Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 117 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 117
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 117Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 117

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.88 MB)

Scans (37.87 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (1.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 117

(2001)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 91]
[p. 91]

Signalementen

Wat doen de buren?: de medioneerlandistiek en de bestudering van middeleeuwse literatuur in het buitenland / W.P. Gerritsen. - Utrecht: Universiteit Utrecht, Faculteit der Letteren, 2000. - 32 p.; 21 cm Opl. van 500 genummerde ex. - Afscheidsrede Universiteit Utrecht.
ISBN 90-73446-99-6 Prijs: ƒ 7,50
Hoort wonder!: opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat / onder red. van Bart Besamusca, Frank Brandsma en Dieuwke van der Poel. - Hilversum: Verloren, 2000. - 192 p.: ill.; 24 cm. - (Middeleeuwse studies en bronnen, ISSN 0929-9726; dl. 70)
ISBN 90-6550-614-4 Prijs: ƒ 44,07

‘Met tranen scieden si ende met wene’, zo verwoordt Maerlant in de Spiegel historiael het afscheid tussen de helden Amijs en Amelis. Dat deze woorden ook van toepassing zijn op het emeritaat van prof. dr. Gerritsen zal elke mediëvist onmiddellijk beamen. Op 6 september 2000 nam de universitaire wereld officieel afscheid van hem, maar ondanks de droevige noot werd zijn afscheid groots en feestelijk gevierd.

Traditiegetrouw verzorgde Gerritsen die dag een afscheidscollege. Hierin wees hij erop dat theoretische discussies over de grondslagen en methoden van het vak toch vooral in het buitenland gevoerd worden en zette hij de huidige medioneerlandici aan tot receptieve en actieve deelname aan deze discussies op meta-niveau. Alleen al hierom zou iedereen in het vak kennis moeten nemen van zijn afscheidsrede.

Tijdens de feestelijkheden werd ook een bundel opstellen aangeboden, Hoort Wonder! genaamd. De titel geeft het thema aan, dat zeer passend gekozen is: verwondering. Verwondering, omdat- zoals de redactie aangeeft in het woord vooraf - dat de persoonlijke drijfveer van Gerritsen is bij de bestudering van de Middeleeuwen en de Middelnederlandse letterkunde. Zesentwintig Nederlandse medioneerlandici hebben een relatief korte bijdrage aan deze bundel geleverd, waarbij allen hun persoonlijke verwondering bij de bestudering van de Middeleeuwen als leidraad hebben genomen. In de bundel worden onder meer liederen, raadsels, ridderromans en kronieken ten tonele gevoerd, waarbij evenwel in sommige bijdragen de verwondering duidelijker spreekt dan in anderen. Het spreekt vanzelf dat het in dit bestek niet mogelijk is om al deze artikelen voor te stellen en te bespreken. Ik beperk mij daarom tot enkele bijdragen die een indruk geven van de variatie in deze bundel.

Een mooi voorbeeld van een bijdrage waarin de verwondering op aantrekkelijke wijze wordt overgebracht is het artikel van José van Aelst. Zij brengt een pennenproef in relatie tot het associatief denken van de kopiist. Bernadette Smelik gaat in op de vraag waarom er zo weinig Ierse Arturromans zijn. Attractief is ook het artikel van Irene Spijker over het op het eerste gezicht dubieuze gedrag van de held Renout van Montalbaen ten opzichte van zijn vrouw Claradijs. Clara Strijbosch stelt niet zozeer haar eigen verwondering centraal, maar gaat in op de verbazing en huivering die een twaalfde-eeuws publiek moet hebben ervaren bij het vernemen van verhalen over monstervolkeren. Paul Wackers toont aan dat aan de hand van een zin van Ruusbroec het middeleeuwse wereldbeeld geanalyseerd kan worden.

Hoort wonder! bevat zo een aantal artikelen die, ondanks hun geringe omvang, aardig zijn om te lezen. De diversiteit van de bundel doet in ieder geval recht aan Gerritsens brede belangstelling voor het vak.

Saskia Bogaart

[pagina 92]
[p. 92]

Een paard uit de duizend: het Ros Beiaard in woord en beeld / Aimé Stroobants en Irene Spijker - Dendermonde: A. De Cuyper-Robberecht m.m.v. Rotary Dendermonde, 2000 - 240p.: ill.; 27 cm.
ISBN onbekend. Prijs: BEF 1700 (Te bestellen bij Rotary Club Dendermonde, Gaston Hageman, Ridderstraat 41, B-9200 Dendermonde)

In het Vlaamse Dendermonde wordt eens in de tien jaar een reusachtig paard van stal gehaald om in een feestelijke ommegang te worden rondgedragen, terwijl het wordt bereden door vier broers uit één Dendermonds gezin. Het verhaal over het ros Beiaard en de vier Heemskinderen, want om hen gaat het natuurlijk, is vooral in Dendermonde en omstreken nog steeds populair, en dat is met name te danken aan de lokale opvatting dat Aymon, vader van de Heemskinderen, heer van Dordona (Dendermonde) zou zijn geweest. Ook zou het trouwe paard van Renout niet in de Maas, maar in de samenloop van de Dender en de Schelde zijn droevige verdrinkingsdood hebben gevonden. De nog steeds springlevende aandacht in Dendermonde en omgeving voor het middeleeuwse paard is merkbaar aanwezig in een bijzonder rijk geïllustreerd boek, dat door Aimé Stroobants en Irene Spijker werd samengesteld ter gelegenheid van de ommegang in mei van het jaar 2000.

Het openingshoofdstuk van Spijker geeft een overzicht van de ontwikkeling en de verspreiding van de verhaalstof van de Heemskinderen vanaf de dertiende tot de twintigste eeuw. Spijker laat zien hoe het verhaal in verschillende gedaanten de eeuwen door populair is gebleven; in de Nederlanden nam men kennis van het verhaal door de prozaroman Die historie vanden vier Heemskinderen (in het zuiden in een gekuiste versie), die talloze malen werd herdrukt en bron is geweest voor bewerkingen. De volgende twee hoofdstukken zijn van de hand van Stroobants; in het eerste schetst hij de geschiedenis van de Dendermondse ommegang (vanaf de veertiende eeuw), waarin Beiaard een steeds prominentere rol kreeg toebedeeld. Vervolgens inventariseert Stroobants de aanwezigheid van Beiaard in ommegangen en optochten in de Nederlanden: in alfabetische volgorde komen de steden aan bod waar Beiaard eens werd (of nog steeds wordt) rondgedragen. Dat het zwaartepunt van de ‘Beiaardcultus’ onmiskenbaar in het zuiden valt, zal weinig verbazen. Een fotoverslag van de Dendermondse ommegang in 1990 vormt de overgang naar het laatste hoofdstuk (van beide auteurs), ‘Het ros Beiaard in beeld’, dat een indruk geeft van het voortbestaan van Beiaard in de beeldende kunst, in de ruime zin van het woord: van miniaturen en houtsneden tot aan reclamedrukwerk en van gevelstenen tot aan koeken en chocolaatjes. Het boek gaat vergezeld van een cd-rom, waarmee men de tekst en het vele beeldmateriaal ook op beeldscherm kan doorzoeken en bekijken. Tot de volgende ommegang in 2010 heeft de Beiaardliefhebber genoeg moois te beleven.

Jaap Tigelaar

Cort relaas sedert den jare 1609: de avonturen van een Zeeuws koopman in Spanje tijdens de Tachtigjarige Oorlog / David Baute; uitg. door Robert Kuiper ; inl. door Rudolf Dekker en Robert Kuiper; met medew. van Hein Kluiver en Joos Vermeulen. - Hilversum: Verloren, 2000. - 96 p.: ill.; 22 cm. - (Egodocumenten, ISSN 0929-9807; dl. 20)
ISBN 90-6550-171-1 Prijs: ƒ 25,34

In het twintigste deel van de reeks Egodocumenten wordt een van de eerste Nederlandse koopmans-autobiografieën uitgegeven. De auteur, David Baute, is een in 1588 in Antwerpen geboren koopman die kort voor zijn overlijden in 1657 zijn levensverwikkelingen op papier zette. Het leven van Baute speelt zich af tegen het decor van de Tachtigjarige oorlog en uit zijn relaas krijgt de lezer niet alleen een ooggetuigenverslag van de roerige politieke tijden waarin hij leefde, maar ook van de moeilijkheden die de Nederlandse kooplieden in Spanje moesten trotseren.

Baute legt regelmatig het verband tussen belangrijke toenmalige gebeurtenissen en zijn eigen leven. Zijn geboortejaar noemt hij in één adem met de beruchte nederlaag van de Armada; op zijn eenentwingtigste, als het Bestand in 1609 ondertekend is, vertrekt hij naar

[pagina 93]
[p. 93]

Sevilla om zich aldaar verder te bekwamen in zijn vak. Als ‘factor’, of vertegenwoordiger voor in de Noordelijke Nederlanden gevestigde kooplieden, zal hij in Spanje binnen het netwerk van ‘onse Nederlandsche natie’ functioneren.

Met het hervatten van de vijandelijkheden in 1621 tussen Spanje en de Verenigde Republiek zullen de echte problemen voor Baute beginnen en als gevolg hiervan zijn kleurrijke avonturen. Nadat het Bestand was afgelopen werd het in Spanje verboden om koopwaar uit de Nederlanden te halen. De op het schiereiland actieve Nederlandse kooplieden werden uiterst wantrouwig bekeken door de Spaanse autoriteiten, wat leidde tot een hard optreden. Goederen, correspondentie en allerlei bezittingen van de leden van de Nederlandse natie werden geconfisqueerd met de hoop om enig spoor van verraad te vinden. Spionnen voor de Spaanse zaak functioneerden ook ondergronds. Baute beschrijft de angst en schade die hij en zijn compagnons ondergingen. De arme Baute zal zelf een wrede marteling aan eigen lijve ervaren.

Voor de Spanjaarden lijkt hij niet zo veel sympathie te voelen. De gerechtsdienaar Pedro de Arce is zijn gezworen vijand en Bautes beschrijving van deze Spanjaard past binnen de beste traditie van de zwarte legende, net zoals bepaalde uitspraken van Baute als hij zegt dat de Spanjaarden ‘dreijgden te pijnigen, te bannen, ende te hangen’. Baute acht de Spaanse artsen ook niet eens in staat om zijn als gevolg van de marteling opgelopen wonden te genezen en hij zoekt derhalve een Nederlandse geneesheer.

Gevangennemingen, verbanning, ontsnappingen, kapers en oorlogsschepen zijn een aantal van de spannende elementen van het leven van deze koopman. In de jaren dertig zal hij zich uiteindelijk in Middelburg vestigen, waar hij zal trouwen en een rustige positie als financier en bewindvoerder van de WIC zal bekleden. Baute liet ook ruimte in zijn relaas voor persoonlijke ontboezemingen over zijn gezin, wat deze tekst nog waardevoller maakt.

 

Yolanda Rodríguez Pérez

Gezelle beschreven 1899-1999: selectieve bibliografie van een eeuw Gezellestudie / door Marcus de Schepper & Linda Fonteyne. - Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2000. - V, 351 p.; 24 cm. - (Literaire tekstedities en bibliografieen, ISSN 1374-8750; nr. 5) ISBN 90-72474-31-7 Prijs: BEF 807
Gezelliana: kroniek van de Gezellestudie 1998-1999 / Universitaire Faculteiten St.-Ignatius - Antwerpen: Universitaire Faculteiten St.-Ignatius; 22 cm
ISSN 0776-4111 Prijs: BEF 400

In 1999 werd de honderdste sterfdag van Guido Gezelle herdacht. Het is daarom een goed idee van Marcus de Schepper en Linda Fonteyne om na te gaan waartoe het ‘Nachleben’ in die honderd jaren geleid heeft. Zij doen daarvan verslag in de onlangs verschenen bibliografie, Gezelle beschreven. Selectieve bibliografie van een eeuw Gezellestudies. ‘Selectief’ is de bibliografie wat betreft de kranten- en weekbladenartikelen. Die zijn alleen opgenomen wanneer ze via de zeer onwetenschappelijke maar altijd uiterst vruchtbare ‘sneeuwbalmethode’ waren ontdekt. Bij toeval, met andere woorden. Soms leidde een Gezellevondst in een weekblad tot weer nieuwe treffers in dezelfde jaargang bijvoorbeeld, en die konden dan ook worden opgenomen. Voor het overige putten de bibliografen uit enkele belangrijke bibliografische naslagwerken alsmede uit verwijzingen in studies over Gezelle. De BNTL is vakkundig doorgevlooid, waarbij de bibliografen bovendien de systematiek van de BNTL voor een deel hebben overgenomen. Dat betekent dat je gemakkelijk kunt opzoeken wat er over Gezelle en de beeldende kunst is geschreven (2.2.2.2.3., slechts twee titels) en wat er over Gezelle en de erotiek is geschreven (2.3.1.4. toch nog zes artikelen, waarvan twee in de Gay-krant). De bibliografie is verder ontsloten door een register op onderwerpen en op namen van auteurs van ‘gezelliana’. Enkele veelschrijvers op dit gebied zijn J.J.M. Westenbroek en J. Boets, twee van de twaalf redacteuren van Gezelliana. Kroniek van de

[pagina 94]
[p. 94]

Gezellestudie 1998/1999, waarvan een extra dik nummer is verschenen. Als gevolg van alle extra beslommeringen voor de Gezelledeskundigen, vanwege het gedenkjaar, moesten twee jaargangen worden samengevoegd, zo wordt in het redactioneel toegelicht. Ook in dit nummer staat een bibliografie, die de voorafgaande drie jaren bestrijkt, maar die zijn ook al in Gezelle beschreven verwerkt - wat het jaar 1999 betreft overigens wel in beperkte mate omdat de bibliografie anders niet op tijd kon worden uitgebracht. Alleen Gezelliana noemt dus het kattige stuk van Benno Barnard in Knack die zei dat het werk van Gezelle bij hem louter bevreemding en verveling teweegbracht. Het regende daarop ingezonden brieven, onder anderen van allerlei Vlaams-nationalisten die vonden dat Barnard als Hollander zoiets niet had mogen schrijven. E. Spinoy maakt in navolging van Barnard in dit dubbeldikke nummer een soort balans op van de canonisatie van Gezelle. Voorts is er aandacht voor onder meer de receptie van Gezelle in het tijdschrift Vlaamsche Arbeid (1905-1914) en voor een Italiaanse bewonderaar van Gezelle, de zondagsdichter Mario Mazzolani.

Lisa Kuitert


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Yolanda Rodríguez Pérez

  • Lisa Kuitert

  • Saskia Bogaart

  • Jaap Tigelaar

  • over W.P. Gerritsen

  • over Bart Besamusca

  • over Frank Brandsma

  • over Dieuwke E. van der Poel

  • over Irene Spijker

  • over David Baute

  • over Marcus de Schepper

  • over Aimé Stroobants

  • over Robert Kuiper

  • over Linda Fonteine