Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 53 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 53
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 53Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 53

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 53

(1984)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Vervolg Spoorboekjes]

N.S.

Wat flauw, wat flauw! Wij zijn toch veel vriendelijker dan in 1949. U pikt één passage en spuit alleen maar enkele frustraties. Wat een infantiel gedrag!

J.R.

Infantiel? U infantiliseert. U maakt door uw schrijfstijl mondige passagiers tot onmondige reizigertjes.

N.S.

Maar korte zinnen, geen ‘men’, geen lijdende vorm, dat is toch prima. U hecht toch zelf ook veel belang aan begrijpelijk taalgebruik.

J.R.

Ja, maar begrijpelijk taalgebruik mag niet verward worden met een albegrijpend toontje. Zakelijke mededelingen moeten ook zakelijk worden gebracht.

N.S.

U laat uw persoonlijke smaak prevaleren. U moet zelf ook zakelijk blijven. Ik ben zeer benieuwd hoe de lezers van ‘Onze Taal’ oordelen over onze Wegwijzer en uw kritiek.

J.R.

Ik ook.

Andere voorbeelden

De heer Spoor heeft in elk geval op één punt gelijk. Het gaat hier om één passage. Andere voorbeelden haal ik nu niet aan. Wel wil ik - en door ruimtegebrek gedwongen, heel kort en speculatief - wijzen op een aantal andere verschijnselen waarin Grote Broer zich manifesteert.

 

Het einde van een weerbericht

Op een vrijdag in de afgelopen zomer werd een zeer warme zondag voorspeld. Het weerbericht eindigde na een mededeling over geschikt fietsweer ongeveer als volgt: ‘Velen zullen zondag naar het strand trekken, want dan wordt de temperatuur hoger.’ Waarom niet eenvoudigweg een mededeling over hogere temperaturen? Waarom een voorspelling in de vorm van een mededeling over de stranddrang van velen? Wat heeft die man op de buis daarmee te maken? Wil hij ons soms naar het strand hebben? Nonsens. De tv waarschuwt alleen voor rijwielfiles; dat is toch extra vriendelijk. Of: Grote Weerman dicteert het meest wenselijke gedrag, en dringt heel subtiel aan op een zeer verstandige dagbesteding?

Het einde van het jeugdjournaal

Leonie neemt afscheid van de kinderen (en vele volwassenen) met de woorden ‘Ik zie je morgen’. Natuurlijk ziet Leonie ons niet, dat weten die kinderen wel. Maar in ‘Ik zie je morgen’ zit ook een bevel: O wee, als ik je morgen niet zie. Nonsens. ‘Ik zie je morgen’ is gewoon een persoonlijke vertaling van ‘See you tomorrow’. Of: heeft deze formulering zo'n magische kracht dat kinderen als vanzelf de knop indrukken waardoor een Grote Zus in beeld verschijnt?

 

De strekking van een sportnota

De staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur ‘vindt dat veel meer mensen aan sport moeten doen’. Aldus een krantenbericht over de ‘Notitie Accenten Sportbeleid 1984 e.v.’. In deze discussienota staat alleen dat de huidige regering de sportbeoefening in vrije tijd wil stimuleren. De pers maakt ervan dat een staatssecretaris vindt dat meer mensen aan sport moeten doen. Zo maakt de journalistiek van een sportieve broer die iets voorstelt, een Grote Broer die iets dicteert. Nonsens. Iedereen heeft toch door dat ‘moeten’ niet zo mag worden opgevat. Of: zegt de formulering toch iets over de toenemende invloed van de bureaucratie?

Terug naar het begin

We moeten terug naar het begin. Heeft Orwell gelijk gekregen? Heel kort: Ja èn nee.

- Nee, want zijn Nieuwspraak is in strijd met het wezen van de taal. Zelfs in Frankrijk kan men geen Engelse woorden (het Franglais) verbieden. O zeker, in Franse overheidsteksten komen ze minder voor, maar de gewone Fransen storen zich daar niet aan.

- Ja, in het taalgebruik openbaart zich Grote Broer, niet als de Big Brother die ons overal in de gaten houdt, maar als een ontmondigende, infantiliserende allesweter.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken