Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 1

[p. 207]

Notas

‘Dagboek’ van Tolstoï

‘Waar de grens ligt tussen proza en poëzie, zal ik nooit kunnen begrijpen. De vraag is opgeworpen in stijl-handboeken, en het antwoord gaat mij te boven. De poëzie is wat in verzen is, proza wat niet in verzen is. Of nog, poëzie is om het even wat, uitgezonderd zakelijke documenten en schoolboeken.’

‘Ideas of Good and Evil’ van Yeats

‘De beperking van zijn gezichtsveld kwam door de grote intensiteit van zijn visie; hij was een te letterlijke realist van de verbeelding, zoals anderen het zijn van de natuur, en daar hij geloofde dat de beelden van het geestesoog, opgevoerd door de inspiratie, eeuwige wezens waren, symbolen van goddelijke bestanddelen, haatte hij elke stijlgratie, die er de lijnen van kon verduisteren.’