Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 11 (1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 11
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.36 MB)

Scans (1161.23 MB)

ebook (7.00 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 11

(1854)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Maria Schweidler, de barnsteenheks.

Een verhaal naar het onvolledig handschrift haars vaders, Abraham Schweidler, Uitgegeven door W. Meinhold. - Amsterdam W.H. Kirberger. 1853. - Naar het Hoogduitsch.

Zoo ooit het lezend publiek gemystificeerd is, dan is het door het boek waarvan wij den titel boven opgaven. Ook referent was de dupe van een klein letterkundig bedrog, maar eene pia fraus zoo als de lezer dezer regelen zal ontwaren. Referent heeft het den schrijver dan ook om den wille van zijn werk en zijn doel van harte vergeven, dat hij hem heeft beet gehad, en hij hoopt dat ook het lezend publiek dit doen zal. Wie echter er niet goed tegen kan, om bij den neus genomen te worden, die leze eerst de voorrede voor de 2e uitgave, voorzigtigheidshalve door den vertaler achter het werk geplaatst, maar hij zal zich het genot van de lectuur des werks zelf daardoor bederven.

Het verhaal door Meinhold, gelijk hij in de voorrede voor het 1e deel zegt, naar een authentiek handschrift ons gegeven komt hierop neder. In den tijd van den dertigjarigen oorlog leefde er op het eiland Usedom in de Oostzee een bejaard predikant, met name Abraham Schweidler, die eene eenige dochter Maria had. Hij heeft eenen vijand in den veelvermogenden Ambtman Appelman, een man zonder godsdienst en zedelijkheid, die het begeerig oog op zijne dochter heeft laten vallen, haar op allerlei wegen in zijn net zocht te vangen en op hare volstandige weigering, om hem ter wille te zijn, haar en haren vader een onverzoenlijken haat toedraagt. Wat echter list en overreding niet hebben kunnen bewerken, dat hoopt de grijze zondaar door geweld en vrees te verkrijgen. Hij wordt daarin getrouw bijgestaan door eene vrouw, die vroeger zijne bijzit geweest was, Lize Kollken geheeten, en die in het dorp waar Schweidler predikant was,

[pagina 269]
[p. 269]

algemeen in den naam stond van eene tooverheks te zijn. Die vrouw, die met haren man in onmin leefde en hem later waarschijnlijk vermoordde, spande het onschuldige meisje een strik. Zij haalt haar over om uit medelijden hare zieke koe even als die van andere dorpsbewoners te genezen, door een middel dat het bijgeloof dier dagen als tooverij beschouwde; wanneer eene reine maagd drie haren uit den staart van het beest trok zou het genezen zijn. Het goedhartige meisje voldeed aan haar verlangen. Daardoor bragt de oude Lize haar in den naam van eene heks te zijn. De dorpsbewoners begonnen haar te schuwen en te vreezen, vooral toen het toovermiddel, eerst met goed gevolg aangewend, later mislukte. Het gerucht verbreidde zich verder en verder. Andere omstandigheden droegen bij, om het voedsel te geven. De kusten der Oostzee zijn rijk aan barnsteen. In den tijd toen de keizerlijken het eiland verwoestten, had zij met haren vader de vlugt genomen in een buiten het dorp gelegen berghol. Daar vertoevende, had zij eene barnsteenader in den grond ondekt. Van dien kostbaren vond had zij niemand dan aan haren vader kennis gegeven. Beide hadden van toen af vlijtig barnsteen verzameld, en door den heimelijken verkoop daarvan zich uit den nood gered, en tot meerdere welvaart gebragt gezien. Ook later, toen haar vader het inzamelen niet meer noodig vond, was zij toch nog naar de plaats gegaan, waar de barnsteen gelegen was, en had er nieuwen voorraad uitgegraven, om er haren vader een geschenk voor te koopen, waarnaar hij lang gewenscht had, namelijk de werken van Augustinus. Op hare nachtelijke togten was zij bespied, en men had er het vermoeden uit opgevat, dat zij daar met den satan gemeenschap hield, dien sommigen beweerden zelfs bij haar gezien te hebben. - Inmiddels was het meisje in kennis geraakt met een jongen edelman Rudiger von Nieukerken. Beide waren op elkander verliefd geworden, maar de vader van den jonker was tegen het huwelijk, en vooral toen Maria in den naam kwam van eene heks te zijn. Zij werd op dat gerucht dan ook weldra in hechtenis genomen, haar proces begon, hetwelk eindigde met hare veroordeeling tot den brandstapel. In den kerker komt de Ambtman weder tot haar. Hij hoopt dat het uitzigt op bevrijding van de pijnbank en den vuurdood, waarvan hij haar belooft te redden, haar gunstiger voor zijne aanzoeken zal stemmen, maar zij blijft standvastig. Kort echter voordat zij den brandstapel zal beklimmen, sterft de Ambtman eenen geweldigen dood, en stort met zijn paard in het water, waar hij door het molenrad verpletterd wordt - de jonker door zijnen vader gevangen gehouden, verschijnt, uit zijnen kerker ontsnapt echter nog ten regten tijde, om zijne geliefde te redden. Alles heldert zich op. De oude heks Lize Kollken bekent op haar sterfbed hare schuld. Alles wat aan Maria Schweidler te laste gelegd werd, was onwaarheid. Het was alles het werk van haar en den Ambtman. - De jonker bekent dat hij de satan geweest was, dien men des nachts bij de jonkvrouw meende gezien te hebben. Hij had haar daar bespied en aangesproken, en om zich onkenbaar voor anderen te maken, een ruwen pels aangetrokken. Zijn vader sterft kort daarop, en daar nu niets meer zijn huwelijk in den weg staat, maakt hij Maria tot zijne vrouw, nadat hij vooraf eene eerlijkverklaring voor haar en

[pagina 270]
[p. 270]

eenen nieuwen adelbrief voor haren vader had weten te verkrijgen, welke laatste oorspronkelijk tot den adel behoord had.

Dit alles wordt als een waarachtig verhaal ons nu in den ouden kronijkstijl medegedeeld op een toon en eene wijze, die al de kenmerken der waarheid draagt. Als gij den ouden Abraham Schweidler hoort verhalen, gij zoudt geen oogenblik in twijfel staan, of gij hebt hier den getrouwen afdruk van een handschrift uit het begin der zeventiende eeuw voor u. Dat omslagtige van den verhaaltrant, die soms roerende eenvoudigheid, dat vaste geloof en dat domme bijgeloof van de handelende personen, dat minutieus naauwkeurige der beschrijving, die getrouwe voorstelling van het heksenproces, die locale kleur, welke alles draagt, brengt u in den waan dat gij eene ware gebeurtenis leest. - En toch lezer, gij hebt een verdicht verhaal voor u. Aan het slot zegt de schrijver het u zelf! En met wat doel heeft hij het publiek zoo gemystificeerd? Hoort het. Hij is predikant. Het had hem lang gehinderd, dat men de bewijsgronden voor de echtheid of onechtheid van een of ander Bijbelboek, alleen uit de taalkundige uitdrukkingen trachtte te ontleenen, in plaats van die in de inwendige kenmerken der waarheid welke de Bijbelsche verhalen dragen te zoeken. Hij wilde dus zijne tijdgenooten overtuigen van de ijdelheid der woordkritiek, en schreef daarom een zuiver verdicht verhaal, maar omhangen met al het gewaad van historische waarheid, en gesteld in den ouden kronijkstijl om te bewijzen, hoe weinig taal en vorm van een geschrift op zichzelven een zekeren waarborg opleveren voor zijne echtheid, als die niet gesteund wordt door inwendige bewijzen der waarheid. Of dat oogmerk de studie waard is, die de schrijver aan dit verhaal besteed heeft, laten wij in het midden. Maar zeker is het dat hij volkomen geslaagd is om de wereld te foppen. De geleerdste mannen zijn in de val geloopen, die Meinhold had opengesteld. Langen tijd bleef de misleiding een geheim, totdat de koning van Pruissen, die eenige proeven van het verhaal gelezen had, hem verzocht zijne bronnen op te geven. Toen kwam het aan het licht, en de schrijver bekende dat alles verdicht was, en dat er geen woord van waar was, dan dat er gedurende den dertigjarigen oorlog een Ambtman Appelman in Perdgla woonde, die door een ouden predikant in Coserow met drie woorden als zeer tiranniek wordt afgeschilderd.

't Is voor den lezer eene teleurstelling, maar dat is voor den schrijver de beste triomf. In allen gevalle, ook als verdichting, heeft het werk groote verdiensten. Het verhaal boeit, juist door den schijn der waarheid. En terwijl de Betooverde Wereld van onzen Bekker niet meer gelezen wordt, kan het zijn nut hebben, dat het bijgeloof vroeger gedreven met den satan, die in onzen tijd weder ijverige voorstanders en verdedigers vindt, in zijne verderfelijke strekking, worde gekend en ter waarschuwing ten toon gesteld. - In zoover hebbe dan ook uitgever en vertaler dank. - Den laatsten maken wij opmerkzaam op eenige fouten zoo als blz. 34 bescheren, voor geven of toeleggen, blz. 57 middagbrood voor middageten - middagmaal - en oppassen voor opwachten, blz. 59 disputeren voor zamenspraak houden - blz. 103 op eene knie vallen, voor knielen, blz. 166 ingetogen, voor strak, blz. 188 goeden roep, voor goeden naam - en

[pagina 271]
[p. 271]

ekel, voor afkeer, - om meer andere niet te noemën. Hij schijnt beter Latijn dan Hoogduitsch te verstaan. De druk en de uitvoering zijn goed. Het vignet in kleuren gesteendrukt is niet onaardig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken