Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 69 (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 69
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 69Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 69

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 69

(2000)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 219]
[p. 219]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Zooitje of zootje?

? In een opstel van mijn zoon stond de zin ‘Wat is het hier een zootje’. Zijn leraar had zootje niet fout gerekend, maar volgens mij moet het zooitje zijn. Het is toch het verkleinwoord van zooi?

 

! De woorden zootje en zooitje komen beide voor in de betekenis ‘rommel(tje)’. Over deze twee woordvormen valt veel te zeggen.

Zootje is van oorsprong de verkleinvorm van het zelfstandig naamwoord (de) zo. Dit is afgeleid van het werkwoord zieden (‘koken’) en betekende oorspronkelijk ‘hoeveelheid eten die tegelijk gekookt wordt of voor één maaltijd genoeg is’; Van Dale (1999) geeft als voorbeeldconstructies ‘een zo vis’ en ‘een zo sla’. Hieruit is de betekenis ‘hoeveelheid, massa, groep, menigte’ ontstaan, en vervolgens ook de ongunstige betekenis ‘rommel, bende’. In deze afgeleide betekenissen wordt zo van oudsher meestal in de verkleinvorm, zootje, gebruikt. Omdat zootje zo'n eigen toepassingsgebied heeft gekregen, is het in veel woordenboeken als aparte ingang opgenomen. Overigens vinden we zo nog terug in het woord waterzo, een nevenvorm van het streekgerecht waterzooi.

Hoe komen we dan aan zooitje? Zooi is een spreektalige nevenvorm van zo (net als strooi naast stro en vlooi naast vlo), die ook in de schrijftaal in zwang is geraakt. Hieruit ontstond de verkleinvorm zooitje. De oude verkleinvorm zootje bleef echter tot het taalgebruik behoren en werd niet alleen beschouwd als de verkleinvorm van zo, maar ook als die van zooi.

In de voorloper van het Groene Boekje, de Woordenlijst voor de Spelling der Nederlandsche Taal (1872), staan bij zoo (toen nog met twee o's geschreven) twee verkleinvormen: zootje en zooitje. Daarnaast is zooitje opgenomen als verkleinvorm bij zooi, en is zootje een aparte ingang in de woordenlijst. In het nieuwe Groene Boekje (1995) wordt zootje ook nog als verkleinvorm bij zo en als aparte ingang vermeld, terwijl zooitje alleen nog als verkleinwoord van zooi is opgenomen. In de twaalfde en dertiende druk van Van Dale (1992/1995 resp. 1999) komt zooitje niet voor, maar in de eerste zeven drukken én in de elfde druk wel. Ook de andere woordenboeken lijken er niet uit te zijn: Kramers (1996), Verschueren (1996) en De Grote Prisma (1997) hebben zooitje niet opgenomen, Koenen (1999) en de Nieuwe Spellinggids (derde druk, 1997) wel. Zootje is wel overal opgenomen en lijkt dus gebruikelijker te zijn.

Beide vormen zijn dus goed; welke vorm iemand gebruikt, hangt onder meer samen met regionale variatie en persoonlijke voorkeur.

600(-)MHz(-)processor

? Tussen grootheden en eenheden komt een spatie: 220 V, 600 MHz. Maar hoe schrijf je samenstellingen met dit soort constructies, zoals 220(-)V(-)spanning, 600(-)MHz(-) processor, etc.?

 

! In dit soort samenstellingen kunnen het getal en de eenheid het best aan elkaar vast worden geschreven: 220V-spanning, 600MHz-processor, 30km-zone, etc.

Een officiële regel voor dit soort samenstellingen is er niet. In het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal is wél een regel te vinden die zegt dat samenstellingen met een afkorting, cijfer, symbool of letteraanduiding een streepje krijgen; bijvoorbeeld: 80-jarige, top-100, kleuren-tv, @-teken en vwo-3-leerling. Er worden geen voorbeelden gegeven van samenstellingen met getallen en eenheden, maar in de woordenlijst van de Spellingwijzer staat wel het voorbeeld 8mm-camera.

Het enige naslagwerk dat expliciet op deze kwestie ingaat, is de Woordwijzer, een uitgave van het Nederlands Normalisatie-instituut en het Belgisch Instituut voor Normalisatie. Dit boek geeft de regel dat in samenstellingen met cijfers, tekens, letters of lettercombinaties waarvan het eerste deel uit twee delen bestaat, dit deel aaneen wordt geschreven: 10MHz-generator, 64kbit-geheugen. Voor deze schrijfwijze is veel te zeggen. Eenheden als MHz, V en km zijn namelijk geen echte afkortingen, maar internationaal erkende symbolen, die te vergelijken zijn met bijvoorbeeld het graden- en procentteken. Het ligt dan ook voor de hand ze op dezelfde wijze te behandelen. Dus: 5%-regeling, 30°-grens, 220V-spanning, 500°C-thermometer.

Overigens geldt voor deze samenstellingen hetzelfde als voor andere samenstellingen: als het de leesbaarheid ten goede komt, mogen ze van een koppelteken worden voorzien; dus 600-MHz-processor en 30-km-gebied. En ten slotte zijn er gevallen voorstelbaar waarin omwille van de leesbaarheid de eenheid beter voluit kan worden geschreven, zoals 1,5-literpak.

Maandagnacht

? Is maandagnacht de nacht van zondag op maandag of de nacht van maandag op dinsdag?

 

! Volgens onze tijdrekening begint een nieuwe dag om 12 uur 's nachts. Op zondag om 12 uur 's nachts houdt de zondag dus op en begint de maandag. Het lijkt logisch om de periode die op dat moment begint en tot 6 uur 's ochtends duurt, maandagnacht te noemen. De praktijk is echter anders: deze periode wordt juist zondagnacht genoemd, terwijl maandagnacht de nacht van maandag op dinsdag is. In Van Dale (1999) staat onder het lemma nacht vermeld: ‘de nacht van dinsdag op woensdag, dinsdagnacht’. Waarschijnlijk wordt de nacht door de meesten beschouwd als de afsluiting van de dag, terwijl voor hun gevoel de volgende dag pas 's ochtends vroeg aanbreekt. Vanuit die redenering is het niet gek dat maandagnacht wordt geïnterpreteerd als ‘de nacht na maandag’.

Bij gister(en)nacht is de betekenis minder duidelijk: voor sommigen is dit de nacht na gisteren (= afgelopen nacht), maar voor anderen juist de nacht van eergisteren op gisteren. Uiteraard is ook vannacht dubbelzinnig, maar daarbij kunnen we uit de context of de gebruikte werkwoordstijd wel afleiden welke betekenis er bedoeld is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken