Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 22 (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 22
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.05 MB)

Scans (84.46 MB)

ebook (5.93 MB)

XML (3.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 22

(1865)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 471]
[p. 471]

Letterkunde.

Vertalingen en herdrukken.

De jonge stiefmoeder. Een verhaal van Miss Yonge, schrijster van Violette, Het huisgezin van dokter May, enz. enz. Uit het Engelsch door de vertaalster van Violette. Amsterdam, P.N. van Kampen.

De roem van zich meesteresse te toonen op het hoogst gebied der kunst, dat der opvoeding, heeft Miss Yonge zich reeds ten volle verzekerd door het schrijven harer Madelievenkrans, en andere schoone verhalen. Dien roem handhaaft ook, ‘de jonge stiefmoeder,’ neen meer dan dat: ze zet de kroon daar op, door ook voor het moeijelijkste niet terug te deinzen, door ook het zwaarst wat die kunst haar kon voorhouden, met vasten greep te aanvaarden, en - te overwinnen. Als stiefmoeder zich de vorming en leiding van kinderzielen te zien toevertrouwd, stiefkinderen op te voeden, 't zal toch wel door ieder die ooit over de zaak heeft nagedacht als het toppunt de opvoedingskunst worden geacht, als eene onoverkomelijke hoogte daarvan misschien wel. Miss Yonge heeft den omvang dier taak wel overzien, haar blik die hoogte wel gemeten. Toch is die te bereiken, zij toont het in het aangekondigd verhaal. Ze heeft alle moeijelijkheden daarin vereenigd. De weêrzin der kinderen, waarmeê de nieuwe moeder wordt ontvangen, het vooroordeel en de inblazingen van vorige vrienden en bloedverwanten, de achterdocht en dubbelzinnige positie vaak van den man, het onbescheiden bespioneren van bekenden, het lasteren der wereld, geen enkele dier gewone attributen zijn vergeten. Als zoo vele struikelblokken vindt de vreemdelinge die allen op haren weg verspreid, om haar den doortogt te versperren, en haar 't opstijgen te bemoeijelijken. Maar de jeugdige Albinia, die daar moeder wordt van drie kinderen, die ziekelijk zijn en verwend, zij, met haar drieen-twintig jaren, ze heeft twee krachtige wapenen, waarmeê ze den strijd des levens tegen treedt. Ze heeft met scherpen blik de moeijelijkheden doorzien, die haar wachten, ze laat door geene illusiën zich verblinden, en nu bakent ze zich den weg af, dien ze te bewandelen heeft, met vasten kalmen zin, ze ziet haar pligt daar voor zich en ze zal er niet van afwijken, ze wil door geene vleijerij zich laten bekoren, en door geene vrees zich laten afschrikken, ze roept al de kracht van haren wil te hulp, en die krachtige wil blijkt een trouw bondgenoot om het goede te bereiken, dat ze zich heeft voorgesteld. Toch zou die al-

[pagina 472]
[p. 472]

léén staande welligt nog te magteloos zijn gebleken, maar Albinia heeft die kinderen lief, en de liefde maakt magtig. Ze wenscht hun geluk, daarom kan ze alles verdragen, miskenning en ondank, koelheid en vooroordeel. Niet maar ter wille van den vader, duldt ze de kinderen. Om hun zelfs wil, wenscht ze hunne gebreken te overwinnen, het goede in hen te vestigen. De jonge stiefmoeder verstaat het zich zelve te vergeten, dat is haar groote kracht, uit die brengt ze hare hulpmiddelen te voorschijn, door haar overwint ze. Ja, maar zulk eene is een ideaal, een droombeeld der fantazy. Wij meenen 't niet, het vermogen, dat Albinia zoo magtig maakte, ligt in kiem althans in ieders ziel, maar er behoort strijd toe en volharding om die tot ontwikkeling te brengen, en, de natuur des menschen is daar wel eens afkeerig van. Onze heldin is een beeld uit de werkelijkheid gegrepen. Zij gevoelde de kracht der verzoeking in en buiten zich, haar zegepraal kostte haar vaak veel, soms wel werd ze voor een oogenblik door de oploopendheid en het prikkelbare van haar temperament overheerscht; o die temperaments-gebreken, ze waren haar grootste vijanden, ze stonden haar goede plannen zoo in den weg, meer nog dan alle tegenwerking van buiten. Toch gaf ze den strijd niet op, ze behield den moed, en ze overwon. 't Is schoon om haar te volgen die jonge vrouw in haar worsteling tegen wat er verkeerds was in haren kring en in haar zelve, om den schier onmerkbaren vooruitgang tot het groote doel, achteruitgang leek het soms, gade te slaan; wel heeft de schrijfster, de belangstelling tot haar hoofdpersoon weten te trekken. En te regt meenen we. 't Is toch een schoone taak, die miss Yonge zich met haar verhaal heeft voorgesteld, om daar de miskende, de gesmade betrekking der stiefmoeder te schetsen, in al hare moeijelijkheid en zwaarte, maar ook in hare schoonheid en in haar invloed. 't Is eene edele poging die ze heeft gewaagd om den smet te wisschen die daar kleeft op een vaak hatelijken naam. Maar schoon bij uitnemendheid is de bedoeling der schrijfster, om aan wie in zoo moeijelijken werkkring als hare heldin zijn geplaatst, een leidsvrouw en een raadgeefster in deze bladen aanschouwelijk te maken. Toch is voor dezulken ‘de jonge stiefmoeder’ niet bij uitsluiting geschreven, door ieder die in de opvoeding en ontwikkeling van het jeugdig geslacht belang stelt, en voor wie zijn ze niet van belang, is daar veel goeds en schoons en veel behartigings-waardigs in te lezen.

Maar ook amusant, maar ook boeijend, bij al dat nuttige en goede? Wij zouden van heeler harte toestemmend getuigen, indien dat breede, dat ietwat gerekte, dat immer in de werken van Miss Yong wordt aangetroffen, niet ook zijn stempel op dit verhaal had gedrukt, en och, dat is zoo vervelend, zegt men. Wij zijn ook geen liefhebbers van het gerekte en overmatig breede; toch moeten we den ongeduldigen lezer of de haastige lezeres die reeds van plan is halverwege van het verhaal afscheid te nemen, waarschuwen, zich nog eens goed daarop te bedenken.

Vooreerst, in het tweede deel verbetert zich het gebrek, maar ook ten andere, men kan zich oefenen, meenen wij, om in het aanschouwen der waarheid boeijends en aantrekkelijks te vinden, om genot te smaken, waar men lessen van levenswijsheid zich ziet toegedeeld. Wij raden die oefening aan ieder in gemoede aan. Wij behoeven hier naauwelijks bij te voegen, dat wij de lezing der ‘Jonge Stiefmoeder’ sterk aanbevelen.

In het daglicht. Tafereelen uit het werkelijk leven, door Ottilie Wildermuth. Uit het hoogduitsch door P. van Os. Te Sneek, bij van Druten en Bleeker.

Ja, wel mag 't zich in het daglicht plaatsen het vijftal dat den lezer hier wordt aange-

[pagina 473]
[p. 473]

boden. 't Zijn frissche bloemen, niet schitrend van verwen, maar vriendelijk en geurend, en zulke hebben het daglicht lief: 't zijn blikken in 't leven, helder en waar, en de waarheid schuwt geen licht. Toch zijn 't maar vijf eenvoudige schetsen, die we hier aankondigen, schetsen uit den vreemde, die meest, alledaagsche toestanden, en personen te zien geven. Maar de blik, waarmeê die toestanden en personen zijn waargenomen, is niet alledaagsch en ook niet de helderheid waarmeê ze daar voor anderen worden aanschouwelijk gemaakt. Die blik der schrijfster is niet langs het oppervlak der toestanden en gebeurtenissen heen gegleden, maar hij drong door dien vorm heen, en ze deelt het u hier meê, wat ze daar heeft opgemerkt. Kleine, schier onmerkbare zonden, met het vernis der gewoonte, der algemeenheid, van den nooddwang zelfs wel bedekt, worden door haar met duidelijkheid aangewezen, als de bron van velerlei ellende, van het algeheele verderf vaak van wie ze koestert, van den ondergang van gansche gezinnen, van veel jammers en leeds. Nederige deugden, door de wereld niet gewaardeerd en over 't hoofd gezien, stelt ze daar in hare beminnelijkheid aan u voor, stroomen van vreugde en zegen en troost om zich uitgietend. Toch kunnen wij het goede, dat wij van deze verhalen hebben gezegd, niet gelijkelijk onder die allen verdeelen. De broeders van verschillenden leeftijd, als de schrijfster ze noemt, zijn ook van verschillend gehalte. Het eerste is zelfs een vrij onbeduidend verhaaltje, en over de jeugdige onbezonnenheid van den held wordt, naar ons voorkomt, nog al luchtig heen gestapt. Maar er is opklimming in waarde, en daarom meenden wij het oud-Hollandsch spreekwoord: eind goed, alles goed, hier in toepassing te mogen brengen. De vertaling komt ons vrij goed voor. We meenen alzoo den uitgevers een verderen ‘gunstigen bijval’ voor hunne onderneming te mogen voorspellen, indien ze in hunne keuze ter opname voorts even gelukkig blijken, als in die van de tafereelen uit het werkelijk leven van Ottilie Wildermuth.

L... e.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken