Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (3.07 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 21

(1902)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Waldensine, waldandsini.

In mijn opstel over WaltowahsoGa naar voetnoot1) noemde ik de Friesche bijvormen waldensine, waldandsini zonderling. Thans geloof ik eene aannemelijke verklaring van walden- te kunnen geven.

In bedoeld opstel werd reeds opgemerkt dat Friesch wald-, Ohd. walto in hoofdzaak overeenkomt met Iersch folt, hoofdhaar. Nu bestaat echter naast folt in 't Oudiersch een bijvorm foiltne, Gen. foiltni, Acc. foiltne, Dat. pl. foiltnib. Een overeenkomstige bijvorm in 't Germaansch zou in 't Friesch walden luiden, en hiermede is waldensine verklaard. Of er een derde bijvorm bestaan heeft, waarin een d voorkomt, is onbekend, en inzooverre is waldand- nog niet met zekerheid verklaard. Noodzakelijk is het niet zulk een bijvorm te veronderstellen, want de toevoeging van een zuiver fonetische d na n is geenszins zeldzaam.

 

h. kern.

voetnoot1)
In dit Tijdschrift, Dl. XX, 197.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H. Kern


taalkunde

  • Historische taalkunde

  • Betekenis (semantiek)

  • Etymologie

  • Woorden (lexicografie)