Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 22 (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 22
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.05 MB)

Scans (84.46 MB)

ebook (5.93 MB)

XML (3.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 22

(1865)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 450]
[p. 450]

Letterkunde.

Historische vertellingen.

J. van Lennep. Leven van C. v. Lennep, 1751-1818. - id. Leven van D.J. v. Lennep. 3dln. Amsterdam, Frederik Muller.

Wanneer eene levensbeschrijving aan geen anderen eisch heeft te beantwoorden, dan dat zij een duidelijk en beknopt overzicht levere van de verschillende gebeurtenissen, die het leven hebben gevormd, dan voldoen deze beide biografiën des heeren van Lennep zeer weinig aan dien eisch. Hoe duidelijk deze biografiën ook zijn, op de verdienste van beknoptheid mogen ze geen aanspraak maken. Trouwens, de heer van Lennep is in de voorrede tot het leven van C. van Lennep er rond voor uitgekomen, dat hij zich voorstelde iets anders te geven, dan men tot dusver onder den naam van levensschets of leven dacht. ‘Wat mijn doel betreft, dit was niet zoo zeer, C. van Lennep als regent, D.J. van Lennep als geleerde en beide als letterkundigen, als minnaars van het buitenleven en beoefenaars der wetenschappen, die er mede in verband staan, te doen kennen en waardeeren, maar veeleer in elk van hen den mensch te doen zien, gelijk hij zich naar ziel en naar geest gevormd had en ontwikkeld in veelzijdige richtingen, maar die onderling in een schoon en onafscheidbaar verband stonden. Naardien nu 's menschen leven alleen bij uitzondering merkwaardige toestanden oplevert, en voor 't meerendeel uit kleinigheden bestaat, die door aantal en duur een gelijken ja grooteren invloed uitoefenen dan de gewichtigste gebeurtenissen, zoo mogen bij eene levensbeschrijving geen kleinigheden onopgemerkt worden voorbijgegaan. Willen wij een oordeel vellen over de verdienste van een veldheer, een wetgever, een wijsgeer, een dichter, een kunstenaar, als zoodanig, zoo kunnen wij ons bepalen met het raadplegen van de geschiedschrijvers, die hun daden geboekt of van de werken, die zij zelve hebben nagelaten; maar willen wij weten bovendien, hoe zij de bekwaamheid, die hen onderscheidde, verkregen, hoedanig hun aanleg, hun invloed, hun levenswandel ware, dan moeten wij ons onderzoek verder uitstrekken, en bij anekdoteschrijvers, in brieven of in gedenkschriften, die bijzonderheden vergaêren, als, hoezeer onbeduidend op zich zelve, ons

[pagina 451]
[p. 451]

toch eenig, dikwijls een helder en verrassend licht, aangaande het voorwerp onzer nasporing kunnen doen opgaan. Daarbij, stelde men zich vroeger met het opsommen van feiten en het vermelden van data te vrede, en achtte men zelfs het vertellen van bijzonderheden, die daarmede in geen onmiddellijk verband stonden, strijdig met de waardigheid der geschiedenis, men is tegenwoordig van een ander gevoelen; men wil niet alleen de feiten leeren kennen, maar ook de aanleiding daartoe tot in haar eerste en dichtst verborgene beginselen nasporen; men wil bij der menschen handelingen ook de geheime roersels en drijfveeren daarvan vernemen, en op het groote schouwtooneel der wereld willen wij gaarne en gedurig achter de schermen zien enz.’

Er zullen weinigen zijn, die het met den schrijver dezer opmerkingen niet eens zijn, doch ik geloof, dat daarom de wijze, waarop de heer van Lennep deze beginselen bij het schrijven zijner biografiën heeft toegepast, op minder algemeene goedkeuring mag rekenen. Het hoofdverwijt toch, dat aan deze biografiën wordt gedaan, is, dat ze al te wijdloopig zijn, dat er veel in is opgenomen, wat weinig meer dan zeer geringe belangstelling kan wekken. Zoo bijv. begint het leven van C. van Lennep met zeer wijdloopige bijzonderheden nopens de familie van Lennep. De geschiedenis van het Manpad wordt van den oorsprong opgehaald. Over het vinken der familie worden allerlei bijzonderheden medegedeeld enz.

Het spreekt van zelf, dat het onmogelijk is de belangrijkheid van dergelijke bijzonderheden te bewijzen aan hem, die ze vervelend vindt. Intusschen is h e ontwijfelbaar, dat de kennis van het leven onzer vaderen vrij wat uitgebreider en degelijker zou zijn, indien onze letterkunde meer dergelijke werken bezat, als deze twee levensbeschrijvingen. Juist aan deze breede voorstelling, deze mededeeling van allerlei nesterijen is het te danken, dat de lezer een zeer helder begrip krijgt van het leven der Amsterdamsche aristokratie in de vorige eeuw. Als bijdragen tot de geschiedenis der zeden en gewoonten van een aanzienlijk en invloedrijk deel onzes volks zullen zij hunne waarde behouden, lang nadat de populariteit van den schrijver is ondergegaan.

Uit een politiek oogpunt daarenboven heeft vooral het leven van C. van Lennep groote waarde. Bij het weinige, dat uit familiearchieven omtrent de beweging van 1787 tot dusver is bekend geworden, zijn de hoofdstukken, waarin de schrijver Amsterdam's houding bespreekt en teekent, een belangrijke aanwinst te achten. Het leven van Mr. D.J. van Lennep is meer dat van den geleerde, en levert uit den aard der zake voor de staatkundige geschiedenis van ons land minder nieuws op. De brieven toch van den heer Hije Schooltheer mogen lang zijn, veel licht verspreiden de beschouwingen niet van den man, wiens oordeel zeer dikwijls onder den invloed was zijner wenschen en teleurstellingen. Voor de geleerden-historie daarentegen is D.J. van Lennep's leven zeer interessant. Bijkans alle voorname mannen op het gebied der wetenschap komen hier meer of minder ter sprake: en menige particulariteit is hier opgenomen, die een helder licht verspreidt over hun onderlinge verhouding.

Ten aanzien der literarische verdien-

[pagina 452]
[p. 452]

sten van dezen arbeid, is het eigenlijk onnoodig veel te zeggen. Nomen est omen. Zijn zeldzaam talent van vertellen heeft van Lennep hier op eene wijze ten toon gespreid, die verbazing wekt. Misschien is uit geen enkel ander werk des schrijvers zoo duidelijk zigtbaar, waarin zijn kracht - en zijn zwakheid tevens - gelegen is, als uit deze biographie. Van Lennep vertelt alles, wat het ook is, met zulk een onuitputtelijk goeden luim en met zoo veel smaak, dat het te genieten is, al voelt men onder het lezen, dat het meerendeels kleinigheden zijn. Ik wenschte wel eens een Hollandsch schrijver te zien, Beets niet uitgezonderd, die een nietigheid zoo groot of liever zoo klein als een vergissing, bij zijn doop begaan, zoo smakelijk en geestig weet weêr te geven: ‘Men kan beseffen, welk een vreugde deze gebeurtenis - de geboorte van den schrijver zelven - aan de wederzijdsche grootouders verschaffen moest, gelijk ook aan den overgrootvader van de Poll, die er gevader over stond, en naar wien het zou geheeten hebben. De (Waalsche) predikant vergiste zich echter bij 't doopen en noemde 't, in plaats van Jacobus, Jacob. Misschien voorzag hij, dat de jonggeborene meer aanleg hebben zou tot het patriarchaat, dan tot het apostelschap. - Van een naam hangt dikwijls vrij wat af.’

Een inhoudsopgave dezer biografiën is niet wel mogelijk. Trouwens, de titel openbaart genoeg, wat men te verwachten heeft en de mededeeling van van Lennep's denkbeelden over de beteekenis der biographie stelt een ieder in staat te beoordeelen, of hij lust gevoelt met den schrijver allerlei kleinigheden na te gaan en duizende zijpaadjes in te slaan, die oogenschijnlijk van den weg voeren, maar daarom toch amusant en leerrijk zijn.

G.E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Het leven van mr. Cornelis van Lennep en mr. David Jacob van Lennep