Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18
Toon afbeeldingen van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,60 MB)

XML (0,81 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18

(1899)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Klezoor (klisoor).

Dus heet het afgeslagen stuk van een baksteen dat de metselaar bezigt tot het bekomen van een deugdelijk verband; hij onderscheidt, naar vorm en grootte, nog klezoren, klisklezoren, drieklezoren. De oorsprong van dit stellig onnederlandsche woord is tot nog toe niet aangewezen; mij komt het voor niet anders te zijn dan fra. closoir (ook clausoir): ‘Pierre qui achève une voûte, un mur, en remplissant le dernier espace qui restait vide’ (hatzf.-darmest. 453b). Verg. gelijkbet. eng. closer, ‘the last stone in an horizontal course, but of less size than the others, or a piece of brick finishing a course’ (webster; verg. murray 2, 519 c). In: ‘clisooren (in een muur) houwen oft maken’ bij stallaert 2, 77a weet ik het woord hiermede echter nog niet te verklaren. Kennelijk afgeleide beteekenissen van het woord (steen op zijn kant; groote portie) laat ik hier onbesproken.

a. beets.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Adriaan Beets


taalkunde

  • Woorden (lexicografie)

  • Historische taalkunde

  • Etymologie

  • Betekenis (semantiek)