Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 61 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 61
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 61Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 61

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.83 MB)

Scans (115.72 MB)

ebook (9.66 MB)

XML (1.63 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 61

(1992)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Vervolg Jullie Taal en Hun Taal]

juist bijna alle taalverandering komt van onderen, van anderen, van kinderen en van minderen.

 

In het oktobernummer van Onze Taal schrijft ir. Klaassen een reactie over die oude kwestie van het verwijzen met haar naar woorden die niet vrouwelijk zijn, en zelfs naar woorden die ‘het’ zijn. Hij protesteert daartegen en zegt: ‘Ik heb op het gymnasium gezeten en daar heb ik een helder beeld van dé grammatica gekregen.’ Nou, ik heb ook wel eens op een gymnasium gezeten,

[pagina 42]
[p. 42]

nog sterker: ik heb er kinderen op zitten, en die vertellen mij nu juist dat al die leraren langs elkaar heen praten en allemaal een andere grammatica geven. Misschien was het gymnasium van meneer Klaassen beter, maar hij heeft toch wel gemerkt dat in een aantal talen het bezittelijk voornaamwoord zich richt naar dat wat bezeten wordt. Er bestaat in dit opzicht geen enkele overeenstemming tussen de talen, en het is daarom niet redelijk om een beroep te doen op dé grammatica.

Wat is er nu zo vreselijk erg aan de onjuiste verwijzing met haar naar een het-woord? Waarom is het niet veel interessanter om te kijken waarom die woorden haar-woorden worden? Dat komt natuurlijk doordat wij niet meer van de-woorden weten of ze mannelijk of vrouwelijk zijn, en omdat wij werkelijk niet bij elk woord dat we uitspreken of opschrijven in een woordenboekje kunnen gaan kijken. Er is een soort instinct ontstaan dat abstracta vrouwelijk zijn, waar misschien wel een heel diepe gedachte achter zit.

CONGRES
60 jaar onze taal en Onze Taal

● Taal zuiver houden

Elke taal ‘leent’ woorden uit andere talen. Eigenlijk is dat geen lenen, maar diefstal, en bovendien is het misbruik maken van die buit. Soms wordt een woord op natuurlijke wijze overgenomen voor een nieuwe zaak. Die zaak komt dan mét het woord binnen. Maar meestal is hier bedoeld dat er een woord uit een andere taal wordt overgenomen terwijl er voor dat begrip toch al een Nederlands woord was. Het typerende is dat dat Nederlandse woord helemaal niet verdwijnt daardoor, en dat er een nuanceverschil komt te bestaan met het ‘oude’ Nederlandse woord, hoewel dat niet door iedereen zo wordt gevoeld. U weet dat in 1585 de Antwerpenaren naar Nederland vluchtten en de woorden heden, gaarne en wenen meenamen, die woorden kent u allemaal; u zult misschien eerder zeggen vandaag, graag en huilen. Die woorden hebben hun eigen functie gekregen. Nog beter zie je dat in de invasie van Franse woorden, die eeuwenlang een rol heeft gespeeld, maar dan altijd van bovenaf. Aan het hof (voor zover wij een hof hadden) werd Frans gesproken en daardoor hebben wij woorden als accepteren en presenteren. Ze zijn gewoon Nederlands geworden en hebben ook een Nederlandse uitgang gekregen; en toch hebben die woorden nog steeds een andere betekenis dan aanvaarden en geven. Het is een acceptgiro, accepteren dat je het betalen gaat, het is een presentje; dat is toch net iets anders dan een geschenkje - en soms moeten we ons op een ander Frans woord beroepen: cadeautje.

Het Frans kwam, zoals gezegd, voornamelijk van bovenaf in Nederland (aan de zuidgrens zijn heel andere processen aan de gang geweest). Voor de Duitse invloed werd door de Onze-Taalheren wel vaak verwezen naar de 30.000 Duitse dienstmeisjes die er in ons land waren, en die misschien ook wel als een soort vijfde colonne werden gezien. Het overnemen van Engels is eigenlijk niet iets speciaal Nederlands, het is over de hele wereld zo: als je de televisie aanzet, hoor je Engels. Als je iets hoort zingen, dan is dat ook Engels.

 

Wij zijn op het ogenblik in een fase van een tegenaanval: wij willen dat allochtonen Nederlands leren. Daar hebben wij natuurlijk allemaal uitstekende redenen voor, maar er zit toch ook een vreemde kant aan. Iedereen - ik ook - vindt het prettig dat wanneer hij Turks of Marokkaans hoort in de tram, door kinderen of op de televisie, er om de haverklap een Nederlands woord valt: huiswerk, proefwerk, leraar, aardrijkskunde. Dan denk je: o ja, natuur-


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken