje waard, maar daar praten we nu niet over) middels ettelijke affiches te mijner stede her en der aangeplakt met de tekst: Uitlaat zoekt auto. Merk geen bezwaar. ■ Dit wellicht naar analogie van Eenzame vrijgezel zoekt alleenstaande jonge vrouw. Kind geen bezwaar. ■ Natuurlijk, u weet het en ik weet het, de analogie is vals, maar een kniesoor die daar op let. Kind geen bezwaar betekent: ‘als gegadigde een kind heeft, dan vormt dat voor adverteerder geen bezwaar’. ■ Nee, de analogie moet verder worden gezocht in de formulering (foutief) die men ook wel eens tegenkomt: Eenzame jongeman zoekt levensgezellin. Leeftijd geen bezwaar. Schoolverlater zoekt werk. Salaris geen bezwaar. ■ In het parochieblad van (voor zover ik kan nagaan) Heerhugowaard, roept Pastor J. Scheurink jongens en meisjes op die graag misdienaar of misdinette zouden willen worden. ■ De meeste spontane taalbouwsels berusten wel op een of andere analogie (zie het uitlatenverhaal boven), maar het ontgaat mij welk basispatroon ten grondslag ligt aan de suffigering -naar/-nette. Uiteindelijk is een vrouwelijke leugenaar geen leugenette, en een mannelijke modinaar geen modinaar. ■ Toch zou ik de vondst van Pastor S. niet geheel willen afwijzen: om de een of andere reden zou ik liever met een moordenette dan met een moordenares te maken hebben. ■ Misschien zou de gedachte aan majorettes bij de pastor een rol gespeeld kunnen hebben: men kan zich voorstellen dat voor deze taalvernieuwer liturgie en carnaval zo'n beetje van hetzelfde laken een pak zijn. Des te waarschijnlijker is deze veronderstelling omdat het blad waaruit ik citeer, kennelijk uit het begin van dit jaar stamt, dus vlak voor carnaval. ■ Ir. M.G. Herz signaleert in een advertentie een zogenaamde tweekapper, waarmee niet een speciaal soort kapsalon bedoeld wordt, en ook niet een huis met twee kappen, maar eerder een kap met twee huizen. ■ Het Hengelo's Dagblad van 26 mei j.l. meldt dat het naaktstrand aan een zijden draadje hangt. Dit in een krantekop. ■ Aldus een mededeling van H.E.W. Kielich. ■ Nu ben ik er over het algemeen geen voorstander van om alle penneslippen in krantekoppen (dus: onbedoeld leuke woordspelingen) te vervierkanten: daar zijn andere rubrieken voor. ■ Het gaat er mij hier echter om dat dit helemaal geen onbedoeld leuke woordspeling is, maar wel degelijk bedoeld. En daarom niet leuk. ■ En dat brengt me dan op het eigenlijke chapiter; sommige grappen zijn alleen maar leuk als ze opzettelijk tot stand komen. ■ Zo is Naaktstrand aan een drijden zaadje als verzinsel absoluut niet grappig - maar stel dat ik in mijn verstrooidheid dat zo opgeschreven zou hebben: ik wed dat u in lamper, scheedvermakend prachen uitgeloest zou zijn. ■ Het getuige van goede taalvormen als we chapiter uit spreken als sjapiter en niet als ga, Pieter. Anderzijds is het juist beschaafd om chemisch uit te spreken als ggeemisch en niet als sjee, Miesl ■ Zo hoort het ook: als de taal te gemakkelijk werd, zou Jan en alleman er zich van kennen bedienen. ■ Waarom, vraagt C.F.G. te H. zich af, bestaat er zo'n onregelmatigheid in de uitspraak van onze medeklinkers? Waarom zeggen we pee en niet ep? Waarom zeggen we ef en niet fee? Het laatste zou uit homoniemenvrees verklaard kunnen worden (vee tegenover ef), maar voor het Frans zou dat bij voorbeeld niet opgaan, en bovendien zou het om die reden ook praktisch zijn om n en m wat nadrukkelijker te onderscheiden dan we doen: en en mee of em en nee, zoiets dus. ■ Het antwoord is dat ik het niet precies weet. Voor de allergrofste uitzonderingen bestaan wel verklaringen: ha, ka, ku, iks en zet. Ka en zet gaan terug op de Griekse letters kappa en zeta. ■ Ha moet blijkens het Franse hache en het Italiaanse acca terug gaan op een vorm hacca. Ku voor q komt waarschijnlijk doordat de q-klank als een geheel gezien wordt met de daaropvolgende u. Iks komt via iksi uit het Griekse ksi. ■ Hiermee hoop ik toch nog een beetje het probleem van Seeëfgee te Ha opgelost te hebben. ■ Hoe dan ook, een plezierige vakantie, voorzover nog van toepassing. Reisdoel geen bezwaar.

 

PCUdB


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken