Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 28 (1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 28
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.21 MB)

Scans (73.76 MB)

ebook (4.10 MB)

XML (3.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 28

(1871)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De commune.

Eindelijk is dan het vreemdste en wildste bestuur gevallen, dat de 19de eeuw tot dusver weet aan te wijzen. Begunstigd door een zamenloop van omstandigheden, heeft de Commune van Parijs gedurende twee maanden de volle beschikking gehad over de hulpbronnen der hoofdstad, de krachten en de levens der ingezetenen.

Napoleon III gaf het sein tot den krijg, zonder toegerust te zijn. De overgaaf van Sedan baande den weg voor de Septemberrevolutie, en de oprichting van een republikeinsch gouvernement leidde tot de wapening van de meest gevaarlijke klasse van de hoofdstad. Geslagen in een krijg, dien zij niet had uitgelokt noch begeerd, was de republiek gedwongen tot een vrede, zoo ongunstig als Frankrijk sedert eeuwen niet onderteekende. Bij de onderhandelingen wilde Bismarck, zegt men,

[pagina 24]
[p. 24]

de ontwapening der Nationale Garde en van de gewapende bevolking bedingen; Jules Favre zou het tegengehouden hebben. Indien het verhaal waarheid bevat, hoe bitter zal de welsprekende republikein zijne dwaling betreurd hebben! welk een stroom van jammeren ware door de tijdige ontwapening gekeerd! Want toen het gouvernement eindelijk begreep, dat de nationale garde niet langer in het bezit mocht blijven van de middelen om Parijs te beheerschen, bleek het niet bij machte te zijn om aan zijn wil uitvoering te verzekeren. Een hoop vermetele lieden maakte zich meester van het bestuur der hoofdstad: het gouvernement verliet Parijs, dat zich om niets bekreunde, wat Thiers en zijne ambtgenooten betrof, dan om zich tegen hen te verzetten.

De hoofdgrond van Thiers zwakheid was gelegen in den twijfel aan zijne bedoelingen. Niemand geloofde, dat het dit bestuur met de republiek ernst was. De meerderheid van de vergadering te Versailles was stellig royalistisch gezind. Ter nauwernood te zamen gekomen, had zij niets haastigers te doen gehad, dan Parijs op de schimpendste wijze te beleedigen. De hoofdstad, die alleen de eer van Frankrijk in den oorlog had gehandhaafd, ontving tot belooning slechts smaad en hoon. Vandaar de steun, die aanvankelijk van de zijde der bevolking aan het bestuur der Commune ten deele viel. Waren Felix Pyat en consorten werkelijk de politieke mannen geweest, waarvoor zij zich uitgaven, de uitslag van den strijd zou een geheel andere geweest zijn.

Het gouvernement der Commune was het gouvernement der Roode Republikeinen, die onder de Fransche natie een partij vormen, gelijk de imperialisten en de royalisten. Door een handgreep en een gelukkige combinatie van toevallige omstandigheden meester geworden van de hoofdstad des lands hadden zij een versterkte stad en een schat van oorlogsbehoeften, om zich tegen den vereenigden aanval van alle andere politieke partijen te verdedigen. Maar de overwinnaars van Parijs wilden meer dan zich verdedigen: hun tegenstanders uitroeien. Dit verklaart de groote bitterheid, die de strijdende legers in dezen krijg hebben betoond. Het was om weerzijdsche vernietiging te doen. Vraagt men, wat de roode republikeinsche partij onderscheidt, het antwoord kan kort zijn: het socialistisch karakter hunner denkbeelden. De republiek is in hunne oogen niet alleen de staatsvorm, die het groote beginsel van gelijkheid voor de wet handhaaft, maar tevens het almachtig werktuig, waardoor de materiele ongelijkheid in de maatschappij moet worden weggenomen. Vandaar hun bittere haat tegen ieder, die door stand, vermogen of betrekking zich boven anderen onderscheidt. Vrees evenzeer, misschien meer nog dan haat, bezielt hen jegens de ontwikkeling van de militaire strijdkrachten van een volk. Zij neemt de gelijkheid der physische krachten te veel weg, die bij de worsteling van individuen zoo beslissend is. De militaire orde en tucht geven een macht, waartegen de physieke kracht gewoonlijk te kort

[pagina 25]
[p. 25]

schiet. Onder de leus, dat de militaire ontwikkeling van een volk slechts de onderdrukking der volksvrijheden dient, wilde de Commune dat geen militairen dan de nationale garde in Parijs zouden worden toegelaten. Met deze garde tot hare beschikking, zoude de rood republikeinsche partij ten allen tijde meester zijn van het lot der stad, en daarmede van geheel Frankrijk.

Op welke wijze die macht door haar zou worden gebruikt, heeft de Commune in haar heerschappij en bij haar val getoond. Zelden heeft een volk zich zelf dieper in het aangezicht geslagen, dan thans te Parijs geschiedt. Het schrikbewind van 1793 heeft de personen vermoord, die de vertegenwoordigers waren van het ancien regime, de uitdrukking van een gehaten en overwonnen staat van zaken. Het absolute koningschap van Gods genade besteeg in Lodewijk XVI, de heerschappij van hofintriguen en de willekeurige beschikking over het goed en bloed der natie in Marie Antoinette het schavot. Een stroom van bloed scheidde voortaan het ancien regime van de nieuwe wereldorde.

De Commune van Parijs in den jare 1871 mag zich niet op zulk een diepe politieke beteekenis van haar werk beroemen. Kinderen breken het speelgoed, dat hen verveelt, en slaan stoel en tafel, waaraan zij zich stooten. Het domme onverstand leidt tot haat van de onbezielde dingen. Paleizen en musea te verbranden is geen politieke handeling. Monumenten van volksroem te verbreken, administratiegebouwen in vlam te doen opgaan verwezenlijkt geen staatkundige gedachte. Het is kinderwerk van groote menschen, maar die verantwoordelijk zijn en blijven, omdat hun leeftijd en de hoogte der ontwikkeling, die men het recht heeft van hen te eischen, hen verplicht te weten wat kinderen niet weten en nog leeren moeten. Politici, die zich wreken op steen en ijzer, betoonen hun onvermogen om de denkbeelden, die zij voorstaan, langs den weg van overreding te doen aannemen. Bovendien: tot dezelfde wapenen grijpende, die ze hun tegenstanders tot verwijt rekenden, onderdrukking van de vrijheid der drukpers, executiën zonder vorm van proces enz., rechtvaardigen zij hun vijanden, die gisteren hunne vervolgers waren en nu hunne slachtoffers zijn.

Het gouvernement van Versailles heeft in den aanvang der worsteling in vele opzichten misslagen begaan. Het miskennen van de verdiensten der hoofdstad, het niet erkennen der rechten van Parijs, de weigering om de door een beleg van vier maanden uitgeputte bevolking te hulp te komen, het niet onmiddellijk schenken der gemeenterechten aan de hoofdstad - dit en meer zijn fouten, die op het bestuur van Thiers drukken. Maar de Commune, die in haar bitteren wrok vergat, dat zij een vaderland bezat en plichten jegens dat vaderland had te vervullen, heeft al die misslagen op den achtergrond doen treden.

Men heeft gezegd, dat deze uitbarsting de eerste openbaring is van

[pagina 26]
[p. 26]

de kracht van den vierden stand. Wij willen het niet gelooven. Zoo de vierde stand op het politiek gebied zijn aanspraken wil handhaven, zal hij toonen door geestesontwikkeling de gelijke van den derde te zijn. Brandstichting en moord mogen betrekkelijk eenvoudige en machtige middelen zijn om haat te openbaren, zij zijn weinig geschikt om convictiën te grondvesten. De misdaden van het absolute koningschap, de Bartholomeusnacht en de dragonnades, hebben het ancien regime ondermijnd. Physieke kracht heeft nog nooit een overtuiging tot de blijvend heerschende gemaakt.

Er zijn waarheden zoo eenvoudig, dat zij dikwerf vergeten worden, omdat ieder meent ze steeds zich te herinneren.

De herhaling is daarom niet overbodig Wil de vierde stand zijne rechten zien erkend, hij breke met de mannen des bloeds, die niets vermogen dan hun haat te koelen. Want, wie maatschappelijke orde en recht lief heeft, wordt gedwongen zich tegen hen te keeren, die slooping en niet opbouw der maatschappij najagen, en om zelfs de hand te leenen tot maatregelen, die, in een andere orde van zaken, onverbiddelijke bestrijders in hen zouden hebben gevonden.

 

De vergadering te Versailles was van den aanvang voor een groot deel royalistisch gezind. Toch zou de meerderheid hare plannen niet zoo openlijk durven uitspreken, veel min zoo openlijk de verwezenlijking najagen, indien het schrikbeeld der Parijsche Commune niet de eerlijke republikeinen verlamde. De republikeinsche staatsvorm is gecompromitteerd door deze onwaardigen, die Frankrijks verleden, roem en toekomst gering hebben geschat, zoo zij hun haat slechts konden bevredigen. De terugkeer tot de monarchie schijnt ieder, die veiligheid en orde lief heeft, het eenig redmiddel tegen de woeste uitbarsting van haat en vernielingszucht toe.

Oppervlakkig beschouwd is het een onverklaarbaar feit, dat mannen als die der Commune zoo langen tijd op zulk een wijze hebben kunnen heerschen. In het wezen der zaak is de verklaring niet moeijelijk. Ieder schrikbewind is een tijdlang sterk, omdat het de elementen van tegenstand niet, gelijk in een gewone orde van zaken geschiedt, poogt onschadelijk en machteloos te maken, maar ze vernielt. De dooden vechten niet.

Maar de levenden toch wel, zal men zeggen. Hoe hebben zulke individuen een oogenblik het vertrouwen der Parijsche bevolking kunnen winnen? Het antwoord geeft de geringe beschaving en ontwikkeling der bevolking. Zij kan niet onderscheiden, wie vertrouwen verdienen en wie niet, omdat zij den maatstaf der kennis niet bezit. Vandaar, dat zij wordt medegesleept door de begoocheling van schoonschijnende redenen.

Dit is het lot van alle volken, wier opvoeding onder de curateele der geestelijkheid staat. Opgevoed tot eerbiediging van het gezag der

[pagina 27]
[p. 27]

Kerk, dat zij langzamerhand leert haten, omdat de dagelijksche ervaring hen leert, hoe weinig het kerkgezag tot volksgeluk leidt, is de groote massa een blinde zonder eerlijken leidsman, en stort zij in den afgrond neer, voor dat zij het weet. De Katholieke Kerk in Frankrijk heeft na 1813 alles gedaan, om het volk onder haar juk te krijgen en onkundig te houden. Volksonderwijs, onafhankelijk van de Kerk, bestaat er bijkans niet. En geen enkel bestuur heeft het Fransche volk in deze eeuw gehad, dat de geestelijke kluisters voor goed heeft verbroken. De Commune van Parijs volgde daarom haar nobel voorbeeld, de Kerk, na die de bloedbruiloft van Parijs (1572) en de dragonnades van Lodewijk XIV heeft in het leven geroepen. De slachtoffers thans - dit is een klein verschil - zijn de geestverwanten van de moordenaars van vroeger eeuwen. De rollen zijn een weinig verwisseld, maar het beginsel is hetzelfde: zegepraal van beginselen door het ruw geweld, door moord en vernietiging. Het ultramontanisme ziet in de euveldaden van 1871 de vrucht van zijn principes en van zijn voorbeeld. De leerlingen volgen den meester. Welk recht hebben zij om te klagen en te jammeren? Of staat er niet geschreven ook voor hen, dat wie het zwaard trekt, door het zwaard zal vergaan?

Maar klagen en jammeren mogen zij die, geen ultramontanen, het noodlottig kerkgezag den vloek der maatschappij achten. Hoe veel jaren, ja hoe veel eeuwen wellicht, moeten er nog voorbij gaan, voordat de biechtvader zijn invloed zal hebben verloren, om de hand van den eenen mensch tegen den anderen te wapenen, ter wille van de onbekende waarheid, die in de handen van God alleen is?

C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken