Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 61 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 61
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 61Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 61

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.83 MB)

Scans (115.72 MB)

ebook (9.66 MB)

XML (1.63 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 61

(1992)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Vraag & antwoord
Taaladviesdienst

Als u al wat langer geabonneerd bent op Onze Taal, dan hebt u de rubriek de afgelopen twee jaar misschien gemist: ‘Vraag en antwoord’. De redactie ging daarin uitvoerig in op een lastige taalkwestie en adviseerde de lezer in het gebruik daarvan.
In enigszins gewijzigde vorm wordt deze rubriek met ingang van dit nummer voortgezet. De taaladviesdienst ontvangt jaarlijks een stroom van taalvragen die alle getuigen van een grote behoefte aan een kort, eenvoudig en daardoor praktisch bruikbaar taaladvies. Een selectie uit die vragen en adviezen treft u voortaan maandelijks in ‘Vraag en antwoord’ aan.

● Oude naamvallen

Vraag: Is er een regel voor het gebruik van ten/ter/te in uitdrukkingen als te allen tijde?

 

Er bestaan een paar ezelsbruggetjes voor het bepalen van de juiste schrijfwijze van dergelijke ‘staande uitdrukkingen’.

!De n of r in staande uitdrukkingen als ten bate van, ter waarde van of ten gerieve van is het restant van een verbogen lidwoord, dat een vaste verbinding met het voorzetsel te is aangegaan (te + den of te + der). Dit betekent dat er alléén een n of r achter te kan komen als er in de eerste naamval een lidwoord (de of het) kan staan. Het is dus ter waarde van omdat we ook kunnen zeggen de waarde van. Maar het is te uwer informatie en te dezer plaatse omdat er voor een voornaamwoord geen lidwoord kan staan: de uw informatie en de deze plaats zijn uitgesloten.

! Of we een n of een r moeten schrijven is afhankelijk van het geslacht van het erop volgend zelfstandig naamwoord: waarde is vrouwelijk dus is het ter waarde van, last is mannelijk en daarom wordt het ten laste van, huis is onzijdig en dat leidt tot ten huize van.

 

Het lijkt zo eenvoudig maar dat is het - ook met deze ezelsbruggetjes - allerminst. Om te bepalen of een de-woord vrouwelijk of mannelijk is, zullen we vaak een woordenboek moeten raadplegen. Bovendien bestaan er in staande uitdrukkingen al eeuwenlang tientallen uitzonderingen op de regels. Dat woordenboeken elkaar soms tegenspreken, is daarom niet zo verwonderlijk.

● Getallen in cijfers of woorden

Vraag: Wanneer schrijven we getallen in woorden, en wanneer in cijfers?

 

! De algemene regel is:

In woorden schrijven we alleen

-getallen beneden de twintig,
-tientallen tot honderd en
-ronde getallen daarboven (tweehonderd, duizend, miljoen, enz.)

Dus:

‘Ik kreeg dertien witte en 25 rode rozen van je, maar van de rode waren er tien verwelkt.’

Er bestaan goede redenen om van deze algemene regel af te wijken. Misschien vindt u de combinatie van dertien, 25 en tien in één zin lelijk: dan kunt u natuurlijk gewoon 13 en 10 gebruiken. Als het erop aankomt, bijvoorbeeld in een akte of op een cheque, schrijven we alle getallen, dus ook de ronde, bij voorkeur in woorden.

! Let daarbij wel op de volgende regels voor aaneenschrijving:

-telwoorden tot en met honderd aaneen (vijfentwintig);
-telwoorden boven honderd los (honderd tien);
-telwoorden tot honderd gevolgd door honderd, duizend en honderdduizend aaneen (driehonderd, vijfentwintigduizend);
-veelvouden van miljoen en miljard weer los (zes miljoen).

 

Ter illustratie van deze regels drie voorbeelden:

1992 negentienhonderd tweeënnegentig

5.761 vijfduizend zevenhonderd eenenzestig

f 1.277.867,93 een miljoen tweehonderd zevenenzeventig duizend achthonderd zevenenzestig gulden en drieënnegentig cent

● Weglatingsteken

Vraag: In Renkema's Schrijfwijzer wordt het streepje in uitdrukkingen als land- en tuinbouw ‘weglatingsteken’ genoemd. Is deze benaming juist?

 

Het korte, liggende streepje is een leesteken met veel verschillende functies. Het doet dienst als koppelteken (in niet-roker), afbreekteken (aan het einde van een regel), scheidingsteken (in pop-opera) en weglatingsteken (in- en uitvoer). In de laatste functie is weglatingsstreepje eigenlijk een betere benaming, omdat de apostrof bij weggelaten letters (bijvoorbeeld in 's(=des) mans) ook al ‘weglatingsteken’ heet. Deze apostrof noemt men ook wel afkappingsteken, maar die benaming is veel minder gangbaar.

! We voorkomen verwarring als we voortaan consequent onderscheid maken tussen het weglatingsstreepje (-) en weglatingsteken (').

● (Meervoud) aanvoegende wijs

Vraag: Bestaat er eigenlijk wel een meervoudsvorm voor de aanvoegende wijs, zoals in ‘Leven de kinderen!’?

 

! Ja. Een van de basisregels in de grammatica is de getalsovereenkomst tussen persoonsvorm en onderwerp. Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm, en dat geldt ook voor de aanvoegende wijs. Van Dale vermeldt in zijn 11de druk bij gelieven: ‘bij meervoudig subject krijgt het ww. ook de mv.-vorm: alle collega's gelieven (niet gelieve) dit te lezen)’.

 

Waarom komen we deze meervoudsvorm zo weinig tegen? Waarschijnlijk doordat een zin als ‘Dat mogen de kamerleden wel eens beseffen’ door menig lezer niet als ‘aanvoegend’ wordt begrepen. De werkwoordsvorm mogen wordt te gemakkelijk verward met de niet-aanvoegend bedoelde vorm mogen. Een omschrijving geeft de bedoeling dan veel beter weer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken