Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 37 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 37
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 37

(1918)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kleine mededeelingen.

74. Cato IV. 47.

In Tijdschrift 32.130 noemt Boas dit distichon ‘moeilijk te interpreteeren’ en toont aan, dat velen het zoo gevonden hebben.

Het kan zijn, dat ik niet goed zie, maar het lijkt mij volstrekt niet moeilijk. Ik vertaal: ‘Als gij eene vrouw hebt, moet gij, opdat niet uw goed en uw naam last lijden, vermijden, dat gij een vriend als uw vijand uwe woning binnenvoert’. Of korter: ‘Breng geen huisvriend bij uwe vrouw: hij verteert uw goed en zet u horens op’.

Voor nomen amici = amicus vgl. nomen nostrum, nomen Latinum etc.

Blijkbaar heeft Boendale in het distichon iets dergelijks gezien.

 

p. leendertz jr.

[pagina 62]
[p. 62]

75. Ramskooi.

‘Van dezen eigenaardigen naam is geen juiste verklaring te geven’ zegt Mej. A.M. van Gelder in haar boekje over de Amsterdamsche Straatnamen. De gissing van Ter Gouw, die denkt aan een ramskooi waarbinnen de aan de Tesselschekaai aangevoerde Tesselsche rammen gedreven werden (Amstelodamiana 1, 188 vlg.), laat zij ter zijde, want haar was gebleken dat de straat in de 15de en 16de eeuw niet Ramskooi (of Raamskooi), maar Ranskoy heet. Onder invloed van Ter Gouw, die ook het denkbeeld oppert dat Ramskooi de verbasterde naam zou zijn van een of andere Noorsche stad, die hier aan een luifel of houttuin stond, maakt zij echter melding van de houttuinen en de Noorsche kooplieden in deze buurt en voegt daar aan toe: ‘Wellicht heeft zulk een Noorsch handelaar in den gevel van zijn huis een steen geplaatst met het onderschrift “Ranskoy”, de beteekenis echter is onbekend’.

De buurt waartoe de Ramskooi behoort lag in het begin der 15de eeuw nog buitendijks: de Nieuwendijk was toen nog de zeedijk tegen het IJ. De toestand en de benamingen dezer buitendijksche landen mogen dus vergeleken worden met die aan den overkant van het IJ. Naar ik meen kunnen wij op deze wijze eene verklaring van Ranskoy vinden.

Buiten den Hoogendijk te West-Zaandam lag een strook lands, eveneens op het IJ, die in de middeleeuwen en later de Kooien werd genoemd. Volgens Soeteboom waren hier oudtijds de kooien waar men het gevogelte (eenden, zwanen, enz.) voor de Heeren van Zaanden hield; het slot van Zaanden lag niet ver daar vandaan. Deze oorspronkelijke beteekenis schijnt in het midden der 17de eeuw nog algemeen bekend te zijn geweest, immers Soeteboom spreekt van ‘de landen die men de Koyen

[pagina 63]
[p. 63]

ofte wel de Vogelkoyen noemt’ en gebruikt die benaming Vogelkooien meermalen; in de maatboeken van den banne van Westzaanden, waarvan het oudste dat bewaard is uit 1588 dagteekent, vond ik echter alleen de Kooien. Deze landen behoorden tot de goederen van Heer Willem van Zaanden, die na den moord op Graaf Floris V verbeurd verklaard werden, en kwamen later, in een aantal perceelen gesplitst, in verschillende handen.

Zulke perceelen in de Kooien worden dan natuurlijk in de wandeling op allerlei wijze van elkaar onderscheiden, om te weten welke of wiens Kooi men bedoelde; ook elders in de Zaanstreek en verderop in Noord-Holland vindt men ettelijke stukken land die de Kooien heeten. Het ligt voor de hand dat ze in den regel naar den naam van den eigenaar (of van een voormaligen eigenaar) werden onderscheiden. Voorbeelden daarvan, reeds uit de middeleeuwen, kan men bijeenvinden in mijn Zaansch Idioticon, kol. 491, op kooi.

Nu blijkt uit de mededeelingen van Mej. van Gelder dat de Amsterdamsche straatnaam in 1585 Ranskoy luidt, maar dat dit niet de oudste vorm van de benaming is, aangezien een aanteekening van Mr. de Roever melding maakt van een huis genaamd Toornenburch ‘in Jan Ranskoy’ (in de 15de eeuw?). Het land waarop de straat die nu de Ramskooi heet is gebouwd droeg dus den naam van Jan-Ranskooi (d.i. de kooi die het eigendom was van Jan Ran), en kooi zal in dezen landnaam wel dezelfde beteekenis hebben als in de buitendijksche kooien aan de andere zijde van het IJ.

Of het in de 15de eeuw aan Jan Ran toebehoorende land vroeger deel heeft uitgemaakt van de vogelkooien der Heeren van Amstel gelijk de Zaandammer Kooien van die der Zaanden's, is niet meer na te gaan, maar het is geenszins noodzakelijk; evengoed kunnen gewone Amsterdamsche poorters van het buitendijksche land kooien hebben gemaakt, gelijk men er later, toen de houthandel behoefte aan terreinen kreeg, houttuinen en scheepstimmerwerven heeft aangelegd.

[pagina 64]
[p. 64]

De naam Ranskooi is derhalve op dezelfde wijze verbasterd en onherkenbaar geworden als het Rusland (dat oorspronkelijk Willem Ruussenland of het Ruyssenlandt heeft geheeten). Beide namen heeft men, toen de oorsprong vergeten was, in verband gebracht met een algemeen bekend woord.

 

g.j. boekenoogen.

76. Berzie.

Als aanvulling op het art. Berzie in het Ned. Wdb. wil ik hier opgeven twee daar nietgenoemde, en mij bekende samenstellingen: berzieboel en wanberziebo l, waarbij de zie wordt uitgesproken als zje (een verwisseling, die men meer omgekeerd waarneemt, hoewel ook ruzje naast ruzie gehoord wordt bij 't volk). Het eerste is een pleonastische versterkingsvorm, met bet.: erge boel, vreeslijke rommel; het tweede, van een werkman gehoord, is waarschijnlijk nog eens versterkt door wan, door verkeerde analogie; daar men dacht aan wanorde of wanhopige boel.

 

c.h. ph. meijer.

77. De treurende tortelduif.

Ter vergelijking met de bekende woorden uit een van Vondels reizangen in den Gysbreght v. Aemstel zijn dunkt me niet onbelangrijk de volgende regels:

 
D' eerbare Tortelduyf dy met een droef geween
 
Haers gaykens dood beclaeght hier ende daer alleen
 
Op eenen dorren tack, end kent geen tweede trouwe,
 
Maer over d'eerste liefd draeght een gestaeghen rouwe.

Men vindt ze in Ph. v. Borsselen's Binckhorst, het oudste der hofdichten, dat verscheen in 1613, en wel op bl. 14.

Vgl. verdam, Mnl. Wdb. op Tortelduve, en diens opstel over Volksgeloof in taal- en letterk., in Hand. en Med. v.d. Maatsch. der Nederl. Letterk. 1900-1901, blz. 83 vlg.

 

c.h.ph. meijer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P. Leendertz (jr.)

  • G.J. Boekenoogen

  • C.H.Ph. Meijer


taalkunde

  • Etymologie

  • Betekenis (semantiek)