Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 1 (1930-1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 1
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.04 MB)

Scans (50.39 MB)

ebook (14.04 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 1

(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 238]
[p. 238]

Nederlands Proza

F.V. Toussaint van Boelaere. Barceloneesche reisindrukken. Uitgave ‘Lumière’, Antwerpen. Prijs: frs. 35.-

In het verslag over ‘het schoone boek’ (1925-1930) vonden we tweemaal de uitgave van werken van Toussaint besproken en onder de bekroonde boeken troffen we zijn ‘Anthea’ (uitg. Krijn) en zijn ‘Peruviaansche Reis’ (uitg. Sikkel) aan. ‘Het Boek in Vlaanderen - 1930’ bevatte een bijdrage over ‘het mooie boek’ met zijn naam onderteekend.

Dit alles liet ons toe te veronderstellen dat we van de ‘Barceloneesche Reisindrukken’ een keurig uitgegeven boek konden verwachten. De uitgeversfirma ‘Lumière’ bezorgde ons inderdaad een zeer verzorgde uitgave, gedrukt in twee kleuren en geïllustreerd met een titelplaat en vier letterblokken in hout gesneden door den gekenden Henri van Straten.

Bij ‘Sappho's gebed tot Aphroditè: Want op deze wereld zijn we niet om over de eeuwige waarheden na te denken, doch om in ons hart en in ons vleesch de wet van het leven te ondergaan’, kan Toussaint zich wellicht aansluiten maar kunnen wij niet bijtreden, terwijl hij op meerdere plaatsen tegenover ons geloofsleven een superieure toon aanneemt.

Uit de indrukken wordt wijsheid gehaald die we eenmaal kunnen tot de onze maken: ‘zonder den stabielen steun van het nationale is het internationale leêg en inconsequent’ maar die meestal oppervlakkig blijft, geen inspanning verraadt; een vijftiger op villegiatuur! Geen diepgaand toetsen van het Barceloneesche leven, al kwamen de indrukken wel eens op late uren en uit de duistere kwartieren van haven en variétés. Het opvallende, het typische wordt genoteerd en gaat ‘als een film voorbij’. Al helt de taal soms over naar de krabbel toch ademt dit proza steeds regelmatig maar zonder groote bloeddrukking.

Een tentoonstelling heet Toussaint een oord van berustende verveling, tot de natuur voelt hij zich aangetrokken. Het landschap ziet hij haast uitsluitend in kleuren. Van de vrouwen merkt hij vooral de vormen en van de romba weet hij best hoe zij vroeger werd gedanst.

We willen hier verder geen beschouwingen aan vastknoopen over het ontstaan van dergelijke literatuur, - opdrachten van dagbladen, werking van V.T.B., e.a. - noch de verhouding bepalen tot het zuiver scheppend prozawerk maar wenschen hier onmiddellijk aan toetevoegen dat ons, in het onderhavige boek, eerder reisindrukken geboden worden dan wel een reisverhaal.

PAUL EENVELD.

Louis-E. De Mey. Maskers op?... Maskers af! Uitgave ‘Excelsior’ Brugge. 1931. Prijs: frs. 20.-

In de laatste reeks oorlogsboeken, zoo uitzonderlijk aangekondigd met Remarque's werk, kwamen de verschrikkingen van het Westelijk front, het Oostelijk front, de oorlogsvloot, de krijgsgevangenenkampen... aan de beurt. Ook Vlaanderen heeft gedurende deze periode een paar herdrukken van oorlogsverhalen gekend en leeft heden nog in een gestadige gisting omtrent de militaire documenten, plannen en accoorden.

Dat, naast anti-oorlogsactie, vredesbeweging der jeugd, artikels, brochures, debatten en meetingen, in den strijd tegen den oorlogsdraak, het boek een ‘forsche degen’ is, laat De Mey ons door middel van de jambische verzen van X terecht opmerken.

Een gevreesde degen ook! Want teekenend is toch, dat de censuur niet alleen tegen heel een boek, maar ook tegen sommige

[pagina 239]
[p. 239]


illustratie
Uit. C. Verschaeve's Michael Angelo's Profeten.
‘Uitgave EXCELSIOR, Brugge’.


[pagina 240]
[p. 240]

bizonderheden in werking treedt. Een waarachtige voorstelling der vrijschutterslegende (?) b.v.b. blijkt wel taaier te zijn dan een professoraal vertoog en een hysterische uitdaging tot een debat over deze kwestie. Er is anders in dit boek genoeg aanwezig om onze unéindivisible patriotten te doen opveeren - met verkeerde uitwerking, natuurlijk! Zoo: de uitlating betreffende den bundel Engelsche documenten; volgend treffend zinnetje op blz. 254 ‘of hadden ze (de Duitschers) misschien moeten wachten tot dat de anderen op hen een voorsprong hadden?’ en de verklaring over het uitjouwen van Duitsche krijgsgevangenen. (Ten gebruike aanbevolen van de Rùndschaùmannen).

Dit boek brengt ons vooral nieuws van het burgersfront, oorlogsaanteekeningen en wel uit het Brugsche; haast een dagboek, afgewisseld met enkele brieven. Geen bizonder nieuwe vorm bij gevolg maar een trouwe weergave; geen litteraire pretenties maar eerlijk en lezenswaard. Wel hadden we de ‘feiten’ uitvoeriger willen behandeld zien om ze te laten getuigen voor zich zelf en alzoo zouden de ‘beschouwingen’ grootendeels wegvallen, herhalingen uitgesloten zijn. Als motto had De Mey zijn eigen woorden kunnen gebruiken: ‘Ik was het lazaret binnengekomen met een hernieuwde oorlogszucht, met een flinke dosis haat tegen al wat naar Duitsch rook, een haat, die slechts naar een gelegenheid zoekt om zich te uiten. Ik zag echter niets dan ellende, hopelooze ellende van menschenkinderen, afschuwelijke dingen, waarvan ik huiver, telkens ik er aan denk’ (blz. 164). Het is nu juist de beschrijving der toestanden aan dit lazaret die we hooger stellen, ook als overtuiging-vormend element, dan de bourgeois-gesprekken over patriotisme, pacifisme... aan een stamtafel. Het pleit tegen egoïstische vaderlandsliefde en te eng opgevat recht wordt daar zonder meer gewonnen door diepmenschelijkheid en liefde.

We wenschen aan dit boek van 280 blz., het zevende der Excelsior romanserie, met zorg gedrukt op vederlicht papier en dat slechts 4 belga kost een ruime verspreiding; ten bate van de daarin besloten ‘vredesboodschap’ van den schrijver, ter uitsluiting van het niet denkbeeldig risico van den uitgever daaraan verbonden.

 

PAUL EENVELD.

Dr Rob. Roemans. Bibliographie van de moderne Vlaamsche literatuur 1893-1930. - 10 tweemaandelikse afleveringen. - Uitgave Steenlandt Kortrijk. - Per aflev.: frs. 20.-

Uitweiden over het belang van de bibliographie voor de wetenschappelijke beoefening van de literaire studie en de literatuurgeschiedenis zal wel overbodig lijken - eenieder die een letterkundig onderwerp, van welken aard ook, behandelt, overtuigt er zich van. Dan eerst ziet men de dringende noodzakelijkheid in van een algemeen bibliographisch werk, dat een overzicht zou gunnen van onze Vlaamsche literatuur op het gebied der zuivere letteren en der literaire kritiek.

Aldus schrijver vooraan in het eerste deel van zijn werk. En het is er inderdaad op aangelegd, aan de literaire studie en de literatuurgeschiedenis, alle voorradige stof klaar geordend aan te bieden. En in die zin, mag de schrijver wel zeggen, dat deze, zijn altruïstiese arbeid, een leemte komt aanvullen in Vlaanderen.

De stof, die Dr Roemans op te zoeken en te schikken kreeg is bijna onmenselik uitgebreid. Hij brengt ze onder in drie delen:

1. De inhoudstafels op de Vlaamse tijdschriften 1893-1930. Wie weet, dat Vlaanderen bij uitstek het land is, waar tijdschriften geboren worden en sterven, na een vaak zeer kortstondig leven, kan zich meteen een gedacht vormen, van de moeilikheid, die Dr Roemans hier schitterend overwon.

2. De medewerking der Vlaamse schrijvers aan de Hollandse tijdschriften, alsmede

[pagina 241]
[p. 241]


illustratie
Uit. C. Verschaeve's Michael Angelo's Profeten.
‘Uitgave EXCELSIOR, Brugge’.


[pagina 242]
[p. 242]

de studies en beoordelingen die aldaar over Vlaams werk verschenen.

3. De volledige bibliographie van het gebundeld werk der Vlaamse schrijvers, gevolgd van de opgave hunner vertaalde werken, hun medewerking aan tijdschriften en de bestaande literatuur over hun werk. Er zal misschien wel niemand in Vlaanderen de moed hebben een briefwisseling te houden, zoals er voor dit derde deel bizonder een nodig was en is.

Ieder deel is dan onderverdeeld in de volgende rubrieken: 1. Poëzie. 2. Proza. 3. Toneel. 4. Kritiese bijdragen - Boekbesprekingen.

We ontvingen totnogtoe de eerste twee afleveringen van het eerste deel. En daarin werden de volgende tijdschriften reeds behandeld: 1. Van nu en straks (1893-1901). 2. Vlaanderen (1903-1907). Onze Vlagge (1897-1898). Alvoorder (1900-1901). Het Weekschrift voor Vlaanderen (1902). Ontwaking (1896). Ontwaking (1902-1909). Nieuw Leven (1907-1910). Ontwaking en Nieuw Leven (1910). Iris (1908). De Boomgaard (1909-1911), De Tijd (1913-1914). Het roode Zeil (1920). 't Fonteintje (1921-1924). Vandaag (1929-1930). Jong Dietschland (1898-1914).

En ziehier dan de werkwijze voor elk tijdschrift in 't bizonder: Beschrijving: tietel, tietelblad, stichters, uitgevers, afmetingen, aantal blz., redaksie, en de lijst der medewerkers met zoveel mogelik de verklaring der pseudoniemen (wat gesloten potjes moesten hier geopend worden! En we geloven dat er weinig heeft weerstaan aan de ‘onbescheidenheid’ van deze bibliograaf!) Dan de tietels van elke bijdrage met bladaanwijzing, en voor poëzie in 't bizonder nog het eerste vers, plus aantal strofen van zoveel regels. De medewerkers zijn alfabeties gerangschikt. De reddende Ariadnedraad in de doolhof van een onmogelike stof, zowel door verspreiding als door uitgebreidheid.

Wij moeten Dr Roemans feliciteren. Want hij heeft een ondankbare taak tot een schitterend einde gebracht. Ondankbaar zeg ik, en vast ook dor en vervelend. Persoonlik werk is dankbaarder en aangenamer. En ook dat kan Dr Roemans ons geven.

Wij, als niewelingen in het Vlaamse literaire leven, kunnen natuurlik niet de juistheid van deze bibliografie onderzoeken. We hebben al aanmerkingen gezien van anderen, b.v. wat een pseudoniem betreft. - Maar zo een enkele kleinigheid zal niets afdoen aan het feit, dat Dr Roemans door deze bibliographie Vlaanderen heeft verrijkt met een standaardwerk, dat het buitenland ons mag benijden.

In verband daarmede, vernamen we van Dr Roemans, dat vanuit Amerika reeds omvangrijke bestellingen toekwamen. Maar ook in zijn eigen land moet Dr Roemans ditmaal profeet zijn. Hij heeft Vlaanderen een heerlike dienst bewezen. Laat Vlaanderen die dan naar waarde schatten. Daarom: wie het nodig heeft, kope het, en wie het niet nodig heeft, kope het ook. Want het mag niet zijn, dat een werk als het onderhavige zou moeten stopgezet worden bij gebrek aan belangstelling. Laat iedereen hier zijn plicht begrijpen.

Trouwens, de tiepografiese verzorging is een lust voor het oog. Steenlandt is een uitgever, die kunst in een kunstige vorm weet aan te bieden. En uitgevers, die tevens kunstenaars zijn, krijgt Vlaanderen nooit genoeg!

JAN VERCAMMEN.

Louis Franck. De Belgische nationaliteit en de Vlaamsche beweging. Overdruk uit ‘De Vlaamsche Gids’ nr 2, van November 1930.

In een voetnota lezen we dat de tekst dezer brochure de vertaling is van een redevoering, uitgesproken in de Academie des Sciences Morales et Politiques (Institut de France), te Parijs, den 14 Juni 1930. Een typisch geval dus. Franck, minister van State en gouverneur der N.B. - kraaiende haan,

[pagina 243]
[p. 243]

zonder sporen en Vlaamsch Houtart in een ‘milieu lucratif’ - gaat gedurende het jubeljaar te Parijs (ging van daar niet in 1830 het wachtwoord uit?) de vraag beantwoorden: Is de Vl. beweging een gevaar voor de belgische nationale eenheid?

Het antwoord wordt gegeven over drie hoofdstukken. I. De Oorsprong van de Belgische Nationaliteit en het Taalregime in het openbaar Leven tot in 1830. Franck is natuurlijk de opvattingen van Pirenne toegedaan en gebaart niets te weten van de bressen die daarin werden geschoten. (Positie van Vlaanderen en Wallonië in de M.E. - het nieuwe inzicht in de Hervorming - Rol van het prinsbisdom Luik - Boerenkrijg...). Wij verwijzen hier naar P. van Overzee's ‘De Ziekte aan de Zenne’ (Tijdstroom, Dec. 1930). De oorzaken der omwenteling worden gecopiëerd uit onze schoolboeken behalve dit voorbehoud ‘de Waalsche bevolking heeft den indruk alsof de Koning hun het Hollandsch wil opdringen, ofschoon door hem feitelijk geen maatregelen in dien zin zijn getroffen geworden’ (blz. 9) en het verzwijgen van Frankrijk's aandeel. II. De Vlaamsche Taal en de Omwenteling van 1830 en de opeenvolgende Phasen van de Vlaamsche Beweging. Een volledige reactie in het talenregime gaat plaats grijpen. Er komt een bestendige maar onrechtstreeksche actie van de openbare machten maar... tijdens die periode zijn er gewelddadige maatregelen tegen het Vlaamsch genomen!!! Geen nieuwe inzichten, geen diepgang - nee maar, dan nog liever een rede van den koning, die zuiverder inzicht krijgt in Vlaamsche aangelegenheden (dixit J. Persijn). Men kan hier uitingen onderstreepen van den liberaal (rol der liberale partij bij de taalwetterij), den volksvertegenwoordiger (zijn aandeel(en) in de Vl. Beweging), den belg (over het activisme), den oud-minister (over Congo), den gouverneur der N.B. (de belgische financies). We hebben o.m. bezwaar tegen de scheeve, want simplistische, voorstelling der verbanning van Fredericq e.a. (voetnota 9.) en de vermeeende gelijkheid in de bestuurlijke taalwet van 1921, welke gelijkheid niet eens theoretisch bestaat. III. Geen gevaar noch voor het Fransch, noch voor Eenheid van het Land. Het moge volstaan te wijzen op de volgende zinnen: ‘Thans zijn de voornaamste hervormingen achter den rug en degene die nog moeten gebeuren zijn bijna verwezenlijkt’. ‘De Vlaamsche Beweging is een conflict tusschen Vlamingen’. ‘De artistieke en wetenschappelijke bewegingen (Waalsche en Vlaamsche - P.E.) zijn al even solidair’ die ons toelaten te besluiten dat de papieren bew ringen van Franck niet uit te drukken zijn in goud-frank.

Nog meer dergelijke redevoeringen en binnen een tiental jaren hebben wij het over ‘De Vlaamsche Nationaliteit en Belgische Beweging’.

Wie Fierens' ‘Het belgische Vaderland’ niet bezit, krijgt hier een samenvatting van dit werk.

 

PAUL EENVELD.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Barceloneesche reisindrukken

  • over Bibliographie van de moderne Vlaamsche literatuur 1893-1930. De Vlaamse tijdschriften (10 afleveringen)


auteurs

  • Jan Vercammen

  • Paul Eenveld

  • over Louis E. de Mey

  • over Lodewijk Franck


illustratoren

  • Michelangelo