Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Onze Taal. Jaargang 69
Toon afbeeldingen van Onze Taal. Jaargang 69zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 69

(2000)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 127]
[p. 127]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Per/op 31 december/1 januari

? Stel: iemand heeft zijn laatste werkdag op 31 december aanstaande. Welk voorzetsel en welke datum zijn dan juist in de zin ‘Het arbeidscontract loopt per/op 31 december/1 januari aanstaande af’?

 

! ‘Het arbeidscontract loopt op 31 december aanstaande af’ is juist. Op duidt een moment in de tijd aan, bijvoorbeeld in ‘op een mooie pinksterdag’ en ‘op een gegeven moment’. Als iemand zijn laatste werkdag heeft op 31 december, dan loopt zijn arbeidscontract ook op die dag af.

Per betekent ‘met ingang van’; het duidt de periode vanaf een bepaald moment aan. Het is dan ook wat vreemd om te zeggen dat een contract ‘per’ een bepaalde datum afloopt. Wel goed is de volgende herschrijving: ‘Werknemer X is per 1 januari a.s. niet meer in dienst’; de periode van niet meer in dienst zijn breekt dan aan.

Kennisgeving/kennisneming

? Welk woord is juist in ‘iets voor... aannemen’: kennisgeving of kennisneming?

 

! De uitdrukking luidt ‘iets voor kennisgeving aannemen’; de betekenis is ‘iets naast je neerleggen, je er verder niet aan storen’.

Kennisgeving betekent ‘(officiële) mededeling of bekendmaking, (officieel) bericht’; kennisneming is ‘het kennisnemen, inzage’. Tussen kennisgeving en kennisneming bestaat een zogenoemde ‘converse relatie’: in betekenis zijn ze elkaars spiegelbeeld. Andere voorbeelden: geven - nemen en leraar - leerling. Kennisgeving/kennisgeven van betekent ‘iemand (anders) op de hoogte stellen van iets’ en kennisneming/kennisnemen van is ‘jezelf op de hoogte stellen van iets’.

‘Iets voor X aannemen’ betekent zoveel als ‘iets aannemen onder de opvatting dat het (een) X is’. Op de plaats van X kan een bijvoeglijk naamwoord ingevuld worden, bijvoorbeeld juist, óf het zelfstandig naamwoord kennisgeving. Als je een brief ‘voor kennisgeving aanneemt’, ga je er dus van uit dat het (alleen maar) een kennisgeving, een mededeling, is. Invulling van kennisneming (‘iets voor kennisneming aannemen’) levert iets raars op, namelijk dat ‘iets’ een ‘kennisneming (inzage)’ is.

Degenen die ‘iets voor/ter kennisneming aannemen’ gebruiken, hebben waarschijnlijk een andere uitdrukking voor ogen: ‘iemand iets ter kennisneming toesturen’, wat betekent dat je iemand iets toestuurt met het doel dat hij/zij er kennis van neemt. In deze uitdrukking past kennisgeving weer niet; ‘iemand iets ter kennisgeving toesturen’ zou betekenen dat je hoopt dat die persoon er kennis van gééft. En dat is natuurlijk niet bedoeld.

Werkwoord bij tae bo

? Ik doe tegenwoordig aan tae bo, een nieuwe vorm van fitness. Bestaat er ook een werkwoord van tae bo en zo ja, hoe luidt dat dan?

 

! In de hedendaagse woordenboeken is tae bo - een combinatie van de eerste letters van taekwondo (een Koreaanse vechtsport) en boksen - (nog) niet te vinden; laat staan dat het bijbehorende werkwoord vermeld wordt. In dat opzicht moet het antwoord op uw vraag ‘nee’ luiden.

Maar de beoefenaars van deze sport hebben in de spreektaal ongetwijfeld al een werkwoord bij tae bo geïntroduceerd. Hoe kan dat werkwoord er op schrift het best uitzien? Van sommige zelfstandige naamwoorden kan een werkwoord afgeleid worden door er -en achter te plaatsen; om binnen de sportwereld te blijven: hockey - hockeyen, tennis - tennissen. Als we het zelfstandig naamwoord tae bo van de uitgang -en voorzien, krijgt de laatste e een trema om de uitspraak [taj boen] te voorkomen; vergelijk judo - judoën en kano - kanoën. De schrijfwijze tae boën is echter geen goede keus: een afleiding van een begrip dat uit twee woorden bestaat, vraagt om een streepje tussen die twee woorden. Tae-boën is dus de werkwoordsvorm die het meest voor de hand ligt; het streepje maakt duidelijk dat de uitgang -en bij het geheel tae bo hoort.

Tae-boën zou, analoog aan de werkwoorden judoën en kanoën, als volgt vervoegd moeten worden: tae-bode - getae-bood.

Diep(er)gaand(er)

? Hoe luiden de vergrotende en overtreffende trap van diepgaand?

 

! Diepergaand - diepstgaand zijn mogelijke trappen van vergelijking, maar diepgaander - diepgaandst (of eventueel meest diepgaand) heeft onze voorkeur.

Het Groene Boekje neemt bij diepgaand alleen de vergrotende trap diepgaander op, maar de meeste woordenboeken vermelden ook een overtreffende trap. Een kleine inventarisatie: Verschueren (1996): diepgaander - diepgaandst en diepergaand - diepstgaand, Koenen (1999): diepergaand - diepstgaand en diepgaander - meest diepgaand, De Nieuwe Spellinggids (1997): diepgaander - diepgaandst. Van Dale (1999) vermeldt vreemd genoeg alleen de stellende trap (diepgaand). In de Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) treffen we alle bovengenoemde varianten aan; dit naslagwerk schrijft twee ervan echter met een spatie: dieper gaand en diepst gaand.

Er zijn geen vaste regels voor de vorming van de trappen van vergelijking bij samengestelde bijvoeglijke naamwoorden. Er is echter wel enige regelmaat in te ontdekken. Als zo'n bijvoeglijk naamwoord een (vrij) letterlijke betekenis heeft, wordt de uitgang veelal tussen het eerste en het tweede deel geplaatst: dichtbevolkt - dichter()bevolkt - dichtst()bevolkt. Is het daarentegen figuurlijk gebruikt, dan komt de uitgang achteraan te staan: hoogdravend - hoogdravender - hoogdravendst. Aangezien diepgaand een figuurlijke betekenis heeft - het betekent ‘grondig’ - ligt wat ons betreft diepgaander - diepgaandst het meest voor de hand. Diepgaandst laat zich wellicht door sommigen wat lastig uitspreken; zij kunnen de omschrijving meest diepgaand gebruiken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken