Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 10 (1853)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 10
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.80 MB)

Scans (1136.40 MB)

ebook (6.35 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 10

(1853)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

De wolke van getuigen.

Levensschetsen van vrienden en vriendinnen des Heeren, uit vroeger en later tijd. Naar het Hoogduitsch van A. Neander, C. Ullmann, J.P. Lange, F.W. Krummacher, A. Tholuck en anderen, door B.J. Westerbeek van Eerten. Predikant te Varsseveld. Rotterdam bij W. Wenk.

Het is niet altijd een aangenaam en verblijdend schouwspel, dat de geschiedenis der Christelijke kerk ons aanbiedt. Het is vaak of wij staren op eenen donkeren hemel met nevelen en wolken bedekt, waardoor de zon hare stralen niet kan schieten, maar de roode vernielende bliksemstraal van tijd tot tijd heenflikkert. Het is soms of wij eene hevig bewogene, stormachtige zee voor ons zien, in wier diepte monsters van allerlei soort wemelen, en waar de golven woedend elkander bestrijden. - Maar des te verblijdender is het wanneer het oog door de nevelen heen, en boven die golven en wolken, hier en daar eene enkele ster ziet flonkeren, wier heldere glans van hoogere liefde vrede en vreugde tot ons spreekt. Wat is de geschiedenis der Christelijke kerk, zoodra zij de jaren harer eerste bloeijende, schoone, hoopvolle jeugd achter zich had, dikwijls anders dan het tooneel van onzalige twisten, van baat- en heerschzucht, van liefdelooze vervolging, van haat en verkettering, en zedelijke verbastering? De kerk die de liefde, den vrede en de deugd, telgen van hemelschen oorsprong, met den Heer op aarde nedergedaald moest bewaren, beschermen, handhaven, was zij het niet, die ze zoo vaak uit haren schoot verbande? Maar daarom ontvloden zij de aarde niet. In enkele harer leden toonden ze hare kracht, en deden zien wat de Christelijke kerk had kunnen worden, behoorde te worden, indien allen door haar waren bezield.

Het leven van deze edelen en uitstekenden op het gebied des Christendoms voor te stellen, en den volke bekend te maken, heeft zijn groot nut. Het doet meer af tot opwekking van den Christelijken zin, de kracht des Evangelies in een enkel levend beeld te schilderen, dan honderd zedekundige en afgetrokkene leerredenen. De oudere Christelijke kerk had dit goed begrepen, en onderhield daarom door hare legendariën en opzettelijke behandeling van het leven der uitstekendste Christenen de herinnering van hen die het Christendom door hunne deugden verheerlijkt hadden. Jammer slechts dat men zich daarbij niet altijd op historische trouw toeleide en langzamerhand het bijgeloof de geschiedenis met tallooze fabelen vermengde, die deze oude verhalen voor den meer verlichten Christen schier alle waarde doen verliezen, en ze voor den onderzoeker der geschiedenis maken tot eene bron al te troebel, om er met eenig vertrouwen uit te putten. Wij zouden echter wenschen dat ook op de Protestantsche leerstoelen aan de geschiedenis meer haar regt gegeven, en het volk meer gewezen werd op die groote voorbeelden van waren Christenzin, die het tot naijver en navolging kunnen opwekken. - Waar

[pagina 6]
[p. 6]

dit nog niet geschiedt heeten wij elke andere poging reeds welkom, die ten doel heeft, om de gemeente met die waardige vertegenwoordigers en sieraden van het Christendom bekend te maken, en wij noemen het daarom een gelukkig denkbeeld door den Duitschen Dr. Piper opgevat, om in den Evangelieschen Kalender, door hem sedert het jaar 1850 uitgegeven, korte levensbeschrijvingen te leveren van de meest uitstekende Christelijke mannen en vrouwen uit vroegeren en lateren tijd, die als getuigen der waarheid uit de heilige algemeene Christelijke kerk aller eeuwen, den Evangelieschen Christen boven alles dierbaar moeten zijn, en ter herinnering worden aanbevolen. Hij heeft eene proeve genomen om in de plaats van den tot hiertoe gebruikelijken Roomschen kalender eenen Evangelieschen in te voeren, en de namen der Roomsche kalenderheiligen voor een groot deel doen vervangen door die van dezulken, die zich door waren Evangelieschen zin onderscheidden, zoowel uit de dagen vóór als na de Hervorming, en wier levensbeschrijvingen achter den almanak volgen. Dat deze levensbeschrijvingen in Evangelieschen zin zijn opgesteld behoeven wij niet te herinneren, en daarvoor waarborgen ons genoeg de namen der uitstekende Protestantsche Duitsche geleerden, die het niet versmaad hebben aan dezen nederigen, maar inderdaad hoogst nuttigen arbeid, hunne pen te leenen en die ieder een deel der Kerkelijke biographiën geleverd hebben. En hoe welkom deze gave het Duitsche volk geweest is blijkt daaruit, dat in den tijd van drie jaren, eene nieuwe oplage van den eersten jaargang noodig werd, waartoe trouwens de geringe prijs van het boekje zeker heeft medegewerkt, die het ook voor den minder gegoeden verkrijgbaar maakt.

De heer Westerbeek van Eerten, geeft ons in het boek, waarvan wij boven den eenigzins vreemd klinkenden titel, ontleend aan Hebr. XII vs. 1, opgaven, eene bloemlezing uit den grooteren krans door Piper gevlochten, in het Nederduitsch. Wij zijn hem dankbaar voor dit geschenk. Maar wij zouden vragen, waarom hij niet liever in eenige achtereenvolgende stukjes de geheele verzameling gegeven heeft, in eene minder kostbare uitgave, die het werk ook onder het bereik van den minder gegoeden stand kon brengen, of voor uitdeeling door meer bemiddelden vatbaar maakte. Aan zulke geschriften toch heeft het volk de meeste behoefte, en daaronder kunnen zij vooral nut doen. Wat den geest der levensberigten aangaat deze is, gelijk de heer Westerbeek van Eerten in de voorrede aanmerkt, en ieder lezer terstond zal bespeuren, verschillend naar de eigenaardige kleur die de godsdienstige denkwijs der opstellers draagt, maar het is de geest van vrienden van Christus, wier doel het was lichtende vonken in donkere harten te werpen, en van Christus' werk en Christus' heerlijkheid te getuigen. - Het is overigens moeijelijk te zeggen, wat beginsel den Vertaler bestuurd heeft bij zijne keuze uit den rijken voorraad der, in de reeds door Dr. Piper geleverde jaargangen, voorhanden biographiën. Wat ons betreft wij hadden gaarne die van Mattheus, Marcus en Lucas door J.P. Lange gemist voor eenige andere (bijv. van Zwingli en Bullinger), omdat het toch onmogelijk is van die Evangelisten iets meer te berigten, dan wat reeds iedereen bekend is, en het overige op den lossen grond der traditie berust, terwijl bovendien de spielende, typische trant van Lange ons volstrekt niet bevalt, die daardoor de dorheid der stof nog wat wil opfleuren.

[pagina 7]
[p. 7]

Mogelijk vindt de heer van Eerten aanmoediging genoeg, om er een vervolg op te geven, en dan maken wij hem opmerkzaam op Tauler, Savonarola, Bugenhagen, Wesley en Calvijn, wier levensberigten wij vonden in het Evangeliesch Jaarboek voor 1853. - De vertaling is doorgaans goed, en was voor wie den stijl van Neander, Ullmann en Nitzsch kent, niet altijd gemakkelijk. Enkele taalfouten en onnaauwkeurigheden teekenden wij aan, bl. 3 wie voor wien, bl. 13 wie voor die, bl. 121 levendig voor levend, bl. 126 terugtrekken voor afzonderen, bl. 208 strijdige voor betwiste, bl. 249 op zekeren dag, waarin voor waarop, bl. 296 na voor naar. De druk is helder, het papier goed. - Het boek vinde vele belangstellende lezers. Wat door Ullmann, blz. 119, in het levensberigt van Nonna gezegd wordt, sta hier tot besluit onzer beschouwing. ‘Ook naar onze (de Protestantsche) belijdenis behooren wij de herinnering aan opregte Christenen te verlevendigen, vooral om daardoor hun geloof en hunne goede werken, in onze roeping, na te volgen. En alzoo mag hun beeld ons heilig zijn, in dien zin, dat wij den geest, die het bezielde, bij ons aankweeken, zonder door de vereering van menschelijke deugd, die toch altijd gebrekkig blijft van de heilige bron alles goeds, van Hem, die alleen goed is, op eenige wijze afgeleid te worden, maar veelmeer om steeds dieper en levendiger in gemeenschap met Hem te treden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken