Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 2 (1931-1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 2
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (197.31 MB)

ebook (8.05 MB)

XML (1.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 2

(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

Taal en Literatuur
Stijlstudie   Werner Van Waas

W. Kramer: Literatuur en stijlstudie. Uitgave ‘J.B. Wolters’. Groningen, Den Haag, 1930. Gen. fl. 1.70 Geb. fl. 1.90.

W. Van den Ent: Gedichten lezen (2 dl.). Uitgave ‘H.D. Tjeenk Willink’, Haarlem.

W.L.M.E. Van Leeuwen: Dichterland. Uitgave ‘Van Gorcum & Co. N.V. Assen’. 3e druk.

Herman Middendorp en Chr. M. Metzlar: Stijl. 4 dl. Uitgaven ‘N.V. Uitgeversmaatschappij W.E.J. Tjeenk Willink Zwolle’ I en II fl. 0.90; III fl. 1. -; IIIa en IV fl. 1.20.

Nog vier werken, die we gerust aan de Vlaamse taalleeraars kunnen aanbevelen. Het heeft voor Vlaanderen natuurlik zijn gevaar in Holland de handboeken voor de leerlingen te gaan halen. Maar door armoede zijn we soms genoodzaakt. Want dat is dan toch nog altijd beter, dan zijn toevlucht te nemen tot gebrekkige of minderwaardige handboeken.

Vooreerst dus het boek van W. Kramer. Het heet te zijn: een oefenboek voor de hoogste klassen van scholen voor middelbaar onderwijs en voorbereidend hoger onderwijs. Het wil de stijl der leerlingen vormen door het voorbeeld der meesters. Daarmee staan we meteen mijlen ver van de klassieke plannenmanie en wettenpetitie, die je onthoudt, juist tot je een opstel begint. Konden we nu vooral eens onthouden dat kunst leven is, dat poëzie zich niet vangen laat in schoolboekregelen. Er is niets zo vreemd aan de kunst aan het wetenschappelik-dogmatiese.

De grote belangstelling van Kramer gaat naar het proza. Dat is te verdedigen. Maar W. van den Ent zal de poëzie verdedigen, omdat een gedicht een geheel vormt (bij proza is men gewoonlik op fragmenten aangewezen) en door zijn konsentratie de studenten meer laat denken. Maar nu hoor ik daar weer iemand zeggen: taal is voor de twee derden gevoel! En die heeft gelijk.

De keuze der stukken lijkt ons prachtig, voor het doel, dat het boek is gesteld.

[pagina 91]
[p. 91]

Hoe werkt nu de schrijver? Eerst geeft hij het fragment of het gedicht, daarop volgt een nota over de inhoud, de techniek, en de literaire waarde van het stuk. Maar het grootste deel der belering is voorbehouden aan de vragen. Het gaat er meest om de stijlbizonderheden, het gebruik der woorden, en de psychologie der personen in haar verband met de woordkeuze. Het verstandelike wegcijferen en geheel het begrijpen overlaten aan de intuïtie van de leerling is natuurlijk verkeerd. En is er niet alleen het begrijpen, maar de stijlvorming, die verstandelike kontrool veronderstelt. Als het gepaste vragen zijn, zijn die best op hun plaats en dat is hier het geval. Alles saamgenomen: een verrassendmooi schoolboek!

Zoals we reeds zegden beperkt ‘Gedichten lezen’ zich tot poëzie. De schrijver noemt het boek: stylistiese leesoefeningen. Men kan de leerlingen zelf aan 't werk zetten om te antwoorden op de gestelde vragen. Ook voor een eksamen kan hier best gekozen. En tenslotte kan de leeraar het boek ook gebruiken voor kontrool over de vorderingen der studenten en voor steloefeningen. In de inleiding, die beide deeltjes voorafgaat, vindt de leeraar trouwens voldoende aanwijzingen voor het gebruik.

Als de schrijver zegt, dat ‘Gedichten lezen’ verondersteld wordt te bestaan neven bloemlezingen en verzenbundels (ja, ook verzenbundels!) dan kan dat feitelik van de drie hier behandelde werken gezegd. En die auteur heeft het goed voor, waar hij zegt: de leesles is de beste taalles, maar iedere leesles moet niet een taalles zijn.

Nu kan er getwist over de gekozen gedichten. De redenen door van den Ent opgegeven, om het werk der ‘nieuwste’ dichters te weren (als gaande boven de bevatting en liggend buiten het gevoelsleven van de meeste leerlingen) kunnen ons inziens niet gelden, zeker niet in die algemene vorm gesteld, en we geloven dat b.v. Marsman of Moens meer aantrekkelikheid zullen hebben voor de studenten dan b.v. Constantijn Huygens of Staring, die Cats navolgt. Gezelle ontmoetten we in de drie werken, al begrijpen we voor hem niet de keuze in ‘Gedichten lezen’. In 't algemeen mag men zeggen dat de keuze der gedichten beter kon, en soms afwijkt tot buiten het gezichtspunt van de auteur, dat is: een geestig verhaal, een les van levenswijsheid, een schone gedachte

[pagina 92]
[p. 92]

uitgedrukt in een krachtige, beeldrijke taal met een mooi rythme. Er kon misschien aan de schoonheid een groter belang gehecht.

De vragen bedoelen bizonder het begrijpen van de zin en de gedachte van de schrijver, en de aandacht wordt getrokken op de persoonlike tekniek en het persoonlik taalgebruik. Sommige bedoelen grammatiese ontwikkeling, maar die zijn gelukkig herleid tot een minimum. Veel belang wordt gehecht aan de ‘Ars poëtica’. We denken echter dat de schoonheid van de vorm te zeer wordt bevoordeligd ten koste van de ziel. En we zouden wel willen zeggen, dat het inzicht hierin een bizondere faktor is tot het doorvoelen van een gedicht.

Daarom heeft van Leeuwen's ‘Dichterland’ ons zo verrast. Het draagt als motto:

 
Wer den Dichter will versteh'n
 
Musz in Dichters Lande geh'n.

en het is opgedragen aan ‘al degenen die verlangend zijn in het rijk der poëzie binnengeleid te worden’. Daarmee is meteen het doel van het boekje aangegeven. Ook hier wordt het proza geen plaats geschonken. En de stijlvorming is voor de schrijver een van zijn ‘moindres soucis’. Toch is ze niet uit het oog verloren, waar de stukjes in hun tekniek (als middel tot het bereiken van schoonheid) worden besproken. De keuze der stukken doet hier frisser aan dan bij van den Ent, al hadden we ook hier graag gezien, dat onze tijd nog dichter was benaderd.

Van een schoolboek heeft deze ‘inleiding tot het genieten van poëzie’ niets. De leerlingen worden in de psyche van de dichter binnengeleid door iets als een parafraze in proza van het behandelde gedicht. Goed is, dat die het gedicht voorafgaat, evenals de verklaring der tekniese schoonheid. Daardoor wordt het direkte doorvoelen rechtstreeks en zeer in de hand gewerkt. Ook vindt de leerling telkens een korte bio-bibliografiese nota.

Zou een boek als ‘Dichterland’ maar dan histories, en tevens hoger en breder opgevat, niet een blije geboorte zijn voor van Duinkerken en Knuvelder?

Het vierde werk loopt over vier delen. Voor scholen met driejarige kursus is er een derde deel A, dat een kompilatie is uit het derde en het vierde deel.

[pagina 93]
[p. 93]

De schrijver stelt aan stijlonderwijs een dubbel doel: eerstens, de leerlingen een behoorlike stijl doen krijgen en tweedens, de stijl van de anderen leren begrijpen, ook die van de kunstenaars, inzicht verkrijgen in de literaire stijl in 't algemeen, en in de verschillende vormen van woordkunst in het bizonder. Het eerste en het twede deel bevatten nagenoeg uitsluitend oefeningen, aangepast aan het dubbel gesteld doel. En goed aangepast ook. Het derde deel is reeds meer theoreties, en handelt grotendeels over taal- en stijlverschijnselen. Hier weer wordt van de gezonde gedachte uitgegaan, dat wat vroeger als stijlbloempjes werd beschouwd, als b.v. de tropen, feitelik zeer belangrijke faktoren zijn geweest in de algemene taalontwikkeling. Bij de woordkunstenaars, met hun sterker taalbewustzijn, worden ze echter verfijnd en krijgen ze een bizondere betekenis. Die gedachte, gekomen met het niewe taalinzicht voor het eerst verspreid door ‘Taal en Letteren’, is vrijwel algemeen doorgedrongen in de Noord-Nederlandse schoolhandboeken. En Vlaanderen begint te volgen.

Het vierde deel behandelt uitsluitend stijl- en letterkunde, en is feitelik een handboek voor ‘Woordkunst’. Afzonderlik genomen moet het natuurlik onderdoen voor het werk van Poelhekke, waarop we hier eerlang terugkomen.

Maar in zijn geheel genomen verdient ‘Stijl’ van Middendorp en Metzlar een plaats op het boekenrek van al onze taalleraars. En waarom niet in de handen van onze leerlingen?

We willen er nog even de aandacht op vestigen, dat in ieder der hier genoemde werken de schoonheid niet wordt verklaard van wetten uit (die trouwens altijd te zwak lijken om de echte waardkunst altijd onder hun bedwang te houden!) maar van haar scheppers uit. We zijn er dus al aardig op vooruitgegaan. In Holland zal men bij die zin misschien vreemd op kijken, als naar iets dat twintig jaar geleden reeds is gezegd. Maar we zegden het reeds: Vlaanderen begint te volgen.

Al de hier besproken boeken zijn handig en prettig uitgegeven, zoals het een schoolboek past. Het aandeel van de uitgever in het samenstellen van een goed schoolboek is waarachtig ook belangrijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Literatuur- en stijlstudie

  • over Gedichten lezen. Deel 2

  • over Dichterschap en werkelijkheid


auteurs

  • Jan Vercammen

  • over Herman Middendorp