Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18

(1899)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 136]
[p. 136]

Spijkers op laag water zoeken.

Van Dale geeft van deze uitdrukking drie beteekenissen op, nl.: vitten, onbeduidende gronden aanvoeren en iets voorwenden, om iets te verbergen, dat niet goed is. Mij schijnt het juister ze weer te geven met: vitten, om zich, zooveel als mogelijk is, uit een moeilijkheid te redden.

Maakt men bij een beoordeeling van iets aanmerking op het minste of geringste, dan zal dat vitten worden genoemd; heeft men echter iets bv. in zijn geheel afgekeurd, kan men dat oordeel tegen de verdediging niet volhouden en zoekt men zijn heil in vitterijen, dan zal dát vitten worden genoemd: spijkers op laag water zoeken; op een dergelijk geval zal van Dales tweede beteekenis slaan. Zoo ook, wanneer men met iets, waarmee een ander geslaagd is, ongelukkig is geweest en men zijn figuur eenigszins tracht te redden door aanmerkingen van weinig of geen waarde op des anderen werk.

Dr. Kluyver is zoo vriendelijk geweest mij de eenige zich in het apparaat van het Woordenboek bevindende plaats mee te deelen; ze komt voor in P. van Limburg Brouwer, Het Leesgezelschap te Diepenbeek, hoofdstuk I. De kapitein is in een moeilijke positie; is de nieuwe mast klaar, dan moet hij vertrekken en - hij wil graag blijven; hij maakt nu aanmerkingen op elken mast, die hem wordt aangeboden; de stuurman echter begrijpt wel, dat het niets anders is dan ‘spijkers op laag water zoeken’. Hier is van Dales derde beteekenis van kracht mits men de woorden, dat niet goed is, late wegvallen.

Voor in een moeilijke positie verkeeren, aan den grond zitten, heeft het Engelsch: to be at low water (Conan Doyle, The sign of four, Penny library pag. 7 o.a.,) en ook bij Harrebomée vinden we: het is laag water (waarbij Van Lennep, Zeem. Wdb. voegt aan boord) en hij komt op laag water.

Harrebomée geeft ook op een uitdrukking, die moeilijk een

[pagina 137]
[p. 137]

andere beteekenis kan gehad hebben dan nu ons spijkers op laag water zoeken, nl.: Als het huis verbrand is, wil men de schade inhalen met de spijkers op te rapen.

Den afstand tusschen spijkers oprapen en spijkers zoeken zal wel niemand groot achten.

Wat kon nu licht gebeuren? dit, dat men als het huis verbrand is verving door het gelijkwaardige als men op laag water is of eenvoudig door op laag water. In op laag water zoekt men spijkers, of bv. ja, men zoekt spijkers, - op laag water (vgl. voor de woordschikking ja, een kat maakt vreemde sprongen, - in de benauwdheid) kon de bepaling van gesteldheid licht opgevat worden als de plaatsbepaling bij zoeken. Aanleiding tot die vervanging kan vooral gelegen zijn daarin, dat hij is op laag water en hij zoekt spijkers hetzelfde onderwerp hebben. Iemand, die zijn voorzin, onder invloed van de gedachte aan den slotzin, heeft opgezet met: nu hij zou van voor af moeten beginnen met: nu zijn huis of zich moeten redden met een andere uitdrukking waarvan hij subject kan zijn; het zich redden ligt, zeker, meer in den aard der sprekers dan het op nieuw beginnen.

 

Leiden.

a. hendriks.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Anthonie Hendriks


taalkunde

  • Woorden (lexicografie)

  • Betekenis (semantiek)

  • Etymologie

  • Historische taalkunde