Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 61 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 61
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 61Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 61

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.83 MB)

Scans (115.72 MB)

ebook (9.66 MB)

XML (1.63 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 61

(1992)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 267]
[p. 267]

Vraag & antwoord
Taaladviesdienst

● Word(t) je?

? ‘Voor het verkrijgen van subsidie wordt je niet meer deze vraag gesteld.’ Moet wordt hier met of zonder t worden gespeld?

 

! In de tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd vervalt de uitgang t als jij (dat wil zeggen het onderwerp) achter de persoonsvorm staat: jij loopt wordt loop jij. Wat voor jij geldt, geldt niet voor u: u loopt naast loopt u.

 

De voornaamwoorden jij, jou, jezelf en jouw hebben alle vier de gereduceerde nevenvorm je. De regel voor het weglaten van de t gaat slechts op als je vervangen kan worden door jij: alleen dan is je namelijk onderwerp. Vervang bij twijfel dus elk je in gedachten door de nietgereduceerde vorm. Deze vervangtruc werkt altijd, hoeveel ‘je's’ er ook in de zin staan. Dat blijkt uit het volgende verhaal, waarin de onderwerpen gecursiveerd zijn:

1Morgen word je (=jij) opgeroepen.
2Dan wordt je (=jou) een belangrijke vraag gesteld.
3Daarna wordt je (=jouw) antwoord met dat van mij vergeleken.
4Misschien wordt je (=jou) je (=jouw) mening over mij gevraagd.
5Hopelijk word je (=jij) je (jezelf) je (=jouw) vooroordelen dan eens bewust.

● Samentrekking

? De zin ‘In Bosnië zijn door zware gevechten bijna honderd mensen gedood en ongeveer driehonderd gewonden gevallen’ loopt niet goed. Waarom niet?

 

! Dit is een samengestelde zin, bestaande uit twee zinnen: ‘er zijn mensen gedood’ en ‘er zijn gewonden gevallen’. In de tweede zin is een deel weggelaten (‘samengetrokken’) omdat het overeenkomt met hetzelfde deel uit de eerste zin:

 

- In Bosnië zijn door zware gevechten bijna honderd mensen gedood EN

- (In Bosnië zijn door zware gevechten) ongeveer driehonderd gewonden gevallen.

 

Samentrekking is een beproefd middel om de formulering wat bondiger te maken. Maar er zijn wel strenge eisen aan verbonden. Eén daarvan is dat de samengetrokken woorden of zinsdelen in beide zinnen precies dezelfde grammaticale functie (onderwerp, naamwoordelijke gezegde, lijdend voorwerp, enz.) moeten vervullen.

Aan die eis is in bovenstaande zin niet voldaan. Het werkwoord zijn in de eerste zin verschilt in functie van zijn in de tweede zin. In zijn gedood is zijn namelijk hulpwerkwoord van de lijdende vorm (zij zijn gedood door...), maar in zijn gevallen is zijn hulpwerkwoord van (de voltooide) tijd. Omdat de functie van het werkwoord in beide zinnen verschilt, mag zijn in de tweede zin dus niet worden weggelaten.

Wel goed is: ‘In Bosnië zijn door zware gevechten bijna honderd mensen gedood en zijn ongeveer driehonderd gewonden gevallen.’ Of ‘In Bosnië zijn door zware gevechten bijna honderd doden en ongeveer driehonderd gewonden gevallen.’

● Waar komt het trema?

? In woorden als creeer, creeren of ideeen twijfel ik altijd over de juiste plaats van het trema. Kunt u hulp bieden?

 

! Het trema of deelteken voorkomt uitspraakverwarring. Het geeft een scheiding aan tussen twee klinkers die samen ook als teken voor één klank gelezen kunnen worden:

ei/geïntegreerd

oe/zoëven

ie/skiën

ee/reëel

Die klinkerscheiding geeft automatisch ook een lettergreepscheiding aan. Het trema komt op de eerste letter van de nieuwe lettergreep:

re.eel = reëel, i.dee.en = ideeën, fi.nan.ci.e.le = financiële, ge.e.va.lu.eerd = geëvalueerd.

Controleer bij twijfel dus altijd de lettergreepverdeling van het woord. Indien uitspraakverwarring uitgesloten is, plaatsen we geen trema: principieel, officieel. Om die reden vervalt het trema ook als het woord precies op de bewuste plaats wordt afgebroken (aan het einde van een regel): geïnteresseerd.

Het gebruik van hoofdletters heeft geen invloed op het al dan niet optreden van uitspraakverwarring. Renkema's opmerking in de Schrijfwijzer dat op hoofdletters geen trema komt, is dan ook onjuist. Die (slechte) gewoonte komt waarschijnlijk voort uit technische beperkingen. Tegenwoordig kunnen de meeste tekstverwerkers/printers echter goed met het trema op een hoofdletter overweg. We schrijven dus EFFICIËNTIE.

 

De volgende klinkercombinaties krijgen géén trema:

- ii (glooiing, voltooiing, luiig);

- Franse en Latijnse uitgangen (elektricien, atheneum, extraneus);

- nagenoeg alle klinkeropeenvolgingen die leesproblemen opleveren in samenstellingen (auto-expositie, televisie-uitzending), behalve de woorden die al in het Groene Boekje (1954) mét trema zijn opgenomen.

● Niet te onder/overschatten

? Kan ik een jubilaris complimenteren met de zin: ‘Uw werk is voor ons van niet te onderschatten waarde geweest’?

 

! Een taalgevoelige jubilaris zou in uw formulering een belediging kunnen zien. Met die soep is niet te eten/niet te eten soep bedoelen we soep die zó onsmakelijk is dat zij niet gegeten kan worden.

Onderschatten betekent ‘te laag schatten’, en overschatten ‘te hoog schatten’. Met de formulering ‘van niet te onderschatten waarde’ zegt u dus dat de waarde zó laag is, dat ze niet te laag geschat kan worden. En zo bedoelt u het natuurlijk niet. U wilt juist zeggen dat de waarde zó hoog is dat ze niet te hoog geschat kan worden.

In ‘dat mag niet onderschat worden’ is onderschat wel op z'n plaats: dat mag niet te laag geschat worden. Vervang bij twijfel de woorden dus even door een betekenisomschrijving met laag en hoog.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken