Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 1 (1930-1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 1
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.04 MB)

Scans (50.39 MB)

ebook (14.04 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 1

(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boekbesprekingen

Radaf Meyseune. Het klokhof. - nr 6 der Romanserie. Uitgave ‘Excelsior’ Brugge. Prijs: frs. 18.-

Een oorlogsboek is het niet, al speelt een deel van de geschiedenis aan het front. Men voelt dat de schrijver de laatste oorlog heeft meegemaakt, aan den lijve, maar ook in de ziel gevoeld. Dat is dan ook het beste deel van het werk. Zelfs moesten we even aan Remarique denken bij het sober en ruw realisme van blz. 250 à 252.

Ik zei sober. Dat is de schrijver niet dikwijls. Het schijnt dat de schrik voor het snoeimes speciaal de beginnelingen te pakken krijgt. Ik kan dat wel aannemen. En ‘Het Klokhof’ had er vast veel bij gewonnen als zijn 293 blz. bijvoorbeeld tot 150 waren gereduceerd. Om te beginnen mocht heel het eerste hoofdstuk (een paternoster van doodprentjes - teksten) gerust weglaten. Dan, de aandacht van de lezer (die speciale aandacht bij genot) wordt te veel door nevengeschiedenissen van het hoofdgebeuren weggetrokken. En in het oorlogsdeel wordt de schrijver letterlik door zijn stof overrompeld. De lijn van het werk is niet vast, niet klaar, te mistig.

De inhoud is dan ook moeilik te geven. Met een paar woorden. Een jong-gehuwd boerenpaar komen tot de bevinding, dat hun huwelik een vergissing was, en een lijdensweg zal worden. De boer verdwaalt. Zijn vrouw draagt altijd voort (ondanks alles, zelfs een moordaanslag van hem!) haar lijden, in blijvende stille liefde. Ze zwoegt en hoopt dat eenmaal alles weer goed komt met haar man. Dan komt de oorlog. En hij komt aan het front. In de bloedgrachten denkt hij na en de wroeging klauwt hem aan. En vóór hij sterft vindt hij, naast zijn groot berouw, ook de liefde voor zijn goede vrouw terug.’

Waar de Clerq's ‘Rooland’ en Streuvels' ‘Vlasgaard’ en de vlaslanden aan de Leieboorden spelen, krijgen we in ‘Het Klokhof’ het leven van de hopteelt in het land van Poperinge te kijken.

Kort dus: te langdradig uitgewerkt. Ook soms eens lastig. Maar er zijn momenten van ontroering, momenten dat er een zekere stuwkracht zit in de taal die losser wordt en tevens meer realisties. Dan voelt de lezer, dat de lektuur vlotter gaat, en de ontroering die alleen door goed werk wordt gewekt. Het zijn waarschijnlik de brokken die het dichtst bij het leven van de schrijver stonden.

Dit boek getuigt voor de grote liefde van de schrijver voor zijn streek. En het is een diep-kristelik werk. In volksboekerijen is het vast op zijn plaats.

‘Excelsior’ weet voor zijn Roman-serie

[pagina 95]
[p. 95]

een flink stel tot tietelbladen te geven waarvan dit niet het minste is. Ook druk en papier zijn best.

J.V.

Manny Mans. Verzen. Uitgave ‘Janssens.’ Antwerpen.

In een sierlik uitgegeven bundelken, onder de zeer bescheiden tietel ‘Verzen’ biedt Manny Mans ons de gedichten, die zij van 1923 tot 1926 schreef.

Reeds vroeger hebben wij dezen naam en deze verzen ontmoet in Vlaamse Hollandse tijdschriften, en, als wij het prospektus dat deze verzen vooraf ging mogen geloven, zou Karel van de Woestyne met waardering over deze jonge dichteres hebben geschreven.

In dit werkje zingt Manny Mans haar jonge liefde en haar jonge leed, met al haar blijde verwachtingen en ontgochelingen uit. Deze versjes hebben vaak een bekoorlike, zeer muzikale klank, en tasten soms naar de diepte van een vertederd meisjesgemoed.

Ik weet het wel, onze poëzie gaat andere wegen uit, onze poëzie peilt naar diepe diepten, naar mysterieuzer verten, doch graag willen wij verder Manny Mans noemen naast Alice Nahon, Germana van Kerkbruggen en Maria Delannoy.

 

P.G. BUCKINX.

P. van Overzee. De ziekte aan de zenne Uitgave ‘Excelsior’ Brugge. Prijs: frs. 25.-

Dit boek heet geschreven te zijn tot voorlichting van het Noord-Nederlandsch publiek over de Vlaamsche beweging.

Laten de Vlamingen zelf de kans niet verkijken om het ter hand te nemen. Zij zullen gelegenheid hebben om een dieper inzicht te krijgen in den eeuwen-langen strijd voor het behoud van de eigen cultuurwaarden van het Vlaamsche volk en, in laatste instantie, een nationale lotsbestemming.

Deze historische bijdrage tot het nationaliteitenvraagstuk in het koninkrijk België is allerminst, goddank, een opeenstapeling van markante feiten en grieven, zooals men tot dusverre verstond de geschiedenis van de Vlaamsche Beweging te schrijven en waarbij de evolutie van de geesten veelal uit het oog verloren werd.

Zulk verwijt treft onderhavig werk niet. Integendeel, zijn grootste verdienste ligt hem juist in het schetsen van den organieken groei van de Vlaamsche kwestie, die na 1830 in het teeken stond van een taalstrijd - sommigen vermoedden toentertijd al de diepere bediedenis van het Vlaamsch streven - en thans een konflikt op kultureel, ekonomisch en sociaal gebied blijkt daar te stellen om per slotsom de ontzaglijke beteekenis van een nationaliteitenvraagstuk te omvademen.

Over het algemeen weet de auteur de ontwikkelingslijn op rake wijze aan te geven. Uitstekend is de uiteenzetting op economisch gebied. Op den socialen kant van het vraagstuk, op den evenwijdigen groei van de Vl. Bew. met de opkomst van de democratie is schrijver minder attent.

Dit heeft mede voor gevolg dat hij heel de ‘taal-wetterij’ een ‘kwakzalverij’ acht dan als de strijd in het Parlement en de kiesplatformen in ruime mate er toe bijgedragen hebben om de Vlaamsche kwestie bij het volk, de massa aanvankelijk ongeletterd, onverschillig en onontvankelijk, in te burgeren.

Naar aanleiding van een kritiek op het standpunt van Pirenne, waarbij een onderzoek naar de beteekenis van het begrip ‘Belgica’, krijgen we een brok voorgeschiedenis, die aandacht gunt aan de voornaamste denationaliseerende wisselvalligheden, waaraan het Vl. volk bloot stond tot einde 18e E.

Verder worden de toestanden onder het fransch bewind en in den Hollandschen tijd behandeld, dit laatste hoofdstuk zeer

[pagina 96]
[p. 96]

objectief. Hiermee valt er een scherp licht op de verfranschingpolitiek na 1830, die anti-hollandsch georienteerd was, waar tevens een stipte, trouwe testamentuitvoering is van het fransch legaat.

In de volgende hoofdstukken, die de verdere historiek van Vl. Beweging tot na den oorlog bevatten wordt telkenmale, met nadruk, gewezen op de kapitale rol die Brussel speelt in de denationalisatie van Vlaanderen: een goed idee.

Wat de eindoplossing betreft... dat is toekomst-muziek en 't is wel jammer dat de historicus zijn Groot-Nederlandsch standpunt, ook politiek gesproken, als feit en toetssteen aanwendt, wat hier en daar de objectiviteit van den historicus geen voordeel doet.

H. MARANT.

Jan Schepens. De helletocht. Uitgave ‘Excelsior’ Brugge. Prijs: frs. 10.-

Schrijver, een der Gentse niet-katholieke jongeren, noemt dit boek: het prozalied van een jeugd.

Een jeugd, die uit een geweldige morele ontreddering een goed leven zoekt te bouwen. Maar tenslotte staat ze even ver.

Het is het verhaal van een zoeker, die in zijn zoeken meer genot schijnt te vinden dan in het bereiken der waarheid.

De samenstelling van het boek doet even aan de vorm van Vermeylen's ‘Wandelende jood’ denken. Ik zeg samenstelling. Want een bouw is er eigenlik niet. Alleen altijd maar door vertellen, bijna voortdurend heel lyries. Een lijn is er niet.

Nemen we b.v. Mauriac's ‘L'enfant chargé de Chaines’ of ‘La vie inquiète de Jean Hermin’ van Jacques de Lacretelle, dan wordt. ‘De Helletocht’ klein.

In Schepens' held zit geen levenswil. Het lijkt zo, of hij verwacht, dat het geluk hem op een mooie morgen als een gebraden vogel, in de mond zal komen gevlogen.

En dan, verlangen we in een goed werk onze pijn en ons leed terug te vinden, we vinden er ook graag een echo van onze grote vreugden. Hoe sterkend moet het zijn b.v. voor de Franse jeugd zichzelf terug te vinden in de heerlike bladzijden van Valéry Larbaud's ‘Fermina Marquez.’

Nochtans, jà, dit moeten we zeggen, Jan Schepens heeft vast talent. Er zijn hier brokjes die dat bewijzen. We mogen dus met recht meer van hem verwachten dan dit werk, dat trouwens, volgens hij ons zelf zei, een jaar te laat verscheen en dus... niet meer had moeten verschijnen. In een woord: jeugdwerk met mogelikheden.

We lazen wel betere dingen van hem o.a. een paar kleine essays in ‘wij’, een gezamenlike kleine uitgave der Gentse jongeren. Ligt daar niet zijn weg?

Voor de katholieke jeugd dient er bij dit werkje voorbehoud gemaakt.

 

J.V.

J.R.S. Cauberghe. Nederlandsche en Vlaamsche Spreekwoorden met hunne beteekenis. Uitgave ‘Excelsior’ Brugge. Prijs: frs. 18.-

Een verzameling van 2074 spreekwoorden, ieder met zijn uitleg en zijn synoniemen. Ze zijn alfabeties gerangschikt naar het eerste werkwoord of bijvoegelik naamwoord.

In zijn voorbericht zegt de schrijver: Onze taal is rijk aan spreekwoorden, doch in de dagelijksche omgangstaal worden ze steeds minder gebruikt, daar velen die rijke schat niet kennen.

Wat zeker waar is. We moeten de schrijver dus dankbaar zijn om zijn enorme opzoekingsarbeid. Mocht hij er voor geloond worden door de gerechtigde belangstelling voor zijn werk.

Wie iets voelt voor spreekwoorden moet dit boek bezitten. Het is trouwens sterk en handig uitgegeven.

J.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De helletocht. Het prozalied van een jeugd


auteurs

  • Jan Vercammen

  • Pieter G. Buckinx

  • H. Marant

  • over August Benoot

  • over P. Van Overzee

  • over J. Cauberghe