Koen Bauwens studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde (Nederlands-Duits) aan de Universiteit Gent en Radio- en tv-journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel. Hij werkte ruim vier jaar als leerkracht. Gedichten van zijn hand werden opgenomen in de bloemlezing Op het oog: 21 dichters voor de 21ste eeuw (2005, Uitgeverij P) en in de literaire tijdschriften en er is en Deus Ex Machina. Ook op blue-turns-grey.nl is poëzie van hem te vinden.
Yvan de Maesschalck studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent. Was leraar aan de Europese school van Brussel. Schrijft opstellen en recensies in diverse tijdschriften. Publiceerde samen met Herman Henderickx Naakt en wit, een ademende steen (2003), een thematisch overzicht van de naoorlogse Nederlandse poëzie. Heeft bijzondere belangstelling voor het werk van Cyriel Buysse en voor de Reynaert.
Willy Feliers is oud-ambtenaar. Hij heeft grote belangstelling voor literatuur en beeldende kunst, speciaal voor grafiek. Specialisatie in ex libris, die hij bestudeert en verzamelt. Hij publiceerde in het ex-libristijdschrift Graphia (Boekmerk), Ulieden Spiegel en was jarenlang de vaste grafiekspecialist in Tiecelijn. Hij was redacteur van de catalogus Reynaert de vos in prent en exlibris (1996) en publiceerde twee bijdragen in het tweede jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap, De vos en het lijsternest.
Mark Nieuwenhuis studeerde Spaanse taal- en letterkunde in Utrecht, met als afstudeerrichting middeleeuwse studies, en Latijnse taal en cultuur in Amsterdam (UvA). Is leraar Latijn en KCV aan I.S.G. Arcus in Lelystad en daarnaast vertaler van Latijnse teksten. Hij is vooral geïnteresseerd in de Latijnse literatuur van de twaalfde en dertiende eeuw, met name teksten over dieren (de Ysengrimus!), epische en lyrische poëzie.
Joris Reynaert studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent. Promoveerde in 1976 op een dissertatie over De beeldspraak van Hadewijch. Publiceerde vooral over middeleeuwse mystieke literatuur (Hadewijch en Ruusbroec), lyriek (het Gruuthusehandschrift) en de relatie tussen literatuur en ethiek. Is sinds 2008 gepensioneerd hoogleraar.
Filip Reyniers studeerde geschiedenis aan de KU Leuven. Hij is directeur van IPIS, een onderzoeksinstituut voor vrede en ontwikkeling in Sub-Sahara Afrika. Hij publiceerde het essay ‘Wastine tussen twee steden’ over de identiteit van het Land van Waas en heeft een bijzondere belangstelling voor de geschiedenis van de vroege middeleeuwen.
Hans Rijns studeerde in 1999 af als historisch letterkundige aan de Universiteit Utrecht op het onderwerp ‘Obscene en scabreuze dubbelzinnigheden in Van den vos Reynaerde’. In 2007 publiceerde hij de diplomatische en synoptische editie De gedrukte Nederlandse Reynaerttraditie (1479-1700).
Stefaan Sercu (Roeselare 1963) is een man met een handicap die probeert te leven met licht in de ogen en met warmte in het hart. Hij woont in Oostende. Hij geeft lezingen, hij begeleidt mensen in moeilijkheden, en hij schrijft.
Frank Teirlinck (1958), godsdienstleraar en heemkundige, is de archivaris van het August De Boeckcomité. Al sinds zijn jeugd heeft hij een bijzondere interesse voor de Vlaamse muziek, in het bijzonder voor die van August de Boeck. Hij is de auteur van een tentoonstellingscatalogus over August
[p. 332]
de Boeck (1987), van een biografie van de Brusselse kathedraalorganist: Edward Teirlinck (1921-1971): Een leven in dienst van de muziek. (2005). Samen met Jozef de Beenhouwer zorgde hij in 2012 voor de eindredactie van de monografie August De Boeck 1865-1937. Componist. Hij schreef diverse artikels over de monastieke geschiedenis, het monastiek leven en in het bijzonder over de abdij Affligem.
Rik van Daele is directeur Cultuur van de stad Sint-Niklaas. Hij promoveerde in 1992 aan de KU Leuven op een dissertatie over Van den vos Reynaerde. Functie van de ruimtelijke elementen en de naamgeving. Publiceerde diverse boeken en artikelen over de Reynaertnaleving en een Reynaertvertaling.
Baudouin van den Abeele (Gent 1961) promoveerde op een dissertatie over Les traités de fauconnerie latins du Moyen Age en deed onder andere onderzoek naar de verspreiding van middeleeuwse encylopedieën en de ornithologie in de renaissance. Hij doceert paleografie en wetenschapsgeschiedenis aan de Université catholique de Louvain (UCL), leidt de Bibliotheca Cynegetica en is editeur van Reinardus.
Christl van den Broucke is medewerker kunsten in cultuurcentrum Ter Vesten in Beveren. Zij studeerde Keramiek aan Sint-Lukas Gent en ontwikkelde via deze specialisatie een grote interesse voor de Chinese cultuur.
Gert-Jan van Dijk ('s-Hertogenbosch 1963) promoveerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op het proefschrift Fables in Archaic, Classical, and Hellenistic Greek Literature. With a Study of the Theory and Terminology of the Genre (Leiden, Brill, 1997). Aan het gerenommeerde Consejo Superior de Investigaciones Científicas te Madrid werkte hij jarenlang intensief samen met prof. dr. F. Rodríguez Adrados (History of the Graeco-Latin Fable, I-III, Leiden, Brill, 1999, 2000, 2003). Daarnaast gaf hij tientallen lezingen in binnen- en buitenland en schreef hij een groot aantal artikelen in verschillende tijdschriften en boeken. Momenteel bereidt hij een nieuw fabelboek voor.
Walter Verniers (oKinshasa 1958) studeerde Germaanse filologie Duits/Nederlands aan de UGent. Hij werd leraar aan diverse scholen in het Gentse en is momenteel directeur van het Emmaüsinstituut (Bovenbouw) in Aalter. Hij is auteur van de Reynaerthertaling die in 2012 door het Reynaertgenootschap werd uitgegeven.
Vormgeefster
Lies Van Gasse (1983) studeerde illustratieve vormgeving aan Sint-Lucas in Antwerpen en schilderkunst aan de Accademia di Brera in Milaan. In 2008 verscheen bij uitgeverij Wereldbibliotheek (Amsterdam) haar debuutbundel Hetzelfde gedicht steeds weer, in 2010 de beeldroman Sylvia, in 2011 haar tweede dichtbundel Brak de Waterdrager en het beeldgedicht Waterdicht (met Peter Theunynck) en in 2012 Wenteling. Zij ontwierp de lay-out en de coverillustraties van de zes reeds verschenen Tiecelijnjaarboeken.