Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 69 (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 69
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 69Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 69

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 69

(2000)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 313]
[p. 313]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Midden de mensen

? In België is de Christelijke Volkspartij (CVP) dit jaar een verkiezingsprogramma begonnen met als motto ‘Midden de mensen’. Hierin is midden als voorzetsel gebruikt. Kan dat wel?

 

! Het gebruik van midden als voorzetsel is geen Standaardnederlands. De taaladviesboeken die op deze kwestie ingaan, zoals het Woordenboek voor correct taalgebruik (1994), omschrijven het als een voorbeeld van Vlaams taalgebruik dat beter door een andere formulering kan worden vervangen. In ‘midden de mensen’ is te midden van of onder beter; in andere toepassingen, zoals ‘midden het polderlandschap’ en ‘midden de vloer’, is het beter om bijvoorbeeld midden in, midden op of in het midden van te gebruiken.

Uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) valt een verklaring voor het ontstaan van het ‘voorzetsel’ midden af te leiden. Als bijwoord kan midden van oudsher met andere voorzetsels worden gecombineerd (‘midden in het dorp’, ‘midden op het plein’), en vroeger kon het op vergelijkbare wijze met een tweede naamval voorkomen: ‘midden zijner vrienden’ (‘te midden van zijn vrienden’). Maar in bepaalde combinaties, zoals ‘midden krijghvyanden’ (uit een gedicht van de zestiende-eeuwse dichter Karel van Mander), werd deze tweede naamval niet meer herkend. Hierdoor ging men midden als apart voorzetsel interpreteren. In Nederland komt dit gebruik volgens de naslagwerken niet (meer) voor, maar ook de gemiddelde Vlaming vindt het - in weerwil van wat de adviesboeken beweren - op z'n minst ongebruikelijk.

Verrade(r)lijk

? Op televisie zag ik de waarschuwing ‘Mist: verraderlijk’. Is hier niet verradelijk zonder r bedoeld; het woord is toch afgeleid van het werkwoord verraden?

 

! Verraderlijk (mét een r, afgeleid van verrader) is de juiste schrijfwijze. De vorm verradelijk is verouderd; Van Dale (1999) vermeldt hem nog wel, maar verwijst naar verraderlijk. Spellinggidsen als het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal geven alleen verraderlijk.

Als woordvorm zijn verraderlijk en verradelijk beide mogelijk. Het achtervoegsel -lijk kan geplaatst worden achter werkwoordsstammen (verfoei(en) - verfoeilijk; bespot(ten) - bespottelijk), zelfstandige naamwoorden (god - goddelijk; burger - burgerlijk; nadruk - nadrukkelijk) en bijvoeglijke naamwoorden (bang - bangelijk; ziek - ziekelijk; open - openlijk). Verraderlijk is afgeleid van het zelfstandig naamwoord verrader, en verradelijk ofwel van het werkwoord verraden of van het zelfstandig naamwoord verraad.

In ouder Nederlands werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de vorm mét en die zónder r: verraderlijk was gereserveerd voor personen, terwijl verradelijk op zaken betrekking had. In de loop der eeuwen heeft de vorm met r de andere vorm verdrongen, onder meer doordat de betekenissen sterk op elkaar leken. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt beide vormen nog wel, maar noemt verradelijk ‘verouderd’ (bedoeld is: verouderd in het Nederlands van voor 1921). Bij verradelijk én verraderlijk geeft het WNT de aloude betekenissen ‘trouweloos, ontrouw, bedrieglijk, vals’. Maar als het gaat om de betrekkelijk nieuwe betekenis ‘gevaarlijk’, zoals in het voorbeeld met mist, is volgens het WNT alleen verraderlijk mogelijk, of het nu op personen of op zaken wordt toegepast. Kennelijk was verradelijk al verdrongen toen deze betekenis in opkomst kwam.

Bedacht/verdacht op

? ‘Hij was er niet op verdacht’: moet verdacht niet bedacht zijn?

 

! Nee, beide vormen zijn juist, maar bedacht zijn op klinkt voor de meeste mensen waarschijnlijk vertrouwder. De versie met bedacht heeft bovendien een ruimer toepassingsgebied dan die met verdacht. Beide kunnen gebruikt worden in de betekenis ‘voorbereid zijn op’; Van Dale (1999) geeft onder andere de voorbeelden ‘hij is op alles bedacht’ en ‘dat gebeurt juist als je er niet op verdacht bent’. Bedacht zijn op heeft daarnaast de betekenis ‘het voornemen hebben, eropuit zijn’, zoals in ‘op voordeel bedacht zijn’.

Uit citaten in het Woordenboek der Nederlandsche Taal en het Middelnederlandsch Woordenboek blijkt dat beide vormen al eeuwenlang naast elkaar voorkomen. Wel werd in het Middelnederlands bedacht niet met op gecombineerd, maar met in of met, en werd het voornamelijk gebruikt in de betekenis ‘zich toeleggen op, zich bezighouden met’; ook kon het met een bijzin voorkomen in de betekenis ‘eropuit zijn’. Tegenwoordig komt verdacht zijn op voornamelijk nog in spreektaal voor, aldus de woordenboeken; bedacht zijn op is de schrijftaalvariant geworden. Op internet komt bedacht zijn op enkele malen zoveel voor als verdacht zijn op.

Toost/toast

? Kun je een toast op iemand uitbrengen, of moet het in dat geval toost zijn?

 

! De woorden toast en toost zijn in alle betekenissen spellingvarianten van elkaar. De driedelige Van Dale vermeldt weliswaar alleen toast, maar het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal vermelden beide varianten. Je kunt dus zowel een toast als een toost op iemand uitbrengen, en evenzo kun je zowel toast met jam als toost met jam eten. Ook de verkleinvorm toostje/toastje en het werkwoord toasten/toosten kennen twee schrijfwijzen. In de praktijk zal toast(je) meestal worden gebruikt om geroosterd brood aan te duiden, en zal toost(en) eerder associaties oproepen met het uitbrengen van een heildronk.

Toost is de vernederlandste spelling van het Engelse woord toast, dat via het Frans (toster ‘roosteren’) ontleend is aan het Latijn (tostum ‘geroosterd’, van torrere ‘roosteren’). In het Nederlands is dit woord twee keer aan het Engels ontleend: eerst in de betekenis ‘geroosterd brood’, later in de betekenis ‘heildronk’. De tweede betekenis is in het Engels van de eerste afgeleid, wat zijn verklaring vindt in de aloude gewoonte om toast in allerlei dranken te soppen, ook bijvoorbeeld in wijn. Zo kon toast ook ‘alcoholische drank met gekruid geroosterd brood erin’ gaan aanduiden en nog later ‘heildronk’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken