Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 67 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 67
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 67Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 67

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.74 MB)

Scans (228.33 MB)

ebook (14.90 MB)

XML (1.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 67

(1998)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 281]
[p. 281]

?Vraag en antwoord
Taaladviesdienst

● Standaardnederlands/ standaard-Nederlands
? Ik twijfel over de schrijfwijze van de taal die als norm voor het Nederlands wordt aanvaard, het vroegere Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Is het nu Standaard-Nederlands, Standaardnederlands, standaard-Nederlands of standaardnederlands?

! De meeste naslagwerken - waaronder het Groene Boekje, Verschueren en de driedelige Van Dale vermelden Standaardnederlands; wij sluiten ons, na rijp beraad, bij deze schrijfwijze aan. Ook in de zojuist uitgekomen Spellingwijzer Onze Taal is gekozen voor Standaardnederlands.

Er bestaan geen officiële regels voor de schrijfwijze van zulke samengestelde taalnamen; de enige richtlijn die het Groene Boekje geeft, is regel [6] op bladzijde 30 van de Leidraad: ‘Namen van talen en dialecten krijgen een hoofdletter.’ Omdat deze regel geen uitsluitsel biedt in het geval van samengestelde taalnamen, hebben we geprobeerd regelmaat te ontdekken in de lemma's in de Woordenlijst van het Groene Boekje. De Woordenlijst vermeldt Negerengels, Middelnederlands en Oudgrieks. Hieruit kunnen we afleiden dat samengestelde taalnamen die als geheel een (min of meer) officiële taal aanduiden, met één hoofdletter en zonder streepje worden geschreven. Onder deze categorie heeft het Groene Boekje dus ook Standaardnederlands geschaard. De grote Van Dale schrijft dergelijke samengestelde taalnamen met twee hoofdletters en een streepje: Neger-Engels, enzovoort. Op grond hiervan zou je verwachten in Van Dale Standaard-Nederlands tegen te komen, maar hier heeft de redactie er blijkbaar voor gekozen niet van het Groene Boekje af te wijken. De Taalbaak vermeldt wel Standaard-Nederlands.

Een andere soort taalaanduiding schrijft het Groene Boekje met een kleine letter: monnikenlatijn, schoolfrans, steenkolenengels. Het gaat hier om taalnamen (in dit geval respectievelijk Latijn, Frans en Engels) die voorafgegaan worden door een specificering die niet echt tot de taalnaam behoort - je zou die een ‘gelegenheidsspecificering’ kunnen noemen. Aangezien ook standaard als zo'n specificering bij de taalnaam Nederlands beschouwd kan worden, is ook standaardnederlands te verdedigen. Deze schrijfwijze treffen we aan in bijvoorbeeld het handwoordenboek van Van Dale.

Dan is er nog een vierde schrijfwijze: standaard-Nederlands, die jarenlang onze voorkeur had en ook consequent in Onze Taal werd gebruikt. We gingen hierbij uit van de taalnaam Nederlands, waarin we de hoofdletter graag wilden bewaren. Het ervoor geplaatste woord standaard verdiende wat ons betreft geen hoofdletter, omdat het niet tot de taalnaam behoorde maar ‘slechts’ een van de vele varianten van het Nederlands aanduidde. De samenstelling standaard-Nederlands viel volgens ons in dezelfde categorie als gelegenheidssamenstellingen als jongeren-Nederlands en polder-Nederlands. De schrijfwijze standaard-Nederlands wordt echter niet meer door de woordenboeken bevestigd, wat voor ons reden was er afstand van te doen. Aangezien verreweg de meeste hedendaagse naslagwerken - waaronder het Groene Boekje, de officiële norm - Standaardnederlands vermelden, hebben wij besloten ons bij deze schrijfwijze aan te sluiten. Maar we blijven wel jongeren-Nederlands en polder-Nederlands schrijven.

● Schoonfamilie
? Een nieuwslezer las laatst de volgende zin voor: ‘Vrij algemeen werd aangenomen dat koningin Beatrix moeite had met de keuze van de kroonprins en met haar toekomstige schoonfamilie.’ Klopt deze zin wel?

! Nee; het woord schoonfamilie is hier onjuist gebruikt. Iemands schoonfamilie is de familie van zijn of haar echtgeno(o)t(e), dus diens vader, moeder, broer(s), zus(sen), enzovoort. De schoonfamilie van koningin Beatrix is dus de familie van prins Claus, de familie Von Amsberg, terwijl in de bovenstaande zin de familie van de toekomstige echtgenote van Willem-Alexander bedoeld is. De zin kan dan ook eenvoudig herschreven worden door haar in zijn te veranderen, zodat zijn op correcte wijze terugslaat op de kroonprins.

● Het ellenlang(e) uitweiden
? Wat is juist: ‘Ik had genoeg van het ellenlange uitweiden van de docent’ of ‘Ik had genoeg van het ellenlang uitweiden van de docent’?

! Beide zijn mogelijk. Uitweiden is in deze zin een werkwoord dat gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord (voor het werkwoord staat het lidwoord het; dit gebruik noemen we ook wel ‘nominalisatie’). Ellenlang kan opgevat worden als een bijvoeglijk naamwoord bij het uitweiden. Het lidwoord het zorgt voor verbuiging: er komt een e achter het bijvoeglijk naamwoord te staan. Dat is goed te zien als we ellenlang vervangen door irritant. We krijgen dan ‘het irritante uitweiden van de docent’ en niet ‘het irritant uitweiden van de docent’. Dus ook: ‘het ellenlange uitweiden van de docent’.

Toch is ook de variant zonder buigings-e te verdedigen. Een bijvoeglijk naamwoord kan namelijk ook als - onverbogen - bijwoord gebruikt worden; het hoort dan niet bij een zelfstandig naamwoord maar bij een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord. Dat bijwoorden niet verbogen worden, blijkt bijvoorbeeld uit de zin ‘Ik hoorde dat de docent ellenlang uitweidde over...’, waarin ellenlang iets zegt over het werkwoord uitweiden. Ook ellenlang in het ellenlang uitweiden kan de functie van bijwoord hebben en onverbogen blijven. Dat blijkt ook als we ellenlang vervangen door een ander bijwoord, bijvoorbeeld aldoor in het aldoor uitweiden. Door deze variant te gebruiken benadrukt de spreker/schrijver het werkwoordelijke karakter van uitweiden; ‘Ik had genoeg van het ellenlang uitweiden van de docent’ betekent zoveel als ‘Ik had er genoeg van dat de docent ellenlang aan het uitweiden was’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken