Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 53 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 53
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 53Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 53

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 53

(1984)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vervolg Congres

Taalgebruikers houden ook onvoldoende rekening met elkaar. Hier werden diverse voorbeelden gegeven, onder andere over het taalgebruik in schoolboeken.

‘Als u een analyse zou maken van het taalgebruik in schoolboeken en de mate waarin dit taalgebruik voor leerlingen toegankelijk is, dan zou u tot verbijsterende conclusies komen. In veel gevallen is dit taalgebruik veel te moeilijk. Dit geldt niet alleen voor de woordkeus maar ook voor de zinsbouw en ook voor de redeneringen. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik mij als auteur van schoolboeken daar ook schuldig aan heb gemaakt. Nu kunt u zeggen: “De leerlingen moeten zich maar inspannen om dat taalgebruik te begrijpen”, maar zo werkt het niet. Ook al spannen ze zich in, mèt of zonder woordenboek, ze begrijpen het gewoon niet. De leesvaardigheid van jongeren is in de laatste tientallen jaren sterk afgenomen en neemt nog steeds af. Ontwikkelingen in de maatschappij - onder andere de opkomst van radio en tv - zijn daar debet aan. Deze ontwikkelingen zijn onomkeerbaar en wij volwassenen zijn er mede verantwoordelijk voor. Boekenschrijvers en leraren zullen met die beperktere leesvaardigheid van de jeugd rekening moeten houden. Anders kunnen ze de communicatie met hun lezers wel vergeten.’

Mevrouw Feteris besloot haar lezing met een oproep aan onderwijzers en leraren om nu eindelijk eens overeenstemming te bereiken over de basistaalvaardigheden die leerlingen moeten verwerven omdat anders de overheid, sterker dan nu het geval is via leerplannen en eindexamen bindend voorschrijft wat er moet gebeuren. Het Genootschap Onze Taal werd uitgenodigd een bijdrage te leveren aan de discussie over basisvaardigheden en de manier waarop deze moeten worden aangeleerd.

Taal voor de jeugd

Na deze lezing volgden in de ochtend vier lezingen over ‘taal vóór de jeugd’. De middag bleef gereserveerd voor lezingen over ‘taal vàn de jeugd’.

 

Arno Wamsteeker, eindredacteur van het nos-jeugdjournaal, maakte in zijn lezing Taal en teken duidelijk dat, in ieder geval voor kinderen, de taal ondergeschikt is aan het beeld. Berichtgeving aan 10-12 jarigen stelt speciale eisen.

‘De televisiejournalist moet ter wille van de informatie-overdracht de taal in de afbijt gooien: korte zinnen, keurig gerangschikt, weinig adjectieven. Kortom: recht op het doel af.’

De programmamaker kan zijn taal niet zo maar uitstorten over zijn doelgroep. Kinderen kennen veel woorden niet.

‘Vergelijk maar eens de antwoorden die kinderen uit onze doelgroep gaven bij intelligentietests: - lectuur: als het lekt; - injectie: een soort bloedvergiftiging; - onschatbaar: dat er zo mooi uitziet - als je een schat bent.’

In het Jeugdjournaal wordt de taal aangepast aan de doelgroep, maar er gebeurt nog veel meer omdat Tekens voor kinderen vaak belangrijker zijn dan de Taal. Journaalteksten zijn nog geen onderschriften of ‘balloons’ uit een stripverhaal maar de tekst volgt het beeld, in die zin dat er wordt verteld wat het beeld laat zien. Er volgde een interessante, maar in deze tekst moeilijk weer te geven presentatie van een nieuwsfeit: een onderzoek naar de tijd die de gemiddelde Nederlander besteedt aan huishoudelijk werk. Met eenvoudige hulpmiddelen bleek dit nieuws aanzienlijk begrijpelijker voor kinderen.

Na 600 uitzendingen Jeugdjournaal wennen ook politici aan het idee dat politieke problemen begrijpelijk kunnen worden weergegeven. De heer Wamsteeker besloot met een kijkje in de journalistieke keuken.

[pagina 39]
[p. 39]
‘De eerste keer dat we de heer Van Veen van het vno interviewden, hadden we ruim een hele avond nodig. En nog moesten we achteraf constateren dat het eindresultaat best tegenviel. Op de laatste Prinsjesdag hadden we de heer Van Veen weer in de uitzending en dat, dat moest maar drie keer over en... het was goed. Daar was de heer Van Veen best trots op want op de receptie na de Troonrede ging het gesprek met de heer Kok van de fnv niet over de grote problemen van ons land, nee in het kort ging het als volgt: (Van Veen) “Wim, jij hebt natuurlijk ook met Marga van het Jeugdjournaal gesproken.” Kok antwoordde: “Jazeker, en het hoefde maar zeven keer over.” Van Veen grinnikend: “Bij mij maar drie keer, in dit ben ik je dus de baas.”

Mevrouw Thea Beckmann, schrijfster van jeugdboeken, ging in op de vraag: Moet een jeugdauteur zich aanpassen aan het taalgebruik van het jonge publiek?

Ja, want je moet uitgaan van de taal van de kinderen, dus kinderlijk slang gebruiken en modewoorden hanteren die de jonge tieners van nu gebruiken. Een auteur mag zich niet bóven de lezer stellen.

Nee, want woorden als ‘te gek’ en ‘onwijs gaaf’ verouderen ‘ontiegelijk’ snel.

‘Betekent dit nu dat schrijvers-voor-de-jeugd zich als taalpurist moeten gedragen, alleen mogen schrijven in de officieel erkende Nederlandse taal en dat zij elke gemeenplaats of een al tientallen jaren geldende vaste uitdrukking angstvallig moeten vermijden? Ik geloof dat we dan weer te ver zouden gaan.’
‘Als ik een boek schrijf, houd ik mij niet bezig met taalvernieuwing omdat ik wil dat de jonge lezer de draad van mijn verhaal kan volgen en geboeid wordt door de erin beschreven gebeurtenissen en gevoelens.’

Mevrouw Beckmann besteedde apart aandacht aan jeugdliteratuur voor kinderen met een handicap. Bij voorbeeld kinderen die moeite hebben met het onderscheid ‘bij de boom’ en ‘hij kwam weer bij’. Maar, lectuur voor een 12-jarig doof kind is niet geschikt voor normaal-lezende kinderen. Het wordt gevaarlijk wanneer auteurs zich aanpassen aan een bepaalde vorm van gemakzucht bij kinderen die normaal lezen.

‘Ik geloof dat ook deze vorm van “aanpassing” volstrekt uit den boze is en ik weiger dan ook er aan mee te doen.’

Boudewijn Klap, hoofd van de afdeling jeugdprogramma's AVRO-radio, belichtte in zijn lezing Schoolpleintaal als communicatiemiddel bij radioprogramma's voor jongeren het thema vanuit een andere hoek.

‘Makers van radioprogramma's hebben minder problemen dan jeugdauteurs als het gaat om aanpassing aan de taal van het jonge publiek. De rol van de radio is de afgelopen twintig jaar sterk veranderd. Vroeger was de radio een cultuuroverbrenger waar je voor ging zitten, nu is het een achtergrondmedium dat wordt gebruikt terwijl je andere dingen doet. Radio is meer en meer “auditief behang” geworden. Tegelijk veranderde ook het soort programma's; ze werden gezelliger en je hoorde mensen “gewoon” praten.’

Het doel van de heer Klap is om jeugdprogramma's uit de sfeer van de popmuziek te halen. Bij het maken van educatieve programma's gaat het niet alleen om het uitbreiden van de woordenschat maar ook om het propageren van de radio als eigen communicatiemiddel. Een belangrijke vraag hierbij is: In hoeverre drukt de taal die je in radioprogramma's gebruikt, een stempel op je programma? In deze lezing werd nader ingegaan op diverse jeugdprogramma's.

Kleuters kregen andere, minder traditionele liedjes en muziek waar ze zelf iets mee


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken