Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 22 (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 22
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.05 MB)

Scans (84.46 MB)

ebook (5.93 MB)

XML (3.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 22

(1865)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Waterloo.

Een halve eeuw is voorbijgegaan sedert in de velden van België, zoo dikwijls met bloed doorweekt, de laatste strijd tegen den reeds overwonnen, doch teruggekeerden overheerscher gestreden werd, een duur gekochte doch volkomen zege op hem werd behaald, en hij, als een tweede Prometheus aan de rots van Sint-Helena werd vastgeklonken Deze overwinning, zoo dikwerf herdacht en bezongen, treedt thans met vernieuwden glans uit den nevel der jaren te voorschijn en vervult ons met een gevoel van vreugde en dankbaarheid!

 

Europa is sedert een nieuw tijdperk ingetreden, een tijdperk van ontwikkeling, zoowel op het gebied der kennis als op dat der stoffelijke welvaart, zoowel in kunst en wetenschap als in industrie, zoowel in de ontwikkeling der staatsinstellingen, als in de ontdekkingen en toepassing der natuurkrachten, vooral die van den stoom en de electriciteit. Doch was er vrede, was er rust, was er ongestoorde vrijheid in den vooruitgang? Nadat de overheerscher gevallen, en na eene langdurige ballingschap van de aarde was gescheiden, kwam hij niet terug om als een verheerlijkte schim, met den luister eens Heros omstraald, in de nagedachtenis van zijne oude en nieuwe be-

[pagina 669]
[p. 669]

wonderaars voort te leven, door het schitterende van zijn levensloop en het tragische van zijnen val en van zijnen dood? Zij vernederden, door hunne vleitaal, zich zelven en hunnen afgod, door den overdreven lof dien zij hem toezwaaiden!

Wanneer wij eene gebeurtenis herdenken, gevolgd door een vijftigtal jaren, zoo rijk in lotwisselingen, in vervulde en teleurgestelde verwachtingen, in leering voor vorsten en volken, dringt zich eene menigte van gedachten en gevoelens aan onzen geest op. De vreugde wordt dan door eene ernstige beschouwing van hetgeen er sedert voorviel getemperd. In de plaats van vrede hadden wij eene gewapende schorsing van den krijg, die soms hier en daar hevig uitbarstte; rust bestond er slechts in naam; de ongestoorde vooruitgang werd vaak door een stelsel van terugwerking tegengehouden; de ware vrijheid werd door de demagogische woelingen eer belemmerd dan bevorderd; want zij kan niet ontspruiten uit den strijd van de onbeperkte alleenheersching en de democratische regeringloosheid.

 

Wat heeft dezen strijd voortgebragt? Voorzeker niet de gematigde vertegenwoordigende staatsinstellingen welke de burgerlijke en staatkundige vrijheid kunnen waarborgen en het vorstengezag voor het heil der volken in stand houden, door het te beperken. Hebben de volken te Waterloo, niet slechts voor hunne onafhankelijkheid, hebben zij ook niet voor hunne vrijheid, door het Caesarismus bedreigd, gestreden en overwonnen? Dit Caesarismus is ten gevolge van staatkundige omwentelingen, door velerlei teleurstellingen ontstaan, weder te voorschijn getreden. De schim van Caesar, eerst vergood, heerscht weder, door het gezag waarvan een Augustus zich heeft weten meester te maken, en dit gezag is doodend voor de vrijheid en onafhankelijkheid der volken, omdat het op eene algemeene opperheerschappij gevestigd is, en door allerlei middelen, niet altijd door wapengeweld, zich zoekt te doen gelden.

 

Vijftig jaren na Waterloo, verschijnt het ‘Leven van Caesar,’ door een keizerlijke hand beschreven. De lofrede op den Romeinschen Dictator is te gelijk de verheerlijking van de nagedachtenis des grooten ooms, door zijn neef en opvolger in zijn gezag. Maar zij is te gelijk eene waarschuwing voor de vorsten en volken om hunne onafhankelijkheid en hunne vrijheid te bewaken en te bevestigen. Dat zij den afgrond mogen zien, die wijder begint te gapen naarmate zij dien uit het oog verliezen. Dat zij vereenigd mogen blijven en den vrede bewaren, door juist die instellingen te handhaven, waaraan het Caesarismus een einde tracht te maken. De constitutionele monarchie is daarvoor het éénige redmiddel. Geven de vorsten zich aan de zucht tot de onbeperkte alleenheersching, en de volken aan de democratische woelingen over, welligt is het weder voor een tijd met de ware vrijheid en den voorspoed der natiën gedaan. Dat het keizerschap niet op nieuw weder heersche nadat over den val des keizers feest werd gevierd!

 

Het halve eeuwfeest van Waterloo moge

[pagina 670]
[p. 670]

daarentegen het berin zijn van een tijdperk van ongestoorden vrede, van minder onzekere rust, veeleer van eene voortdurende maar langzame en ongestoorde ontwikkeling van den verstandelijken en stoffelijken, maar vooral van den zedelijken en godsdienstigen vooruitgang. Dat wij te midden der uitbreiding van handel en verkeer, van industrie, van vergrooting van steden en aanleggen van spoorwegen, zóóveel tijds weten af te zonderen, om over de hoogere belangen en de bestemming van den mensch na te denken. Zorgen wij dat men later onzen tijd niet de stoffelijke eeuw noeme. Gelukkig! het tegendeel is waar, zoolang het heilig vuur van kunst en wetenschap, van wijsbegeerte en godsdienst gloort in den boezem van zoo vele edelen, al moge de menigte alleen in het uitwendige en stoffelijke belang stellen.

 

Maar thans een dankbaren vreugdetoon aangeheven, ons hart zij verruimd en verjongd, vooral bij hen die eene halve eeuw vroeger, eerst met bekommering vervuld, later met opgetogenheid de verlossing van Waterloo bijwoonden! Vlechten wij nieuwe kransen voor de strijders ter versiering van hun graf. Dat de Nederlandsche Leeuw, die in de velden der overwinning nog verrijst, altijd naar het zuiden zijn blik moge rigten! Wij waren niet de minsten in den heeten strijd, en bezegelden dien, met onzen ridderlijken vorst aan het hoofd, met ons bloed. Eere aan de nagedachtenis der helden, die van beide zijden voor krijgsmans eer, voor vaderland en onafhankelijkheid sneuvelden. De vreemden mogen ons de eer, die hierin ons toekomt, niet altijd hebben gegeven; zij moesten die toch hoe langer hoe meer ons toekennen. Onze vreugde zij verhoogd door de hoop dat het feest, hetwelk wij vieren, een spoorslag moge zijn ter aankweeking van die volksdeugden welke het geluk der staten uitmaken. Het feest van Waterloo zij een waar volksfeest!

J.A.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken