Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdstroom. Jaargang 4 (1933-1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 4
Afbeelding van De Tijdstroom. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdstroom. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.93 MB)

Scans (103.03 MB)

ebook (8.87 MB)

XML (1.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdstroom. Jaargang 4

(1933-1934)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 412]
[p. 412]

Aantekeningen

Errata.

In de ondier den titel ‘Duitsche Poëzie’ in Tijdstroom, April 1934 verschenen bijdrage zijn door den drukfoutenduivel groote verwoestingen aangericht. De tweede helft van de tweede strophe van ‘Het hoveken’ op bl. 313 moest luiden:

 
Hij steekt zoo diep verscholen,
 
Hij hangt er welbehoed;
 
Bij minne moet hij ter scholen
 
Die mijn hoveken opendoet.

De tweede strophe van ‘Bij Liefje’ op bl. 314 dient aldus gelezen:

 
Aan 't voeteind van mijn liefje
 
Daar springt een bronneken koud,
 
Wie uit die bron mag drinken
 
Herkwikt en wordt nooit oud:
 
Daar heb ik uit gedronken.
 
Mijn harteken werd gezond,
 
Nog liever zoude ik zoenen
 
Mijn lievekens rooden mond.

In den tweeden regel van de slotstrophe van de ballade: ‘De Ridder en zijn meid’ staat Hein lei men. Lees: Hem lei men.

De naam van den dichter van wien op bl. 318 twee gedichten vertaald zijn is: Richard von Schaukal. De vierde regel van Zomeravond moest luiden:

over de wereld vloeit de onzichtbre nacht (in steê van de onzichtbare nacht).

Franse Prijzen.

Het ‘Huis voor de Dichtkunst’, stichting Emile Blemont, te Parijs, heeft zijn jaarlikse prijzen toegekend.

In de jury, voorgezeten door Jean Valmy-Baysse, zetelde de h. Michelet als vertegenwoordiger van de Minister van Nationale Opvoeding.

De Edgar Poe-prijs, groot 5000 frank, is toegekend aan Camille Melloy. voor zijn boek: ‘Enfant de la Terre’.

De laureaat is een landgenoot, woonachtig te Melle, bij Gent.

De driejaarlikse prijs voor Franse letterkunde, ten bedrage van 10.000 frank, is toegekend geworden aan Frans Hellens voor zijn roman ‘Fraîcheur de la Mer’.

De jury was voorgezeten door Hubert Krains, voorzitter van de Belgiese Vereniging van Franstalige schrijvers.

De Renaissance-prijs voor Franse literatuur, gesticht in 1921, is toegekend geworden aan Pierre Drieu La Rochelle voor zijn boek: ‘Comédie de Charleroi’.

Drieu La Rochelle, geboren te Parijs in 1893 uit een Normandiese familie, is in het begin van de oorlog gekwetst geweest te Charleroi. Nadien nam hij deel aan de ekspeditie naar de Dardanellen en in 1916 is hij zwaar gewond geworden bij Verdun.

‘Comédie de Charleroi’ is een bundel oorlogsverhalen.

Walschap in Duitsland.

De trilogie van Walschap, in het Duits vertaald onder de tietel ‘Die Sünde der Adelaïde’, schijnt niet het sukses te hebben, dat men verwachtte. Tans is ook ‘Trouwen’ vertaald en verscheen bij het Insel-Verlag onder de tietel ‘Heirat’.

De letterkundige nalatenschap van Rimbaud.

De nichten van Arthur Rimbaud, de dochters van zijn broer Frédéric, hadden bij monde van advokaat Henri Robert hun rechten op de nalatenschap laten gelden. De ‘Mercure de France’ en mevrouw Dufour, vertegenwoordigende de rechten van wijlen Isabelle Rimbaud, zuster van de dichter, hebben daartegenover hun rechten laten bepleiten. Hun advokaten gingen van het standpunt uit, dat. hoe dan ook, die rechten verjaard zijn. Arthur Rimbaud is in 1891 gestorven en het proces werd eerst in 1927 aangegaan. Zeven en dertig jaar lang werd van die zijde niets ondernomen tegen de stilzwijgende afspraak van de familie, welke aan Isabelle

[pagina 413]
[p. 413]

de verzorging der werken van haar broer overliet. En de rechtsgeleerde raadsman van de Mercure, die zich den dank van ieder letterlievend mens verworven heeft door de uitgave van diens werken, bewees hoe ongerijmd de beschuldiging is als zou deze uitgeverij met Isabelle geheuld hebben ten einde Frédéric van zijn rechten te beroven.

Het is dwaasheid voor te geven, dat deze van Arthurs dood onkundig gebleven zou zijn. Zijn lijk werd van Marseille naar Charleville vervoerd en daar begraven. Een steen in zijn geboortehuis en het standbeeld tegenover het station bewijzen, dat Frédéric er alles van moest weten. De Mercure eindelik heeft Isabelle de bescheiden bedragen uitgekeerd, die de verkoop van de werken opbracht, 1.880 fr. van 1898 tot 1912.

Over een week zal het Openbaar Ministerie konkluzie nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken