Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 27 (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 27
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 27Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 27

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.34 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 27

(1908)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Pardoes.

Voor de etymologie van dit woord zijn m.i. onze onderzoekers wat ver van honk gegaan. Prof. Vercoullie bijv. geeft op, dat het uit het Spaansche por Dios = ‘bij God’ komt. In diezelfde richting heeft ook Dr. Stoett in zijn Ned. Spreekwoorden enz. het meenen te vinden, en steunende op het Friesche vloekwoord pedows, geeft hij als verklaring ‘de beteekenis plotseling, ineens heeft zich ontwikkeld uit die van: den tijd dien men noodig heeft om por Dios te zeggen,’ daarbij verwijzende naar uitdrukkingen als in een amerijtje en dgl. Maar, vraagt men zich dadelijk af, hoe kunnen dan naast dit pardoes zooveel andere vormen staan als pardaf, perdaf, perdoef, perdaffel, perdoeffel, en hoe komt het Nederduitsch aan zijn perdûz? Had Dr. Stoett ook hier eens aan de Scandinavische talen gedacht, dan zou hij in het Zweedsch gevonden hebben burdus (dialectisch bardus en badus) bijv. in springa burdus på = turn short upon (Öman, Svensk-Engelsk Hand-Ordbok) en in het Noorsch en Deensch bardus uit het Middelnederd. pardûs = Nieuwhoogd. bardaus, bardauz of pardautz. Zooals uit al deze vormen blijkt, hebben we hier niet met een geleerde ontleening, doch met een eenvoudige klanknabootsing te doen. Dit is dan ook de zienswijze van Falk en Torp in hun Etym. Ordbog voor het Noorsch en Zweedsch waar bardus en ons perdoes of pardoes te boek staan als onomatopoietische vormingen. Wat dieper nog gaat Noreen in zijn Vårt Språk VII, pag. 9, die woorden als pladask, burdus verklaart als door middel van infixen uitgebreide klanknabootsingen, nl. pladask = pl-ad-ask en burdus = b-urd-us onder verwijzing naar Schröder's in 1906 verschenen Streckformen. Op deze wijze uitgelegd, heeft dus perdaf(fel) of perdoef niets met por Dios te maken doch gaat terug, of liever op in den uitroep paf of poef. Voor het Duitsch is klaarblijkelijk het bewijs geleverd in een citaat uit Grimm i.v. bardauz, waar wij lezen: ‘... bauz, baradauz liegt er am boden.’ Als oudere vormen geeft Grimm nog pordutz en perdutz, wat ons haast

[pagina 49]
[p. 49]

van zelf op het idee brengt om het grondwoord van pardoes te gaan zoeken in pots, waaruit zich geleidelijk perdots, perdoets (vgl. pof naast poef, bonzen naast Ndd. bunsen enz.), perdoes ontwikkeld kan hebben.

Zooals wij zien, wisselt in dit woord de p vaak met de b, wat ook in onze taal het geval is, daar volgens het Woordenboek van De Vries en Te Winkel naast pardoes ook bardoes bestaan heeft, wat zeer natuurlijk lijkt als men bv. let op het klanknabootsend werkwoord boezen (Vercoullie). Bij een vorm als perdoens, waarnaast * berdoens kunnen wij dan teruggaan tot invloed van bons.

Het Woordenboek van de De V. en Te W. is nog niet gevorderd tot pardoes en de bewerkers zullen ongetwijfeld materiaal genoeg hebben om in dezen eene oplossing te geven. Dat zij het met Dr. Stoett en Prof. Vercoullie eens zullen zijn, ik meen echter te moeten betwijfelen uit het feit, dat zij bardoes reeds met verwijziging naar pardoes opgenomen hebben.

 

f.p.h. prick van wely.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • F.P.H. Prick van Wely


taalkunde

  • Woorden (lexicografie)

  • Etymologie

  • Betekenis (semantiek)

  • Historische taalkunde