Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 67 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 67
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 67Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 67

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.74 MB)

Scans (228.33 MB)

ebook (14.90 MB)

XML (1.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 67

(1998)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 115]
[p. 115]

?Vraag en antwoord!
Taaladviesdienst

● Ontdooien

? Ontluizen betekent ‘van luizen ontdoen’ en ontvetten ‘van vet ontdoen’. Hoe komt ontdooien aan zijn betekenis ‘doen wegdooien’, ‘smelten’?

 

! Ont- geeft aan het werkwoord dat erop volgt weliswaar vaak de betekenis ‘ontdoen van ...’, maar niet altijd. Zo kan ont- ook het tegenovergestelde uitdrukken van de handeling waar het werkwoord naar verwijst. Ontsluiten bijvoorbeeld betekent ‘openen’ en ontspannen ‘tot rust (doen) komen’. Ontkomen en ontgroeien hebben het betekenisaspect ‘verwijdering’ in zich: ‘het zich verwijderen (letterlijk of figuurlijk) van iets’.

In ontbranden, ontwaken en uw voorbeeld ontdooien voegt ont- het betekenisaspect ‘het begin van - of het overgaan tot - de werking uitgedrukt door het werkwoord’ toe. Dit wordt ‘een inchoatief betekenisaspect’ genoemd: er wordt uitgedrukt dat de handeling die het grondwoord weergeeft (branden, wakker zijn en smelten) begint: ‘beginnen te branden’, ‘wakker worden’ en ‘beginnen te smelten’. Andere voorbeelden zijn ontbijten (‘beginnen te bijten’), ontstaan (‘beginnen te bestaan’) en ontsteken (‘doen branden’).

● Uitneembaar

? In onze familie woedt een discussie over uitneembaar wandmeubel. Bedoeld is natuurlijk ‘een wandmeubel dat je uit elkaar kunt nemen’, maar kun je ook volhouden dat het een wandmeubel is dat je ergens uit kunt nemen?

 

! Uitneembaar kan beide betekenissen hebben, maar in dit geval ligt de betekenis ‘uit elkaar genomen kunnende worden’, ofwel ‘demontabel’ inderdaad het meest voor de hand. Van Dale (1995) geeft het voorbeeld een uitneembare boekenkast. In bijvoorbeeld een koffiezetapparaat met uitneembaar waterreservoir betekent uitneembaar wél ‘eruit genomen kunnende worden’.

Uitneembaar wekt eerder associaties met de laatste betekenis dan met de eerste; in het eerste geval zou iets als uit-elkaar-neembaar immers meer voor de hand liggen. Uitneembaar in uitneembaar wandmeubel is dan ook eigenlijk een verkorting van uiteenneembaar. Dit soort verkortingen komt vaker voor. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) noemt als voorbeelden scharrelei (scharrelkipei), hulpakte (hulponderwijzersakte) en naaimandje (naaigereimandje). Andere voorbeelden zijn washandje (washandschoentje) en bierviltje (bierglasviltje).

● Moreel/moraal

? In zijn column ‘Taalteken’ in de Haagsche Courant hekelt de heer Joekes het gebruik van moraal in de zin ‘De uitslag was goed voor de moraal van het CDA.’ Is moraal hier echt fout?

 

! Moreel is hier eigenlijk beter. Moraal heeft volgens Van Dale (1995) betekenissen als ‘de heersende zeden en gebruiken’, ‘iemands voorstelling van goed en slecht’ en ‘zedenles’ (de moraal van het verhaal...), en die zijn hier geen van alle bedoeld. Moreel betekent onder andere ‘geestkracht’ en ‘strijdlust’. In de zin ‘De uitslag was goed voor het moreel van het CDA’ wordt uitgedrukt dat dankzij de uitslag het zelfvertrouwen bij het CDA groter is.

Toch komt ook moraal voor met de betekenissen ‘zelfvertrouwen’, ‘lust en moed om door te zetten’. De woordenboeken noemen moraal in deze betekenis een sportterm, maar keuren het niet af. Uit het Wielerwoordenboek van Marc De Coster (1989) blijkt dat het een wielerterm is: ‘moraal: gallicisme naar het Franse moral. Bedoeld wordt eigenlijk “moreel”’.

De moraal van het CDA is al met al niet fout, zeker niet als degene die de zin uitsprak het CDA bewust wilde voorstellen als een groep sporters op weg naar een eindprestatie: de verkiezingen.

● Geworden

? De voltooide tijd van ‘De fusie wordt besproken’ is volgens mij ‘De fusie is besproken geworden.’ Geworden wordt echter meestal weggelaten. Mag dat wel?

 

! Ja, dat mag. Inderdaad hoort bij het hulpwerkwoord van tijd (is) in deze zin strikt genomen nog het voltooid deelwoord geworden. Toch blijft dit deelwoord hier in de standaardtaal gewoonlijk achterwege. We ervaren de toevoeging ervan meestal als omslachtig. ‘De fusie is besproken’ verdient de voorkeur.

Dat neemt niet weg dat we een enkele keer een zin aantreffen als ‘Die beslissing is na rijp beraad genomen geworden.’ De Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) zegt hierover: ‘Het al dan niet uitdrukken van geworden zou ingegeven kunnen zijn door de wens om een zeker nuanceverschil tot uitdrukking te brengen. Toevoeging van geworden kan de zin immers weer meer het karakter van een “dynamisch passief” geven.’ Hiermee wordt bedoeld dat geworden de gedachte oproept aan degene(n) door wie de beslissing werd genomen. In ‘Die beslissing is na rijp beraad genomen’ zijn de uitvoerders van de handeling geheel op de achtergrond geraakt.

● Het scherp(st) van de snede

? Is ‘Zij discussieerden op het scherpst van de snede’ goed?

 

! Nee. Juist is: ‘Zij discussieerden op het scherp van de snede’ (‘de discussie ging hard tegen hard’). Scherp is hier geen bijvoeglijk naamwoord - waar we de vergrotende en overtreffende trap scherper en scherpst van kunnen vormen - maar het zelfstandig naamwoord het scherp. Van Dale geeft bij het scherp de betekenis ‘snede of punt van een wapen of werktuig’. Het scherp van de snede is het allerscherpste punt van een wapen of werktuig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken