Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tabu. Jaargang 11 (1980-1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tabu. Jaargang 11
Afbeelding van Tabu. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Tabu. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tabu. Jaargang 11

(1980-1981)– [tijdschrift] Tabu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 50]
[p. 50]

[Nummer 3]

Tijdsdiagrammen en Nederlandse tempora
Marijke van der Meer - van den Berg

In een aantal artikelen heeft Rigter (1980a, 1980b, 1980c) een voorstel gedaan voor een theorie van tempusselektie. In deze theorie relateert hij buitentalige informatie aan de juiste distributie van de tempora in het Engels. Rigter werkt met tijdsdiagrammen die gebaseerd zijn op Reichenbach (1947). Hij heeft Reichenbach's theorie enigszins aangepast. De verschillen tussen de beide theorieën zal ik hier niet benadrukken.

Ik zal eerst tonen hoe Rigter's theorie werkt voor het Engels. Laten we eens kijken naar voorbeeld (1).

(1) illustratie x = WE BE HUNGRY


illustratie

In voorbeeld (1) ziet u een tijdsdiagram. In dit tijdsdiagram geeft de horizontale band tijd aan. Het segment P komt overeen met present oftewel heden. Links van P vinden we het verleden, rechts van P de toekomst. Fx geeft het tijdssegment aan dat in het fokus van de aandacht van de spreker ligt. In voorbeeld (1) ligt het fokus op het heden: Fx is gelijktijdig met P. Tx geeft de tijd weer waarop een toestand of gebeurtenis x zich voordoet. In voorbeeld (1) ligt Tx, de tijd van x, in het heden. Rechts van het tijdsdiagram zien we dat x de referent is van de tempusloze propositie WE BE HUNGRY.

Rigter (1980a) heeft een regelsysteem voor de selektie van de tempora in het Engels ontwikkeld dat gevoelig is voor de onderlinge relatie van P, Fx en Tx. In voorbeeld (2) vindt u dit regelsysteem in een vereenvoudigde vorm.

(2) (a) If Fx is +anterior to P, select a +PAST
  If Fx is -anterior to P, select a -PAST
  (b) If Txis +(partially) anterior to Fx, select a Perfect
  If Tx is -(partially) anterior to Fx, do not select a Perfect

Voor +anterior zal ik verder ‘links van’ gebruiken omdat deze terminologie eenvoudiger is. Een voorbeeld van de struktuur waarin de geselekteerde vormen worden ingevuld, vindt u in (3).



illustratie

Onder de NP wordt het onderwerp van de tempusloze propositie ingevuld. Recht onder S vinden we een tempuspredikaat dat de relatie tussen Fx en P weergeeft. Als we even terugkijken naar (2), zien we dat regel (2) hier van toepassing is.

[pagina 51]
[p. 51]

Onder de NP wordt het onderwerp van de tempusloze propositie ingevuld. Recht onder S vinden we een tempuspredikaat dat de relatie tussen Fx en P weergeeft. Als we even terugkijken naar (2), zien we dat regel (2a) hier van toepassing is. Aangezien Fx in (1) niet links van P ligt selekteren we volgens deze regel -PAST, Dit resulteert in (4).



illustratie

De hoogste VP van de struktuur geeft de relatie tussen Tx en Fx weer. Dit is het tweede tempuspredikaat. Regel (2b) is hier van toepassing. In (1) ligt Tx niet links van Fx. We selekteren daarom geen Perfect. De hoogste VP wordt niet ingevuld en vervalt. De laagste VP wordt bezet door de tempusloze werkwoordskonstruktie BE HUNGY. Dit resulteert in (5).



illustratie

Bij een tijdsdiagram als dat in (1) sel selekteert het Engels een simple present tense. De oppervlaktestruktuur wordt de zin in (6)

(6) We are hungry

Wanneer de buitentalige informatie tot een andere relatie tussen P, Fx en Tx in het tijdsdiagram leidt, kan er een andere tempusselektie optreden. Hieronder volgen enige tijdsdiagrammen. De bijbehorende tempora vindt u rechts van de diagrammen. De regels in (2) kunnen worden gebruikt om de gegevens te kontroleren.

(7) illustratie x = BE HUNGRY
surface tense: had been
(past perfect)
(8) illustratie x = CHARLES STAY HERE
surface tense: stayed
(simple past)
(9) illustratie x = HE TRAVEL
surface tense: has travelled
(present perfect)
(10) illustratie x = MARY KNOW IT FOR A WEEK (NOW)
surface tense: has known
(present perfect)

Een adverbiaal die een tijdsduur aangeeft, is verplicht wanneer Tx links van Fx begint en tot in Fx doorloopt. In (10) is dit tijdsadverbiaal for a week.

Indien de tempusselektieregels in (2) enigszins worden gewijzigd, is Rigter's theorie ook toepasbaar op het Nederlands. In de nuvolgende diskussie beperk ik me tot enkelvoudige finiete zinnen in de aantonende wijs.

[pagina 52]
[p. 52]

De konceptualisering in (2), waar de gebeurtenis Tx en het fokus Fx gelijktijdig zijn met het heden, verlangt een onvoltooid tegenwoordige tijd. Evenals in het Engels wordt hier een -PAST en geen perfectum geselekteerd.

Konceptualiseringen als die in (7) verlangen een voltooid verleden tijd. Een voltooid verleden tijd wordt verkregen door kombinatie van een +PAST en een perfectum, hetgeen ook het geval was voor de korresponderende Engelse zin.

Wanneer we naar de Nederlandse equivalent van (10) kijken, blijkt dat het tempusgebruik in het Nederlands hier verschilt van het Engelse tempusgebruik. Bij een konceptualisering als die in (10) selekteert het Nederlands een onvoltooid tegenwoordige tijd, terwijl het Engels hier een presentperfect selekteert. Het Engelse regelsysteem is kennelijk gevoelig voor dat deel van Fx dat in (10) links van P ligt, en selekteert daarom een perfect, terwijl het Nederlandse regelsysteem juist gevoelig is voor dat deel van Fx dat in (10) niet links van P ligt. Het Nederlands selekteert daarom geen perfectum. Beide talen selekteren overigens wel een -PAST in het hoogste tempuspredikaat.

Als tempusselektieregels voor het Nederlands stel ik de regels in (11) voor.

(11) (a) Als Fx links van P ligt, selekteer +PAST
  Als Fx niet links van P ligt, selekteer -PAST
  (b) Als Tx geheel links van Fx ligt, selekteer een Perfectum
  Als Tx niet geheel links van Fx ligt, selekteer geen Perfectum

Dit regelsysteem voorspelt dat we in het Nederlands bij een konceptualisering als die in (9) een voltooide tegenwoordige tijd gebruiken en dat we bij een konceptualisering als die in (8) een onvoltooid verleden tijd gebruiken.

Het tijdsdiagram dat de onvoltooid verleden tijd weergeeft verschilt van het tijdsdiagram dat de voltooid tegenwoordige tijd representeert. Zowel Ebeling (1962) als Kirsner (1969, 1976) benadrukken dat er een verschil bestaat tussen deze twee tempora. Volgens hen heeft de voltooid tegenwoordige tijd relevantie voor het heden en is dit voor de onvoltooid verleden tijd niet het geval. In de bovengeschetste theorie komt dit verschil duidelijk tot uiting. In de tijdsdiagram in (9) wordt relevantie voor het heden weergegeven, doordat Fx gelijktijdig is met P. In dit diagram is relevantie voor het heden dus afleesbaar door het samenvallen van Fx en P. In het tijdsdiagram voor de onvoltooid verleden tijd dat u in (8) vindt, is er geen sprake van relevantie voor het heden. Het fokus van de aandacht van de spreker, Fx, ligt hier in het verleden.

Een onderwerp dat verwant is aan het gebruik van de tempora is het gebruik van tijdsadverbialen. Ik wil hier twee soorten adverbialen behandelen. Dit zijn de zogenaamde DTW of definite time when adverbialen en de ITW of indefinite time when adverbialen. In (12) vindt u enkele voorbeelden van deze adverbialen.

(12) DTW adverbialen: nu, gisteren, de dag daarvoor, op vrijdag.
  ITW adverbialen: altijd, vaak, onlangs, (zie ook Rigter (1980a: 416))

In het Engels is het gebruik van deze adverbialen aan enige beperkingen onderhevig. Een DTW adverbiaal die naar het verleden verwijst, kan wel met een simple past tense samengaan, maar niet met een present perfect. Een ITW adverbiaal die naar het verleden verwijst, kan daarentegen juist wel met een present perfect samengaan.

In het Nederlands kunnen deze twee types adverbialen, die beide naar het verleden verwijzen, zowel met een voltooid tegenwoordige tijd als met een onvoltooid verleden tijd samengaan. Het Nederlands kent hier geen beper-

[pagina 53]
[p. 53]

kende regel zoals het Engels.

Als gevolg hiervan zien we het volgende verschijnsel optreden. Wanneer een Nederlands zinsdeel dat een DTW adverbiaal bevat die naar het verleden verwijst, in het Engels wordt vertaald, krijgen we altijd een simple past tense. Dit komt omdat een DTW adverbiaal die naar het verleden verwijst in het Engels wel met een simple past, en niet met een present perfect kan samengaan. Vertalen we dit Engelse zinsdeel terug naar het Nederlands, dan kunnen we zowel een onvoltooid verleden tijd als een voltooid tegenwoordige tijd krijgen. Een voorbeeld vindt u in (13) en (14).

(13)   Charles stayed here last summer
(14) (a) Charles logeerde hier vorige zomer
  (b) Charles heeft hier vorige zomer gelogeerd

Van de twee tempora in (14) heeft alleen (14a) dezelfde buitentalige representatie in de vorm van een tijdsdiagram als (13). Het tijdsdiagram van (13) en (14a) is het diagram in (8). Het tijdsdiagram van (14b) vindt u in (9).

Met deze schets hoop ik een indikatie te hebben gegeven dat de mogelijkheid duidelijk in zicht is om de representatie van konceptualiseringen van tijdsrelaties door middel van ekspliciete regels in oppervlakte distributies van tempora te vertalen. Als dit mogelijk is voor het Engels én het Nederlands, kunnen we aldus de vertaling tussen Nederlands en Engels ekspliciet beregelen via de aan de te vertalen uiting ten grondslag liggende konceptua1isering.

 

* Ik dank Bob Rigter voor zijn kommentaar op een eerste versie van dit artikel.

Bibliografie

Ebeling, C.L. (1962), ‘A Semantic Analysis of the Dutch Tenses’, Lingua 11: 86-99.
Kirsner, R.S. (1969), ‘The Role of Zullen in the Grammar of Modern Standard Dutch’, Lingua 24: 101-154.
Kirsner, R.S. (1976), ‘De Rol van de Direkte Vergelijking van het Nederlands en het Engelse Tijdssysteem bij het Onderwijs aan Engelstaligen’ in Verslag van het Vijfde Colloquium van Hoogleraren en Lectoren in de Neerlandistiek aan Buitenlandse Universiteiten, 's Gravenhage-Gent, 171-187.
Reichenbach, H. (1947), Elements of Symbolic Logic, New York, Macmillan, Free Press Paperback.
Rigter, G.H. (1980a), ‘Time Diagrams and Rules for Tense and Perfect in English’ in W. Zonneveld and S. Weerman, eds., Linguistics in the Netherlands 1977-1979: 411-458.
Rigter, G.H. (1980b), ‘States, Events, and the Use of Tense and Perfect in English’ in S. Daalder and M. Gerritsen, eds, Linguistics in the Netherlands 1980: 214-224.
Rigter, G.H. (1980c), ‘Toestanden in de Beregeling van de Engelse Tempora’, GLOT 3: 135-151.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Marijke van der Meer-van den Berg


taalkunde

  • Zinnen (syntaxis)

  • Betekenis (semantiek)