| |
Duitsche en Zwitsersche brieven.
Impressions de voyage.
(Vervolg. Zie Tijdspiegel 1853, II, bladz. 465.)
VI.
Een schiereiland in het meir. - Alles vereenigd. - Berggezigt. - De zwijgende Jean Jacques verlicht. - Menschen- en hemelakkoorden. - Solo maestoso aan den Leman. - De Heer spreekt. - Het musée-Rath. - Calame in zijne kracht. - Oud-Hollandsche vrienden. - De stervende Hervormer. - Gedenkteeken op doek. - Kunstbroeders-liefde. - Inwendige stad. - Tijd en tijdwijzers. - Te vroeg en te laat. - De toekomst van het zuidelijk Palmyre. - Spoorweg-triomf. - Goud? - De twee kampvechters. - De worsteling. - Beeldspraak en vergelijkingen uit en voor den tijd. - Naar Savoye.
Genève, Augustus 1853.
Nog zijn wij vervuld, waarde vriend, van het heerlijk schouwspel waarop onze laatste brief, aan het slot, u voorbereidde. - Wij aanschouwden den Leman onder den vuurgloed van eene krachtige donderbui; eene ver- | |
| |
lichting die in grootsche en verheven pracht eene geheel andere taal eischt, dan die waarover we kunnen beschikken - maar dat we eerst even met u onze avondwandeling van gisteravond kortelijk herhalen. - Als met onzigtbaar geweld werden wij, bij de drukkende hitte, naar het kleine schiereiland heengetrokken, het eiland van Rousseau, met de Grand-quai door eene sierlijke kettingbrug verbonden, en een eindweegs in het hemelsblaauwe meir als uitgestrekt en gelegerd; een eiland in miniatuur, dat alles vereenigt; onder alles verstaan wij hier de restauratien, des avonds de muzijk en de gekleurde licht-bollen - die tusschen de zwaar belommerde boomen eene tooverachtige vertooning maken. - Het allerbekoorlijkst plekje is met beveiligende ijzeren Geländer, borstwering, geheel omsloten, en met een groot tal uitnoodigende banken voorzien, en dan - waar gij heen ziet - een wegslepend vergezigt -: hier het uitzigt over de breede zee verlevendigd door de helderwitte Triangels, waar wij:
‘Het zeil des visschers zien ontvouwd,
Triangel lichtend op 't azuur, waar 't meir van blaauwt.’ -
Verder, ter regterhand, de oprijzende bergketens, de oostelijke afdalingen van den Montblanc, en als eerste grond de groep der Aiguilles rouges, dan de eenzaam uit de diepte opstijgende Molé, de met sneeuw bedekte Dent du midi -: een allerprachtigste en als in reuzengestalte aanrukkende legermagt der zuidelijke Alpen - dat alles omvat uw blik hier reeds, terwijl het zacht ruischend water van den Leman het eiland omkronkelt en omspat - 't is een meer dan bekoorlijke plek, deze kleine wandelplaats, waar gij u door de Engelsche, Fransche en Duitsche touristen altijd ziet omgeven, dikwerf verdrongen. We vertoefden hier, al het natuurschoon genietende, tot laat in den avond - het heerlijk zomerweder had talrijke bezoekers uitgelokt - daar digt nevens ons zat de zwijgend steenen ‘Jean Jacques,’ met de schrijfstift in de hand, eenigzins voorover gebogen, op zijn hoog voetstuk, als beveiligd door digt nederhangend kastanjeboomenblad, vreemd en eigenaardig bestraald door het gekleurde kunstlicht, dat tusschen de groene bladen doorsprenkelend vonkelde en gloeide. - Nog ruischten en klonken de vrolijke toonen van een welbezet orkest over de stille wateren, toen een vlammend en onverwacht vuur over de verafgelegen bergkruinen schitterde, en weder een vlam, die weêrkaatste over en op den effen waterspiegel, en ziet daar dreunde, alsof een reuzenvuist op een onmetelijke pauk nederzonk, de donderknal, boven en onder het nietig geluid en akkoord van stervelingen met hunne koperen en houten speeltuigen: - een accompagnement uit den hoogen, dat zoo nadrukkelijk, klaterend en dreunend midden in de maat inviel, dat de aardsche spelers weldra verstomden en de geheele bevolking van het in duisternis gehulde eiland over de smalle kettingbrug als wegvloeide. - Wij vertoefden nog eenigen tijd - en daar zagen we hoe in de verte ongekende en ongedachte blaauw-gloeijende bliksem-aureolen om de kruinen van den Montblanc geslingerd werden - daar spleet de
loodzwarte wolk vaneen en stortte een plotselingen vuurgloed uit, als de uitbarsting uit een beweegbaren wolkenkrater, waardoor de nu donkerblaauwe zee, de prachtige rij van witte huizen aan de kade en de bergketens, tegelijk werden verlicht en overstraald. -
| |
| |
Krachtiger en krachtiger hief de ontzettende donder den bastoon aan, en aan alle gedeelten van den hemel schenen engelen met vlammende zwaarden de wolk-gordijn los te rukken en te dreigen met hunne toortsen. - Pracht, meer dan pracht, lag er in deze openbaring. - De Oneindige had gesproken; wij hadden Hem verstaan! - Heden, waarde vriend, na eenen gerusten nacht, hebben wij ons bevlijtigd in den kortst mogelijken tijd (wij hebben reeds vroeg aangevangen) om het inwendige van Genève, ‘het Palmyre van Europa’, eenigzins te leeren kennen. - Aan gedienstige geesten in menschelijke ligchamen ontbreekt het hier niet, en ons eerste bezoek was naar het musée-Rath, naar den stichter aldus genoemd; - eene kleine maar keurige verzameling van schilderstukken en gipsafgietsels, waar juist het kleinere getal de beschouwing meer gemakkelijk en bedaard maakte. - Wij bewonderden vooral een zeer kolossaal meesterwerk van Calame, een berg- en woudstorm, waar de stoutste kracht, ja eene massieve, ontzettende penseelsbehandeling, ons eene trotsche en verschrikkelijke natuur als voor de blikken plaatste, men staat zelfs (dit is hier de zegekroon der kunst) onder den indruk dier oorspronkelijke levende natuur, bewonderend stil onder den tweeden magtigen indruk der nagebootste natuur, hier in hare woeste, ongetemde, aangrijpende heerlijkheid - en daarnevens vele stukken uit de Oud-hollandsche en Vlaamsche school: - onze taankleurige, gerimpelde, Nederlandsche mannen en vrouwen, in het zwart-fluweelen kleed met de sneeuwwitte halskragen en het ernstige, zoo eigenaardige nationale gelaat - ook meesters uit de klassieke school - Wouwerman en tijdgenooten - en alweder, tusschen deze getrouwe voorvaders, het sterfbed van Calvijn, om meer dan ééne reden merkwaardig - hoewel op kleinere schaal aangelegd toch hoogst boeijend, wegens de
portretten der beroemde mannen, die hier den zieltogenden hervormer omgeven. - Laat ik u, aan de hand van een bekwamen tolk, dit stuk met korte trekken beschrijven:
‘Daar ziet gij, op zijn leger van smarten, den bleeken en vermagerden Calvijn, maar met oogen vol vuur, en vol kracht van geest, bij de zwakheid des ligchaams, terwijl hij zijnen laatsten raad aan de in zijne kleine kamer opeengedrongene syndicussen en raadsheeren geeft. Zijne hand, die tevens sterk en bevende schijnt, toont hun den geopenden bijbel, en aan zijne beweging kan men bemerken, dat hij hun voor God verklaart, altijd de zuivere waarheid in Jezus Christus verkondigd te hebben. - Digt bij hem zijn de syndicussen, die gij aan hunne gekroonde staven herkent; achter hen ziet gij de raadsheeren en eenige predikanten staan. Allen zijn bewogen en getroffen; eenigen ontsteld; anderen schijnen heimelijk verontrust door berouw, misschien door de herinnering aan den tijd der Libertijnen. De bekwame schilder heeft vader Calvijn en de groote medgezellen zijns werks willen vereenigen. En zoo ziet gij op deze schilderij in eene groep, de drie eerbiedwaardige tolken der waarheid, die God uitkoos om het werk van Calvijn in Genève voor te bereiden, mede tot stand te brengen en voort te zetten. - Gij ziet aan het voeteneinde den grijzen Farel gekromd en bedrukt neêrzittende, en zijne oogen met de handen bedekkende - achter den stervende heft Viret de rood beschreide oogen ten hemel en bidt voor
| |
| |
de kerk en zijn dierbaar Genève. Eindelijk ondersteunt de jonge Beza zijn meester, terwijl hij er over schijnt na te denken hoe het gaan zal met kerk en school en met hem zelve, die ze nu zal leiden.’-
Zulk een graf-gedenkteeken mogt hem, door de hand der onsterfelijke kunst, voorwaar gezet worden, hem, die voor het geschokte Genève beurtelings de reddende engel, de gestrenge regter, de godvruchtige beschermer was geweest.
Om nog eens op den voortreffelijken kunstenaar Calame terug te komen - zoo deed ik aan de reeds bejaarde vrouwelijke Musagete, die ons de verzameling ontsloot en daar rondleidde, de vraag: of de waarheid zich bevestigde, dat volgens (officieel?) courantenberigt, de schilder was - overleden - ‘mais non, monsieur!’ hernam zij glimlagchend, ‘il se porte à merveille, mais peut-être que les artistes lui ont donné la mort, afin qu'ils pussent vivre mieux eux-mêmes.’ - Wij hoorden de humaniteit van den genialen kunstenaar ook hier hoogelijk roemen.
Genève inwendig is weder eene andere stad dan de uitwendige, zoo als zij zich, van de zijde des meirs - presenteert. - De groote winkels dragen reeds meer eene bepaalde fransche type: de naauwe, op en neder golvende straten, dikwerf met gevaarlijke bogten, ontnemen u veel van den poëtischen indruk, welken de buitenstad voortbrengt - want dáár staan de kolossale gebouwen in prachtige uniform nevens elkaâr - en zonderling inderdaad, meest allen - of hôtels - of wereldberoemde horologiefabrieken en magazijnen. - 't Is u en allen bekend, hoeveel Europa, ja zelfs andere werelddeelen, aan dit gedeelte van het vrije Zwitserland verpligt is, wat den tijd en de tijdsbepaling betreft - zelfs de kleinere Zwitsersche steden en dorpen zijn in het bezit van de groote voortreffelijke stads- en toren-uurwerken, waar de uur-, ook de minuutwijzer, als de twee uitgestrekte beweegbare armen van Saturnus, over het groote witte bord zijn uitgespreid, - gij kunt dus hier, in den dubbelen zin des woords - den tijd en uwen tijd buitengemeen goed waarnemen. - Genève, Neufchatel, en de omliggende plaatsen voorzien het beschaafde menschdom nog altijd van die allernoodigste, kleine, kostbare, fijn bewerkte en prachtig geciseleerde voorwerpen, zonder welke men gedurig te vroeg of te laat zoude komen - en dàt is een groot kwaad; want als alles op zijnen tijd plaats greep, waren we in onze negentiende eeuw een geheel eind verder.-
De naaste omstreken van Genève zijn verrukkelijk schoon, en heffen u langzaam eenige honderden voeten omhoog boven de stad aan uwe voeten, die gij dan in hare uitgestrektheid schier geheel kunt overzien. - Men wenscht en hoopt, zoo als ons verzekerd werd, de overgeblevene vestingwerken te slechten, en gedeeltelijk voor den handel, gedeeltelijk tot bekoorlijke wandeldreven te herscheppen - (tout comme chez nous). De toekomst van Genève kan onder gunstige omstandigheden eene groote, eene verbazende, eene éénige worden. ‘Het Palmyre van Europa’ - als het alles verbindende Europesche spoorwegnet haar mede omvat, en opneemt, en met Lyon zamenschakelt; als aan de noordelijke zijde de ijzeren baan van Bazel, van Neufchatel, Yverdun, Lausanne verlengd wordt, en den Leman mede
| |
| |
omkronkelt, en dan al verder de spoorwegstralen zuidelijk of zuidoostelijk naar de grenzen van Italie zullen heenschieten, dan wordt Genève eene der magtigste handelsteden in het zuiderdeel van ons beschaafd wereldfragment, en zal welligt een nog ongekenden trap van bloei bereiken, - zoodat er eigenlijk niets meer aan zoude ontbreken om haar eene betrekkelijke volmaaktheid te verschaffen, dan dat de bergen aan den Leman of in Savoye op eens ook hunne goudaders openden, en Genève op de goudkaart der wereld nevens San-Francisco en het kostelijk Australië werd gevonden; - intusschen hebben we gehoord en gelooven het mede, dat de groote werkelijke wereldhandel op den duur beter steek zal houden dan de groote algemeene gouddelving.
Wij moeten u thans nog eene merkwaardigheid mededeelen, een hoogst belangrijk natuurverschijnsel, een natuurraadsel, dat ons, en zeker allen die het ooit beschouwden, verbaasd deed staan - de worsteling van twee watergoden - de Rhône en den Leman, even buiten Genève, alwaar men u op een verheven punt voert, alwaar gij aan uw voet dit ongewoon, onafgebroken, indrukmakend tweegevecht kunt aanschouwen; daar beneden in de diepte ziet ge hoe de twee watermassaas elkaâr ontmoeten, en horten, botsen en kampen op leven en dood, en zich de bedding als betwisten: - hier de lichtbruine kleur met schuimende vlokken, lillend watersneeuw, bedekt, daar het heldere hemelsblaauwe kristal, en toch geeft geen van beiden den strijd op, en het is alsof eene geheime tooverkracht hier de onveranderlijke grenslijn heeft getrokken; want, hoewel de kampvechters nu en dan terugdeinzen, of elkaâr schijnbaar overweldigen, toch blijft die scheiding bestaan. - In een der plaatsbeschrijvingen van dit heerlijk oord, vinden wij het natuurverschijnsel aldus voorgesteld, en voegen dit er ter verduidelijking bij:
‘In twee armen gedeeld worstelt zich de Rhône door de breeder geworden vlakte voort, en stort eindelijk hare bruisende en trotsche wateren uit in den Leman, die terugdeinst als koesterde hij vrees, dat het hemelsblaauw kristal zijner wateren door deze vermenging mogt worden bezoedeld. Niettemin biedt hij wederstand en komt het tusschen beiden tot eene worsteling. De schuimende stroom en het blaauwe meir worden handgemeen, en komt de noordewind den Leman te hulp, dan steigeren zijne golven hoog op, storten zich van voren en van ter zijde op den vijandelijken stroom, werpen hem koen terug en drijven hem in de engte. Men waant twee kampende legers te ontmoeten; daarom hebben de oeverbewoners aan deze worsteling ook den naam van la bataillière gegeven. Wanneer eene boot over de golvende vlakte vaart, bespeurt zij aan de hevige stooten de verbolgenheid der vloeden. Nog wel een vierde uur van den oever is dit oproer merkbaar. - Eindelijk onderwerpt de stroom zich aan de noodzakelijkheid, om in het blaauwe graf neêr te storten, waaruit hij 20 uren verder beneden weder reiner en fraaijer te voorschijn treedt.’
Welke voortreffelijke, kostelijke beeldspraak, getrouwe vriend! hier bij dat duël van Rhône en Leman, aan de natuur te ontleenen! voor den dichter, of voor hem, die met het eigenaardige glimlachje van den humor op het gelaat, - hier, een poos stond te peinzen -: de Leman en de Rhône!! -: het Godsrijk en het rijk derduisternis - conservatieven en liberalen - man en vrouw in het huwelijk - de Katholieke en de Protes- | |
| |
tantsche kerk - de orthodoxe en de vrijzinnige gemeente - Prof. Stahl en Prof. Gervinus - Hengstenberg en Strauss - Leman en Rhône - de mystiek en de materialist - Monarchie en Republiek - Czaren-wet en constitutionele elasticiteit - ministerie T - en ministerie v. H - en welligt alle ministeriën op aarde - alom de worstelstrijd tusschen twee krachten, twee beginselen; alom Esau en Jakob, - alom de botsing van theoriën, van systemen, van echo's van systemen, en stijfhoofdige opvattingen - en eens, dit zij nu de slotsom hieruit afgeleid, eens mogen ‘waarheid,’ ‘vrijheid,’ ‘liefde,’ ‘licht,’ al is het ook op verren afstand - op den afstand van nog ongeborene eeuwen, uit den strijd, zoo als de Rhône, - weder te voorschijn komen, - ‘reiner, fraaijer en heerlijker,’ ter eere Gods en tot heil der menschen! Amen!
Wij zullen over een paar uren den togt naar Savoye aanvangen, naar het dal van Chamouny, en wenschen nog dezen avond ons te legeren aan den voet van den Montblanc, wanneer er tijd genoeg overblijft om ons laatste doel te bereiken. - De wolken jagen woest en wild door het luchtruim - welligt dat ‘alma mater natura’ ons heden weder op eene prachtige donderbui onthaalt, wij zullen ze dan aannemen en ontvangen in de weêrkaatsing der onmetelijke bergmuren, die ons ginder reeds wenken. - Verwacht dus ons volgend schrijven onder de sneeuwvelden en gletschers van den eenigen bergmonarch, wien wij weldra te gemoet snellen.-
Gedenk in liefde aan uwe getrouwe vrienden,
Spiritus Asper en Lenis.
|
|