Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 2 (1931-1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 2
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (197.31 MB)

ebook (8.05 MB)

XML (1.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 2

(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

Aantekeningen

De A.C.J.B. heeft op haar IVe Algemeen Kongres een daad gesteld, die pleit voor het inzicht van haar leiders. Vertegenwoordigers van de katolieke kunstenaarswereld werden opgeroepen om de rol van de kunst in de sfeer van de Katolieke aksie te bestuderen en in het licht te stellen. Zoo werden o.m. redevoeringen uitgesproken over ‘Littérature et Vérité’ (Léopold Levaux,) ‘La Poésie et l'Action Catholique’ (Camille Melloy,) ‘Le Roman et l'Action Cath.’ (Jean Valschaerts,) ‘La Critique et l'Action Catholique’ (Baron Pierre de Gerlache,) ‘L'Art et l'Action Catholique’ (Marcel Schmitz.) Deze redevoeringen werden gepubliseerd in de ‘Revue Catholique des Idées et des Faits’ nrs. 22-23.

Uit de studie van priester-dichter Camille Melloy haken we volgende passages los. De lezer zal er uit ervaren, dat de geest, die daaruit spreekt, verwant is met deze, welke de rondom ‘de Tijdstroom’ geschaarde jongeren bezielt. Wij doen dit, omdat deze geest hier in Vlaanderen op een onwaardige manier werd aangevallen door Katolieken van wie men dit het minst zou verwacht hebben en die aldus met een belachelike voortvarendheid hun misverstand hebben uitgestald.

Hier volgen dus enige verklaringen, die - let er wel op - in de schoot van de Katolieke Aksie werden afgelegd:

* * *

 

‘Au risque de provoquer d'énergiques protestations, je vous avoue d'abord franchement que je ne crois pas à la poésie sociale. Si quelque chose existe qu'on appelle de ce nom, il y a tout lieu de croire que ce n'est pas vraiment de la poésie, ou bien qu'elle n'est pas sociale dans le sens où l'on l'entend. Dans un sens large et très réel d'ailleurs, toute poésie (comme tout art) est sociale, parce qu'elle atteint le cerveau et le coeur de la société, et les rend, qu'elle le veuille ou non, meilleurs ou pires. Mais en parlant de poésie sociale, on entend désigner une certaine pseudo-poésie à tendances ou intentions sociales, et c'est ce grenre faux que je veux avant tout écarter du champ de notre discussion d'aujourd'hui.’

* * *

 

‘En outre (et j'aime, pour ma part, cette conception simple et jolie, qui est celle de Gezelle et de Jammes), le poète n'a qu'à obéir à sa loi, qui est de Dieu comme obéissent à leur loi toutes les créatures qui sont dans l'ordre. Guido Gezelle envie la pure simplicité, la “beauté non falsifiée des fleurs du fossé”, parce que, leur dit-il, “Al wat gij doet, is blomme zijn.” Il concrète là le principe d'une ascèse parfaite. Il n'y a aucun romantisme à croire à la mission providentielle du poète. Tous les peuples y ont cru, qui le considéraient comme un prophète, un voyant, un interprète du monde. sinon de Dieu’.

* * *

 

‘Dans le plan de Dieu, la destinée du poète est grande et sainte. Heureux est-il s'il se contente, simplement, de s'y conformer: il servira Dieu et les hommes. “Comme le saint achève en soi l'oeuvre de la Passion, dit Jacques Maritain, le poète, lui, achève l'oeuvre de la création collabore à des équilibres divins, déplace du mystère: il est connaturalisé aux puissances secrètes qui se jouent dans l'Univers.”.... “La poésie, dit-il encore, parce qu'elle décèle les allusions répandues dans la nature, et parce que la nature est une allusion au royaume de Dieu, nous donne, sans le savoir, un pressentiment, un désir obscur de la vie surnaturelle!”

... pourvu qu'elle (la poésie) soit pure, pourvu que le beau qu'elle reflète soit authentique, en opposition ni avec le vrai, ni avec le bien, elle exerce sur

[pagina 47]
[p. 47]

l'âme une action purifiante, la véritable catharsis, à laquelle on ne croit pas assez, et qui est réelle, prouvée par la quotidienne expérience des élites susceptibles d'émotion esthétique profonde. On ne demande donc nullement au poète catholique qu'il veuille, de volonté directe et explicite, exercer un apostolat quelconque, sinon celui qui est inhérent à son art. Je le répète avec Henri Ghéon, “l'art est menacé de défaillance et d'altération dès qu'il se soumet à des considérations étrangères - morales, sociales ou autres - d'un ordre purement humain.” - Même exempt (et j'oserais dire: surtout exempt) de ces préoccupations étrangères son oeuvre sera catholique, bienfaisante, rayonnante, à une seule condition, essentielle, à la vérité: que sa pensée, sa sensibilité, sa vie entière soient foncièrement nourries de sève chrétienne’

* * *

 

‘Lui demanderons-nous de ne traiter que des sujets religieux? Mille fois non! Tous les grands thèmes humains sont à lui: la vie, l'amour, la joie, la douleur, la mort, le monde visible et l'invisible, la nature et le surnaturel. Mais il les abordera en catholique, et ceux de ses chants qu'on est convenu d'appeler profanes seront encore une forme mélodieuse de sa prière. - Ainsi donc, pour nous résumer: que le poète soit vraiment, pleinement chrétien. Mais que ce vrai chrétien soit vraiment, pleinement poète résolument farouchement artiste. Qu'il exprime son rève de beauté dans une matière parfaite, pure de scories: son oeuvre sera belle. - ce qu'il faut qu'elle soit, sous peine de n'exister point, - et par surcroît, elle sera bonne et bienfaisante.’

Jan van Ruusbroec viering.

Dit jaar op den 2n December is het 550 jaar geleden dat de Grootmeester der Nederlandsche mystiek ter Godsschouwing werd geroepen. Een hooggetijde onzer religieuze en letterkundige beschaving dat waardig moet gevierd worden. Naast de comités die zich hebben gevormd om Jan van Ruusbroec als Nederlander en Gelukzalige te verheerlijken, en in verstandhouding met hen, zal het uitgeversbedrijf ‘Het Kompas’, te Mechelen het zijne bijdragen om deze herdenking te bestendigen. Het Kompas heeft daarom besloten een tweevoudige uitgave van 's Meesters werken te bezorgen. Deze zijn in de meeste boekerijen niet te vinden, want de volledige uitgave door David en de gedeeltelijke door Ph. Muller zijn reeds lang uitverkocht, en slechts in handen van geleerden en bibliophielen.

Eerst en vooral, verschijnt in 4 deelen, de middelnederlandsche tekst naar het standaard-handschrift van Groenendael, verbeterd of uitgelegd, waar het noodig is, door andere handschriften of latijnsche vertalingen, en voorzien van de gewenschte inleidingen en woordenlijsten.

Aldus kan op korten tijd, aan de breedere schaar van Nederlandsche intellectueelen en letterkundigen het volledig werk van Ruusbroec opnieuw worden aangeboden in een tekst die vertrouwbaar is en zijn belang bewaart, ook al moest het, bij de critische uitgave, voor eenig afzonderlijk tractaat verkieselijker blijken een anderen codex tot ligger te nemen.

Daarnaast, om aan den wensch der wetenschappelijke kringen te voldoen en in een noodzakelijk langzamer tempo, de critische uitgave van elk der tractaten afzonderlijk, waarbij, om het kort te vatten, niets verwaarloosd zal worden van wat, met het oog op den tekst, zijn geschiedenis en den inhoud, tegenwoordig wordt vereischt.

Als geestelijk monument der eigenlijke feestviering, zal een gedenkboek, in een twaalftal monographiën door tal van vakgeleerden, een algemeen overzicht geven over den huidigen stand der Ruusbroec-studie. Door de nieuwe synthese van de vele over reeds talrijke uitgaven en tijdschriften verspreide gegevens, zal dit overzicht ook aan het verdere wetenschappelijk onderzoek een welkome hulp bieden.

Van de tekstuitgave verschijnt het eer-

[pagina 48]
[p. 48]

ste deel voor December. Het zal Ruusbroec's twee eerste werken, ‘Dat Rike der Ghelieve en Die Chierheit der Gheesteliker Brulocht’ bevatten. Het Gedenkboek, getiteld: ‘Jan van Ruusbroec, Leven en Werken’ zal op 2 December verschijnen. Van de critische uitgave verschijnt in het voorjaar 1932 als eerste tractaat het meesterwerk onzer mystiek, ‘Die Chierheit der Gheesteliker Brulocht’.

De wetenschappelijke verzorging dezer uitgaven heeft het Ruusbroecgenootschap, te Antwerpen gevestigd, op zich genomen, terwijl voor de technische zijde het Mechelsche Kompas zal instaan.

Vlaanderen geheel verfranscht en verwaalscht?

Onder de rubriek ‘Flandre’ staat in Le Larousse du XXe siècle o.m. het volgende te lezen: Le pays flamand, où se mélangent les deux langues française et wallonne (v. Flamand), appartient presque tout entier au royaume belge, où il forme deux provinces: la Flandre-Occidentale et la Flandre-Orientale, peuplées de Flamands enz. Volgens die twintigst-eeuwsche fransche wetenschap is de taal die in Vlaanderen wordt gesproken dus een mengelmoes van Fransch en Waalsch.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken