Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 67 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 67
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 67Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 67

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.74 MB)

Scans (228.33 MB)

ebook (14.90 MB)

XML (1.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 67

(1998)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 253]
[p. 253]

?Vraag en antwoord!
Taaladviesdienst

● Sinterklaas en zwartepiet
? Aan het eind van het jaar twijfel ik altijd over de namen van de goedheiligman en zijn knecht. Het Groene Boekje vermeldt sinterklaas en zwartepiet. Maar moeten deze namen niet met een hoofdletter geschreven worden?

! Inderdaad, eigennamen worden met een hoofdletter geschreven. De naam van de goedheiligman luidt Sint-Nicolaas of Sinterklaas en die van zijn knecht zwarte Piet of Zwarte Piet. Als een eigennaam uit twee delen bestaat, zoals bij Sint-Nicolaas het geval is, krijgen over het algemeen beide delen een hoofdletter: Sint-Maarten, Zuid-Nederland, Bosnië-Herzegovina, Tweede Wereldoorlog en dergelijke. Achter Sint komt een streepje, of dit nu de naam van een heilige of een aardrijkskundige naam is: Sint-Jan, Sint-Oedenrode, Sint-Nicolaas. Overigens vormt een enkele plaatselijk vastgestelde aardrijkskundige naam - zoals Sint Anthonis - hierop een uitzondering.

Wat de naam van de knecht van Sinterklaas betreft, zijn er twee schrijfwijzen mogelijk: zwarte Piet en Zwarte Piet. De woordenboeken die de eerste vorm vermelden, gaan ervan uit dat zwarte niet tot de naam behoort. Maar het is ook mogelijk om - zoals sommige andere naslagwerken doen - de eigennaam te laten beginnen bij de Z en dus Zwarte Piet te schrijven. Alleen Verschueren noemt de knecht van Sinterklaas zwartepiet. Deze laatste schrijfwijze wordt door de meeste naslagwerken gereserveerd voor een andere betekenis, namelijk ‘(houder van een) schoppenboer’, zoals ook in het figuurlijke ‘Hij kreeg de zwartepiet toegespeeld.’ Waarschijnlijk heeft de zwartepiet van het Groene Boekje ook deze betekenis.

 

Hoe zit het dan met de vermelding van sinterklaas in het Groene Boekje? Ook hier wordt een eigennaam - in dit geval Sinterklaas - als soortnaam gebruikt; de meeste woordenboeken omschrijven sinterklaas als ‘persoon die Sint-Nicolaas voorstelt’. Hier doet zich echter wel iets merkwaardigs voor: ook de naam Sinterklaas (met hoofdletter) verwijst eigenlijk naar een persoon die Sint-Nicolaas voorstelt; de heilige Nicolaas - de persoon die aan deze figuur ten grondslag ligt - is immers al eeuwen dood. Maar het is nu eenmaal gebruik om de verzonnen figuur die ieder jaar onze kinderen met cadeaus overlaadt als een unieke persoon te beschouwen en zijn naam met een hoofdletter te schrijven. Dit leidt tot een zeer subtiel verschil in hoofdlettergebruik tussen Sinterklaas en sinterklaas: ‘Gisteren is Sinterklaas bij ons op bezoek geweest’ (‘de goedheiligman’) en ‘Er kwam een sinterklaas op school’ (‘iemand die als Sinterklaas verkleed gaat’).

De schrijfwijze met een kleine letter kan tevens een verkorting zijn van sinterklaasfeest, dat ook met een kleine letter geschreven wordt: ‘Heb je een goede sinterklaas gehad?’

Helaas kan in dit soort gevallen een naslagwerk als het Groene Boekje misleidend zijn: aangezien deze woordenlijst geen betekenissen vermeldt, kan de gebruiker niet achterhalen welke betekenis precies bij welke schrijfwijze past.

● Reuzekerel/reuzenkerel
? Wat is de juiste benaming voor een geweldig fijne man: reuzekerel of reuzenkerel?

! Reuzekerel. Dit woord valt onder de volgende uitzonderingsregel voor de tussen-n: als het eerste deel van de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is, verschijnt er geen tussen-n. Op het eerste gezicht lijkt reuze- hier echter eerder een zelfstandig dan een bijvoeglijk naamwoord. Maar naast het zelfstandig naamwoord reus komt ook het bijvoeglijk naamwoord reuze voor, bijvoorbeeld in een zinnetje als ‘Dat is reuze!’ Dit reuze kan ook als eerste deel van samenstellingen optreden; het betekent dan ‘heel erg, heel mooi, heel goed’. Enkele voorbeelden: reuzekerel, reuzemop, reuzeflater.

Samenstellingen met het zelfstandig naamwoord reus worden wél met een tussen-n geschreven: reuzenschildpad, reuzensprong, enz. In dit soort samenstellingen verwijst reuzen- altijd naar het (grote) formaat van het tweede deel. Een grote, brede man kunnen we dan ook een reuzenkerel noemen.

● Eenzelfde/dezelfde
? Is eenzelfde juist in de zin ‘Gelukkig hadden beide ouders eenzelfde oplossing in gedachten’?

! Als bedoeld is dat beide ouders het probleem op gelijke wijze wilden oplossen, is niet eenzelfde maar dezelfde juist. Eenzelfde betekent ‘overeenkomend met wat is genoemd’ ofwel ‘een soortgelijk(e)’. Het kan vaak vervangen worden door een dergelijk(e). Volgens de naslagwerken kan eenzelfde alleen maar gebruikt worden in een vergelijking met iets wat in de directe omgeving genoemd wordt. Wel mogelijk is dus ‘Gelukkig hadden beide ouders eenzelfde oplossing als de schoolleiding in gedachten’ of ‘De schoolleiding besloot het kind tijdelijk over te plaatsen. Gelukkig hadden beide ouders eenzelfde oplossing in gedachten.’

Dezelfde duidt een identiteit of gelijkheid aan. Maar er is ook een ander, grammaticaal verschil met eenzelfde: dezelfde kan ook voorkomen zónder vermelding van een vergelijking met iets anders wat genoemd wordt. De volgende twee zinnen zijn dus beide correct: ‘Gelukkig hadden beide ouders dezelfde oplossing in gedachten’ en ‘Gelukkig hadden beide ouders dezelfde oplossing in gedachten als de schoolleiding.’

Overigens kunt u benadrukken dat het slechts om één enkele oplossing gaat door de constructie één en dezelfde te gebruiken: ‘Gelukkig hadden beide ouders één en dezelfde oplossing in gedachten.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken