Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 1 (1930-1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 1
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.04 MB)

Scans (50.39 MB)

ebook (14.04 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 1

(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 252]
[p. 252]

Boekbesprekingen

Theophilus. Christus-uren II. - Uitgave boekhandel Gudrun - Brussel 1931 gewone uitgave: frs. 20. -, prachtuitgave frs. 50.-

Neem, stille lezer, dit stille boek voor wat het zijn wil, en lees er niet in wat er niet in staat. Het wil niets vervangen en nog minder iets overbodig maken. Maar als gij iets zoekt voor uw beste ziel, dat gij niet vondt nog bij de menschen, dan zal u misschien uit den klank dezer woorden, de aanvoeling komen waarheen gij gaan moet om te vinden; alzo Theophilus in een kort woord aan de lezer, dat deze twede bundel Christusuren voorafgaat. Ik moet hier niet meer wijzen op de wondere manier waarop Theophilus deze stille heimnisvolle wereld van God heeft aangevoeld en gezien; noch op de zachte liefde waaruit deze woorden tot mysterieuze muziek zijn gegroeid.

Daarom verblijdt dit stille boekje ons zó, omdat het ons de liefde brengt waarnaar wij allen trachten. Lees het dus, opdat uw hart moge meejuichen en meeroeren op deze woorden: want waar twee samenkomen in één liefde, daar is de hoogste vreugd, zo die liefde zijn mag Gods Liefde.

Is de inhoud van deze ‘Christusuren’ een blijdschap voor het hart, de uitgave zelf is een lust voor het oog. Verzorgd door het Studio Novio, in twee-kleurendruk en versierd met tekeningen waarin wij J. Leonard menen te herkennen, komt deze uitgave zeker in aanmerking voor het schoonste boek van het jaar.

GEO ROZENBERG.

Rudolf Lonnes. Niederland. Ein Bùch jùnger flämischer ùnd holländischer Dichtùng. Deùtscher Brücke-Verlag. Duisburg. - In Seidenleinen 6. - R.M.

De Nederlanden liggen op 't kruispunt van 3 beschavingen, die mekaar de suprematie betwisten. Vooral Frankrijk, maar ook Duitschland en Engeland vinden hier voor hun boekenproductie 'n goed afzetgebied.

Wij trachten ons ± op de hoogte te houden van wat er in 't buitenland zooal verschijnt. En het ergert ons vast te stellen, hoe bitter weinig men in den vreemde over onze letterkunde weet.

Het is duidelijk dat we door de nauwe taalverwantschap vooral op Duitschland aangewezen zijn. - Zoo verschenen vroeger vertalingen in 't Duitsch van Conscience, Multatuli, Teirlinck, Streuvels, Buysse, Van Eeden, Couperus, Gezelle, Heyermans. In de laatste jaren behaalden Timmermans en Ernest Claes over den Rijn 'n groot sukses.

Maar dat we dichters hebben, werkelijke dichters en geen ‘poëten’ daar hebben ze geen benul van.

Buiten Gezelle, in de vertaling van R.A. Schröder (Insel. Verlag) en Pol de Mont (vertaald door Albert Möser) kende men onze dichters in Duitschland niet, geloof ik, en onze romans kunnen de vergelijking met de inheemsche productie niet of zeer moeilijk doorstaan.

'n Nederlandsch roman verwerkt zeer zelden 'n ‘interessante kwestie’, 'n probleem. En onze schrijvers werken met taalmiddelen die bij 't vertalen meerendeels zouden verloren gaan.

Gelukkig is er nu 'n verandering ten goede ingetreden. Rudolf Lonnes brengt ons in z'n boek ‘Nederland’ 'n reeks vertalingen uit het werk van 15 jonge Nederlandsche auteurs. Naast 'n tiental prozabrokken staan veel gedichten.

Het verschijnen van dit boek is voor onze kultuur 'n feit van overgroot belang.

Ziehier het plan van ‘Niederland’.

De Vlamingen A.J. Mussche - P. van Ostayen - G. Burssens - R. Minne - Marnix Gijsen.

De onafhankelijke Hollanders R. Mars-

[pagina 253]
[p. 253]

man - A. Donker - T. de Vries - J. Slauerhoff - R. Houwink.

De katholieke groep J. Engelman. - B. Verhoeven - A. Van Duinkerken - W. ten Berge - A. Kuyle.

De vertaler wil karakteristieke en belangrijke uitingen van 'n naoorlogsche generatie ‘sprachlich nachgestalten’, om 'n degelijk overzicht te geven van haar geestelijke houding en kunstprestatie. Het boek brengt werkelijk 'n klaar overzicht, al kan er natuurlijk gevit worden over 't al of niet opnemen van zekere figuren. - Zoo verklaar ik me niet waarom Wies Moens en J.C. Van Schagen ontbreken.

Wat van elk schrijver opgenomen werd is haast altijd karakteristiek, hetgeen men van de meeste bloemlezingen niet zeggen kan.

Van P. van Ostayen werden 3 gedichten uit het ‘Sienjaal’ overgenomen, en een uit het ‘Eerste boek van Schmoll’ (Landschap). Graag had ik nog 'n ‘zuiverritmischmuzikaal’ vers gevonden.

Ik vind het jammer dat geen inleiding de verzameling voorafgaat, om de schrijvers te situeeren in de geschiedenis van onze letterkunde, en om hun verhouding tot de voorgaande generatie aan te duiden. Niet dat ik er 'n leerboek van maken zou. 't Voornaamste is toch dat de Duitsche lezer de hem geboden lektuur genieten kan.

En dat kán hij, want de vertaling is puik. Het Duitsch klinkt me zeer natuurlijk, zóó dat men soms meent Pinthus' Menschheitsdämmerùng’ te lezen. Het oorspronkelijk vers werd zoo getrouw mogelijk nagevolgd, en Lonnes trachtte het eigen accent van elk dichter weer te geven.

Vergelijk 't volgende fragment bijv. met het oorspronkelijke. (Marnix Gijsen: Met mijn Nicht in den Tuin).

Sie hat ihre weiszen Zähne
schon prächtig blosz
gelacht.
Ihren jungen Leib modellierte der Wind.
Mit träger Gebärde und feinem Schuh
hat sie die Mutterkatze bedient,
die sich leise neben sie gewagt:
‘Du bist vom alten System’.
hat sie gesagt.

Uit het propaganda blaadje dat me met ‘Niederland’ werd toegezonden, vertaal ik nog dit: ‘Bij vier à vijf auteurs staan we bepaald voor Europeesche dichtkunst. Ik durf gerust verklaren dat de hier geboden poëzie de jongere Duitsche dichtkunst overtreft. Men hoeft maar de bloemlezingen “Neùe D.-Erzähler” (ed. Kiepenheuer) of “Jùnge D. Lyrik” (ed. Reclam) er mee te vergelijken om de diepere echtheid en het grooter artistiek vermogen der jonge Nederlandsche dichtkunst te vatten.’

Bovenstaande aantekening werd in nummer 7 onvolledig gedrukt. Daarom menen we wel te doen ze hier terug op te nemen, en ondertekend door Opdebeeck die het stuk schreef.

H. OPDEBEECK.

Joris Eeckhout. Herinneringen aan K. van de Woestijne - Steenlandt, Kortrijk. Prijs: frs. 20.-

Dit is geen studie, noch een uitstallen met belezenheid. Maar een boek, uit liefde en eerbied geschreven, door iemand die een vriend van de dichter was en trouw zijn herinneringen aan de dierbare afgestorvene verhaalt. Joris Eeckhout verdient hiervoor onze dank en vooral nog omdat hij V. de Woestijne belicht langs zijn schoonste zijde: zijn geloof en zijn goedheid en aldus een legende over het leven van deze grote vlaming uit de wereld helpt. Er zijn twee mooie fotos bijgevoegd.

A.D.

Dr J. Decroos. Dertig sonnetten van Shakespeare vert. en ing. - De Sikkel, Antwerpen.

De vertaling van deze gedichten valt te prijzen. Dr Decroos ontwapent in de inlei-

[pagina 254]
[p. 254]

ding de kritiek op de keuze der verzen. Het werk is zeer mooi en voornaam uitgegeven.

A.D.

Marcel Matthys. De doodslag. Roman. Uitgave ‘Excelsior’ Brugge 1926. Prijs: frs. 5.-

Het verhaal van het arme Euzenietje, dat mishandeld wordt door haar vader, die reeds haar moeder doodgemarteld heeft. Langzaam rijpt in haar het monsterachtig voornemen haar onmenselike vader te doden, voornemen dat zij ten uitvoer brengt, nadat haar vader het geluk vernietigde, dat tot haar kwam in de persoon van een arme maar goedhartige jongen.

De hoofdtrek van Matthys' persoonlikheid is zijn diep-menselikheid: het innig meevoelen voor het leed der arme godverlaten mensjes. Het gebeuren in dit boek is verpletterend en baldadig en nergens schijnt er in 't zwart bestaan van Euzenietje een genadestraal dóor. Het is een hachelik onderwerp, maar het werd door het liefdevol meewaren van de schrijver gered en op een katoliek plan geheven. Want het is niet uitsluitend door het onderwerp dat een kunstwerk katoliek is; het wordt dit door een behandeling van het onderwerp, die de katolieke levenshouding van de schrijver laat doorschemeren.

En waar een groot, diepvoelend hart als dat van Matthys aan 't vertellen gaat van de mizerabelste wezens, dan luisteren wij en worden wij door medelijden vatbaar gemaakt voor meer genade.

R. VERBEECK.

Gaston Martens. - De gierigaard. Groteske in drie bedrijven. Omslagteekening van Lode Segers. Uitgever Jos. Janssens Antwerpen.

Wat Gaston Martens mag bezield hebben om ook op zijne beurt ‘De Gierigaard’ te teekenen, kunnen we maar niet vermoeden. Dacht hij wellicht, dat het werk van Molière, van Hooft, en anderen zoovele leemten bood, en heeft hij die willen aanvullen; dan moeten we bekennen, dat de sympathieke schrijver van ‘De Grote Neuzen’ en van ‘het gouden Jubelfeest’ in zijn opzet is mislukt. Of was zijn doel, ons ‘de Gierigaard’ zooals die gaat en keert in het moderne leven, uit te teekenen, dan moet het ons van het hart, dat we spijts het gepraat over filmsterren, cow-boys en bokskampioenen, in het hoofdpersonnage de psyche van den modernen vrek niet herkennen.

Dit stuk is een mislukking, niet zoozeer door ontoereikendheid als door geschiktheid des middels. Synthetiseeren kan Martens niet. Hij is de tooneelschrijver bij de genade Gods, als hij ons heerlijke brokken geeft uit het leven dat hem omringt, dat hij kent, en dat hij ons dan beleven doet zoo intens schoon als maar weinigen dat kunnen.

RIK DELPORT.

E. Amter. Nieuwjaar. Karakterspel in één Bedrijf. Drukkerij. ‘Excelsior’ Zandstr. 13 St. Andries. Boekh. ‘Gudrun’ Em. Jacqmainlaan 100. Brussel. Prijs: frs. 2.50.-

Het bekende, en... versleten thema van het kleinburgersgezin, dat in een achterbuurtwinkeltje een flink centje verdiend heeft, en waarin het nieuwmodisch snobsengedoe twist en verdeeling zaait. De zoon is aan zijn oud midden ontgroeid - de dochter echter blijft hare eenvoudige omgeving getrouw. Moeder houdt het met haar zoon - de sukkel-vader staat naast de dochter.

Niets dan een schets-procédé afgekeken van Heyermans.

Zooiets schrijft men als dialogeeroefening, zonder ooit echter aan uitgeven te denken.

[pagina 255]
[p. 255]

E. Amter. Menschen in botsing. Tooneelspel in drie bedrijven. Drukk. ‘Excelsior’ Zandstraat, 13 St. Andries. Boekh. ‘Gudrun’ Em. Jacqmainlaan, 100, Brussel. Prijs: frs. 4.-

Weer eens een thema dat spijts handige omwerking, alles behalve oorspronkelijk is. De vader moet door zijn candidatuur, zijn partij naar een schitterende overwinning voeren. Zijn dochter die in de stad een misstap beging, brengt deze schoone plannen in gevaar. De familie wil echter het barre zaakje doodzwijgen, maar de kraaien in casu een kwezel van een tante, hangt het schandaal aan het klokzeel der gemeente.

Adieu vache, cochon... en grootsche politieke droomen. Vader is verbolgen, en wil de ongelukkige verstooten; maar de pastoor schudt de oude goede gevoelens weer wakker.

Weer eens flink gedialogeerd - een paar goede typen, en ditmaal een lijn waar spanning en beweging in zit.

E. Amter. Docus uit de acht zaligheden. Sprookjes in drie bedrijven. ‘Excelsior’ Brugge. Prijs: frs. 12.-

In dit soort werk is Amter me heel wat sympathieker dan in de beide hierboven beoordeelde tooneelstukjes, zijn spraakje staat heelemaal in het teeken van Ghéon, maar dan vooral voor het humoristisch-caricaturale. Amter mist echter dat frissche, dat naïve, dat de meeste stukken van Ghéon kenschetst. Mijns inziens is ‘Docus uit de jacht zaligheden’ wel wat eentonig. Vier personen die gedurende drie bedrijven almaardoor praten en altijd praten, zonder dat de lijn waarlangs het uiterlijk en innerlijk conflict - voor zoover men van conflict spreken mag - merkbaar klimt, moeten den toeschouwer per slot van rekening beginnen te vervelen.

Amter kan beslist een handig dialoog schrijven, maar hij wordt altijd slaaf van zijn eigen procédé.

Ingekomen boeken:

J.H. Wismans. OVERZICHT DER ENGELSCHE LETTERKUNDE. Uitgave ‘N.V. Paul Brand’, Hilversum. 135 blz. 13 1/2 × 19 1/2. Prijs: fl. 1.50.
Em. Frutsaert. GELOOFSVERDEDIGING. Uitgave ‘Excelsior’, Brugge. 138 blz. 14 × 21 cm. Prijs: frs. 7.-.
Em. Van Coppenolle S. ss. r. BIJZONDERE SACRAMENTENLEER. Uitgave ‘Excelsior’, Brugge. 360 blz. 15 1/2 × 23 1/2 cm. Prijs: frs. 28.-.
Leon Bloy. HET HEIL DOOR DE JODEN, vertaling van Leo De Roover. Uitgave ‘Steenlandt’, Kortrijk. 105 blz. 15 × 20 1/2 cm.
[pagina 256]
[p. 256]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H. Opdebeeck

  • André Demedts

  • René Verbeeck

  • Geo Rozenberg

  • Rik Delport

  • over Marcel Matthys

  • over Gaston Martens