Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tabu. Jaargang 1 (1970-1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tabu. Jaargang 1
Afbeelding van Tabu. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Tabu. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tabu. Jaargang 1

(1970-1971)– [tijdschrift] Tabu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

[Nummer 4]

Psycholinguisties onderzoek naar het foneem schwa.

Wie op het gebied van de fonologie van het Nederlands met elkaar vergelijkt ‘Foniek’ (v.d. Berg, 1960) en ‘Fonologie van het Nederlands en het Fries’ (Cohen e.a., 1961) zal opmerken dat de auteurs tot verschillende opvattingen over het foneem schwa komen.

Van den Berg spreekt bij de ‘u’ van put en de ‘e’ van de van één foneem, Cohen daarentegen neemt hier twee verschillende fonemen aan.

 

De argumenten van Van den Berg zijn, dat de ‘e’ van de en de ‘u’ van put in timbre niet van elkaar verschillen, en nooit in oppositie tot elkaar staan. De fonemen /ε/ en /Λ/ in pet en put staan wel in oppositie tot elkaar en worden daarom van elkaar onderscheiden.

 

Wat het argument van de oppositie betreft voeren Cohen en de zijnen enkele tegenvoorbeelden aan:

/k'αtərəχ/ katterig - /k'αtərΛχ/ katterug
/t'ebəs/ Thebe's - /t'ebΛs/ theebus
/n'avəl/ navel - /n'avΛl/ navul

‘In deze gevallen’ aldus Cohen, ‘is het verschil voor iedere Nederlander in de praktijk onmiddellijk duidelijk, en daarom zijn wij verplicht de twee fonemen in onze beschrijving gescheiden te houden’.

 

Van den Berg en Cohen staan in hun respectievelijke opvattingen niet alleen. Maar de auteurs die het probleem aansneden, benaderden het allemaal vanuit de z.g. traditionele fonologie, ook wel autonome fonologie genoemd.

 

De autonome fonologie stelt dat er één afzonderlijk fonologies niveau is, dat in totale onafhankelijkheid het foneties niveau moet karakteriseren; vandaar de term ‘autonoom’.

Met andere woorden als men op het fonologies niveau een aantal fonemen aanneemt, dan moeten het aantal en het karakter van de fonemen een-één-op-één-relatie vertonen met het aantal en het karakter van de klanken op foneties niveau.

Namelijk zo:

  /m̱ ε̱ ṉ/ fonologies
  [m̱̍ ε̱̍ ṉ̍] foneties
Maar niet: /m̱ ε̱ ṉ/ fonologies
  /m̱ ə̱ ṉ/ foneties
En ook niet: /m̱ ε̱ ṉ/ fonologies
  [m̱ ε̱ ṉ t] foneties

[pagina 41]
[p. 41]

Omdat men binnen het kader van de autonome fonologie voor het reeds genoemde probleem kennelijk geen oplossing heeft kunnen bereiken, hebben de heer Campbell van het psychologies instituut en ik gemeend, dat vanuit de generatieve fonologie misschien een meer bevredigende beschrijving gegeven zou kunnen worden.

 

De generatieve fonologie verschilt op een aantal punten van de autonome fonologie.

In de eerste plaats deelt zij woorden niet op in als fonemen te beschouwen segmenten fonemen, maar in systematiese fonemen.

Het systematies fonologies niveau ligt a.h.w. ‘boven’ het fonologies niveau; het is ongeveer te vergelijken met het morfofonologies niveau uit de traditionele fonologie. Dit houdt in dat de generatieve fonologie een foneem altijd in samenhang ziet met de onmiddellijk voorafgaande en de onmiddellijk volgende fonemen, omdat de fonetiese vorm afhankelijk is van de kontekst waarin het verschijnt. Dit begrip, ‘kontekst’ kan men ook ruimer interpreteren en dan omvat het tevens de woordsoort, het aantal lettergrepen waaruit een woord bestaat, de plaats en de funktie van de lettergrepen binnen een woord (stam, suffix, enz.), de plaats van het woordaksent. Inderdaad houdt de generatieve fonologie met al deze dingen rekening, en dat is dan een tweede verschilpunt met de autonome fonologie.

 

De generatieve fonologie gaat uit van de systematies fonetiese representatie en vergelijkt deze met de systematies fonologiese representatie. Wanneer zich verschillen voordoen tracht zij regels op te stellen die deze ‘veranderingen’ beschrijven. Op die manier willen de heer Campbell en ik proberen de regels op te stellen die het optreden van de /ə/ binnen zijn konteksten specificeren.

 

Deze regels hebben we inmiddels gevonden. Ze geven o.a. te zien dat niet elke ‘ə’ op het systematies foneties niveau binnen een bepaalde kontekst korrespondeert met een ‘u’ op het systematies fonologies niveau binnen dezelfde kontekst. Daarbij wil ik er nadrukkelijk op wijzen dat ik met de ‘u’ niet het spellingsteken bedoel, maar een abstraktum op het systematies fonologies niveau. Dit niveau is te vergelijken met de dieptestruktuur van een zin.

 

De volgende stap is - en daar zijn we druk mee bezig - de psychologiese realiteit van deze regels te toetsen aan de hand van een eksperiment. De bedoeling van dit eksperiment is na te gaan of de regels, die wij hebben toegepast, ook inderdaad door proefpersonen bevestigd worden. Graag zou ik met een aantal voorbeelden de methode en aard van het eksperiment nader uiteenzetten, maar als het een waardevolle toets wil zijn, mag ik daarover niets meer meedelen, aangezien ik de proefpersonen onder Neerlandici van ons instituut hoop te vinden.

Rest mij nog mee te delen, dat alle notaties die hier voorkomen zijn overgenomen uit Cohen.

 

M.L. Joustra-de Boer

Literatuur:

B. van den Berg: Foniek (1960)
A. Cohen e.a.: Fonologie van het Nederlands en het Fries (1961)
Paul M. Postal: Aspects of Phonological Theory (1968)
N. Chomsky: Current Issues in Linguistic Theory (1964)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • M.L. Joustra-de Boer


taalkunde

  • Klanken (fonologie)

  • Taalverwerving / Psycholinguïstiek