Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 8 (1851)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 8
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.48 MB)

Scans (1177.89 MB)

ebook (5.96 MB)

XML (3.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 8

(1851)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 161]
[p. 161]

Godgeleerdheid. - Wijsbegeerte. - Staatkunde. - Opvoeding en onderwijs.

Zes stellingen over het ultra-protestantismus.

I. Het ultra-protestantismus is een hartstogt der Protestantsche kerk.

De Roomsche kerk wil heerschen. Het autoriteitsbeginsel is het hare. Wie zich aan hare heerschappij onttrok poogt zij er onder terug te brengen. Haar wezen dringt er haar toe met onweêrstaanbaren drang. Zij moet de vernietiging der Protestantsche kerk bedoelen. Deze verdedigt zich. Zucht tot zelfbehoud, iedere vereeniging eigen, als ieder individu, noopt er haar toe. Wordt die zucht heerschend, zoodat zij alle anderen onderdrukt, dan ontstaat de hartstogt van het ultra-protestantismus, dat zijn naaste doel ziet in zijne handhaving tegen Rome, zijn laatste in Rome's vernietiging. Het videant consules wordt een delenda Carthago.

II. Het ultra-protestantismus is blind.

Hartstogt benevelt. Het ultra-protestantismus is blind voor Romes goed, de roeping der protestantsche kerk, Gods weg.

De Roomsche kerk heeft Christelijks: Zij belijdt den Vader, gelooft in den Zoon, in haar werkt de Geest. Zij heeft Christelijke liefde, Christelijken moed, Christelijke kracht, Christelijke eeredienst. De Roomsche kerk is eene lagere ontwikkeling van het Christelijke bewust zijn. Langs omwegen voert zij tot God, maar zij voert tot Hem. Het ultra-protestantismus ziet het niet. Van den booze zou Rome's oorsprong, heidensch zijne eeredienst, duivelsch zijne bedoeling, onchristelijk geheel zijn wezen zijn.

De Protestantsche kerk heeft haar ideaal nog niet verwezenlijkt: zij miskent de werking des Geestes in de ontwikkeling der kerk, is eenzijdig verstandelijk, helt over tot subjectivisme. Dat miskent het ultra-protestantismus; in zijne oogen is de Protestantsche kerk de volmaakte, hare opvatting van het Christendom de alzijdige. Haar roeping om niet slechts voort te protesteren tegen onwettig gezag, maar ook zichzelve op te bouwen op haren grondslag, het zaligend geloof in Christus, verliest zij daarom uit het oog. Zij acht zich reeds aan het doel. Zij vergeet hare roeping om meer kerk te worden.

Gods weg miskent het ultra-protestantismus. Eene kerk, door God eeuwen lang bewaard, nog gedragen, kan niet antichristelijk zijn; eene school, waarin

[pagina 162]
[p. 162]

God millioenen opvoedt tot Christus, kan niet van Gods Geest verlaten zijn.

Het ultra-protestantismus miskent het wezen des Christendoms. De gaven des Geestes zijn velen. Na den Heer werden ze nooit in één individu vereenigd, in ééne kerk evenmin: aan elk is eene zijde van het Christendom ter ontwikkeling toevertrouwd: allen te zamen maken één ligchaam uit. Het is miskenning van het ligchaam, wanneer de hand tot den voet zegt: gij behoort niet tot ons, wij hebben u niet noodig.

III. Het ultra-protestantismus is zwakgeloovig.

Het acht de Protestantsche kerk (en met regt) eene hoogere ontwikkeling van het Christendom, en toch, jammert het, als ware haar val nabij en Rome's nieuwe heerschappij aanstaande. De vernietiging der ware kerk door de valsche acht zij mogelijk onder het bestuur van den Heer der kerk, onder de regering van den God des lichts.

IV. Het ultra-protestantismus is verderfelijk voor de Protestantsche kerk.

Hartstogt geeft den geheelen mensch eene valsche rigting: al zijne zielskrachten worden dienstbaar gemaakt aan het streven naar het doel, dat de hartstogt zich heeft voorgesteld. Als met het individu is het met de Protestantsche kerk. In de vernietiging van Rome haar eenig doel ziende, legt zij eenzijdigen nadruk op het formele beginsel der hervorming, om het materiële uit het oog te verliezen, voedt zij bij hare leden liefdeloosheid, bekrompen' waan, zelfverheffing, vergeet de ontwikkeling van het practische Christendom. Zij verlaagt zich door hare bondgenooten: strijdende tegen eene staatkundige partij, die zich met het Katholicismus maskert, laat zij zich tot aansluiting aan wereldlijke partijen verleiden, van den valschen grondregel uitgaande, dat de vijanden harer vijanden hare vrienden zijn. In Italië huwt het zich, tegen over het absolutisme, aan het staatkundig liberalisme, in Nederland sluit het tegen de partij van den vooruitgang, die Rome vleit, een verbond met het stelsel van behoud en reactie. Een' oogenblik zelfs liet het zich bekoren door het democratische ongeloof, juichte in het Duitsch-Katholicismus en stelde Ronge nevens haren Luther.

V. Het ultra-protestantismus is schadelijk voor het Christendom.

Uit te gaan van den gemeenschappelijken grondslag, waarin men één is, moet het beginsel der polemiek zijn, verzoening van het strijdige in hoogere eenheid het doel. Wordt de gemeenschappelijke grondslag door het ultraprotestantismus miskend, dan is verzoening onmogelijk, wordt de klove tusschen de beide hoofd-afdeelingen der Europesche Christenheid wijder, de kracht der kerk in burgerkrijg verspild, de vereeniging der Petrinische en Paulinische kerken in eene Johanneïsche vertraagd.

De vijand moet er bij winnen: nog staat tegenover de Christelijke kerk de anti-christelijke wereld: Jodendom, Heidendom, Mohammedanisme, en het dreigende ongodistische moderne barbarisme. Ze te bestrijden tot ze vernietigd zijn, is de roeping des Christelijken legers; maar wanneer de onderscheidene afdee-

[pagina 163]
[p. 163]

lingen elkander den verdelgingskrijg aandoen, worden de krachten verdeeld en verteerd, de toekomst des Heeren vertraagd.

VI. Het ultra-protestantismus moet bestreden worden door de middelen, welke de psychiatrie tegen den hoogmoed voorschrijft.

Afstemming: op het onvolmaakte der Protestantsche kerk, haar nog niet bereikt doel, haar eenzijdigheid en gebrekkige praktijk moet zij gewezen worden.

Opwekking: van achting voor het edele, Christelijke in hare mededingster; - van het gevoel van gemeenschappelijk belang en gemeenschappelijk gevaar; - van de liefde, die alles verzoent, uit God is en tot God voert.

-S-


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken