Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 2 (1931-1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 2
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (197.31 MB)

ebook (8.05 MB)

XML (1.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 2

(1931-1932)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 569]
[p. 569]

Aantekeningen

Plannen.

In de loop van zijn derde jaargang, en we hopen al heel gauw, zal de Tijdstroom een geïllustreerd dubbelnummer brengen, gewijd aan de jongere Vlaamse lyriek, dat tevens in de boekhandels zal verkrijgbaar gesteld worden voor niet-abonnenten.

Tevens hopen we onze groet te brengen aan de zozeer vergeten Limburger Alfons Jeurissen, van wie men hierna een levensschets vindt.

Alfons Jeurissenhulde.

Te Hasselt wordt een Alfons Jeurissenhulde voorbereid.

Alfons Jeurissen zag het levenslicht te Hasselt op 19 Mei 1874. Zijn vader, Arnold, een zanger met een machtige basstem, kapelmeester in de hoofdkerk, heeft veel invloed gehad op de artistieke vorming van de kleine Fons.

Van 1882 tot September 1893 volgde Jeurissen de lessen van het St. Jozefskollege. In 1899 werd hij tot tolbediende benoemd.

In 1906 gaf hij het aangrijpend verhaal ‘Broeder Bertus’ uit.

In 1907 werkte hij te Lanaken aan zijn ‘Heikleuters’. In 1910 zag zijn meesterlike drieluik ‘Op de vlakte’ het licht. ‘Van Levenden en Dooden’, ‘Heksendans’ en afzonderlike typies Kempische novellen verschenen tussendoor in de tijdschriften en werden samen met vroegere schetsen gebundeld. Vermelden we nog zijn ‘Drie Furiën’ (1917).

Moeilijke dagen kende de man, met zijn talrijk gezin. Materiële zorgen richten hem echter te gronde. Zijn gestel leed er onder. Na een slepende ziekte overleed hij op 18 Juni 1925.

Pas na zijn dood is men beginnen te ontdekken welke heerlike aanwinst zijn Limburgse Novellen voor onze letterkunde zijn.

De Poolse schrijver A. Mickiewicz zou vermoord geweest zijn.

Uit Warschau wordt gemeld, dat de h. Boy, schrijver en joernalist, in een letterkundig blad van genoemde stad, een artiekel heeft laten verschijnen, waarin hij verklaart kennis gekregen te hebben van zekere dokumenten, waaruit volgen zou dat Adam Mickiewicz, de grootste dichter van Polen, geen natuurlike dood zou gestorven zijn, maar zou vermoord zijn geworden te Konstantinopel, door een landgenoot, een vooraanstaand persoon uit de Poolse uitgewekenen. Mickiewicz zou gemengd zijn geweest in een zaak welke hem en heel Polen zou met schande overladen hebben. De h. Boy veronderstelt dat het ging over de vorming van een Israëlities legioen. Dit ontwerp zal zekere Poolse uitwijkelingen niet hebben behaagd, die rondom graaf Ladislas Zamoyski gegroepeerd waren.

Het artikel van den h. Boy heeft veel opschudding verwekt in de Poolse pers.

De Toekomst van het Toneel.

Tijdens een persgesprek met de reporter van een Nederlans dagblad heeft de bekende toneel-artist Max Reinhardt onlangs als zijn overtuiging te kennen gegeven dat toneelkrisis ekonomiese krisis is.

‘Deze zal echter niet zoo spoedig ten einde zijn, zeide hij. En wat nut is er te verwachten als ons publiek niet over de noodige middelen beschikt? Maar ik geloof daarenboven, dat er ook dan nog een tooneelcrisis zijn zal, wanneer het publiek weder geld in den zak heeft. Economisch zal het ongetwijfeld beter worden. - doch opbloei van het toneel is niet te verwachten. De tijden worden anders, zij zullen een andere kunst, een ander tooneel eischen.

‘Ons tooneel is te duur in het bedrijf: dus is het gevolgelijk ook voor het pu-

[pagina 570]
[p. 570]

bliek te duur. Met het kunstzinnige tooneel zijn tegenwoordig bijna geen zaken meer te maken. Het publiek blijft weg, omdat het tooneel te duur geworden is en bovendien te onverstaanbaar, terwijl de bioscoop meer voorstellingen kan geven en de gelegenheid tot fantastische reizen en ensceneeringswonderen biedt.

Men diende het publiek, dat goede voorstellingen bezoeken wil, te subsidieeren - in Rusland gebeurt dat en het levert resultaten.

‘Oplossing van de tooneelcrisis zal op geen enkel gebied, op geen enkele manier alleen maar “terugkeer” zijn, besloot Reinhardt. Er staat iets nieuws te komen en we willen de ervaringen van een geheel tooneelleven niet verachten...’.

De katolieke dichters in de Verenigde Staten.

In de Verenigde Staten is een ‘Catholic Poetry Society of America’ opgericht, die haar zetel te New-York heeft.

Volgens de statuten van de Society zijn er drie soorten van leden: Academy Members, Executive Members en General Members.

De eerste kategorie moet aan het genootschap het nodige prestige geven. De ‘Academy members’ worden gevormd door ten hoogste drie-en-dertig leidende katolieke dichtersfiguren. Zij worden voor hun leven benoemd en vullen eventuele vacatures aan door een verkiezing, waarbij zij zelf alleen stemrecht hebben. De voorzitter en onder-voorzitters van het genootschap worden uit de ‘Academy members’ gekozen. Thans zijn het pater Charles O'Donnell C.S.C., voorzitter, en Theodore Meynard, Agnes Repplier, Joseph Campbell en Aline Kilmer, onder-voorzitters.

Er is verder een ‘executive board’ van twintig leden, die de overige functionarissen van het hoofdbestuur leveren. Ook zij voorzien zelf in de aanvulling van hun aantal.

Gewone leden kunnen allen zijn, die de dichtkunst beoefenen of belangstelling hebben voor de poëzie en de katolieke letterkundige beweging. Ook niet-katolieken kunnen tot het genootschap toetreden.

Veel stelt men zich voor van de werkzaamheid van plaatselike clubs, zooals er reeds gevormd zijn te New-York, Buffalo en aan de Georgetown-universiteit te Washington.

Men hoopt het bulletijn van de Society, dat onder redaktie staat van John Gillard Brunini, tot een tijdschrift te kunnen laten uitgroeien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken