Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 29 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 29
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.02 MB)

Scans (70.45 MB)

ebook (4.08 MB)

XML (3.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 29

(1872)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vertalingen en herdrukken.

De lang verwachte erfenis. Een verhaal door de schrijfster van ‘Raymond en zijne uitverkorene.’ Uit het Engelsch. Amsterdam, P.N. van Kampen, 1871.

Onder de gansche litteratuur is er welligt geen genre dat op de zoogenaamde beschaafde maatschappij een magtiger invloed oefent, 't zij ten goede of ten kwade, dan juist de roman. Ten goede, omdat de smaak voor zedelijk en kunstschoon door hem kan gerigt en gevormd worden. Ten kwade, omdat een groot deel romanlezers twee magnetische polen in zich hebben: de nieuwsgierigheid en een verhitte verbeelding, waardoor ook het meest onware en onreine, mits door een blinkend vernis bedekt, wordt aangetrokken, de roman hiervoor ten geleider kan verstrekken en alzoo de zwakheden van argelooze of bedorven harten, prikkelt en voedt. De roman, die zich daartoe verlaagt, wordt een gifstof, die onder een zoeten bedwelmenden geur, de kiemen van het verderf met zich voert en over de ziel uitademt, om er de levensbloesem, - vaak nog in knop - te doen verwelken en verstikken. Zoo omtrent was het oordeel over den roman, dat we onlangs ergens vonden uitgesproken en ten volle onderschreven. Daarom ook noemen we de verschijning van een waarlijk goeden roman een verre van onverschillige zaak, en begroeten die immer met werkelijke blijdschap. Zoo ook

[pagina 53]
[p. 53]

de ‘Lang verwachte erfenis.’ Zonder aarzeling toch rekenen we dat tot de uitstekendste romantische werken. 't Is een boek dat door zijn aesthetische evenzeer als door zijn zedelijke waarde, daarop ten volle aanspraak maakt. Het gansche verhaal is wel in waarheid een greep in het volle leven: niet van zijn alledaagsche, van zijn beuzelachtige zij, maar zóó dat de karakters zich daarin geheel, in hun volkomene consequentie kunnen ontwikkelen, zonder overdrijving of eenige onwaarschijnlijkheid zelfs. Daarbij toont de schrijfster een heldere praktische levensopvatting te bezitten. Ze doorziet de maatschappelijke toestanden, en kent de hefboomen die hen bewegen en beheerschen: de magt van rijkdom, van rang en stand, van geslepenheid en list; maar ze ziet ook het goede niet voorbij, en maakt de wereld niet tot een stapelplaats van misdaad en ellende. Scherp en helder karakteriseert ze het goede en het kwade, ook in hun standvastige gevolgen, als resultaat van een eeuwige, onveranderlijke zedewet. Zonder eenig voorbehoud bevelen we alzoo de lezing van de ‘Lang verwachte erfenis’ aan. De stijl is prettig en los: aanschouwelijk en levendig de wijze van vertellen. Een paar Onhollandsche uitdrukkingen uitgezonderd is de vertaling vloeijend en goed.

L-e.

Esther. Naar het Engelsch van de schrijfster van ‘Cometh up as a flower.’ Deventer, A. ter Gunne.

't Is een akker met tarwe en onkruid, dien we hier voor ons hebben. Er is goeds en schoons in dit boek, maar ook veel, dat het ontsiert. 't Getuigt voor den gelukkigen aanleg der schrijfster, 't getuigt van talent, maar vertoont ook menige duistere plek. Als onpartijdig recensent hebben we op beide te wijzen. Natuurlijk beginnen we met het goede. Als zoodanig noemen we in de eerste plaats de juistheid der karakterteekening. De schrijfster bewijst dat ze met scherpen blik niet slechts de uitwendige handelingen der menschen heeft waargenomen, maar dat ze ook kennis draagt van wat daar binnen omgaat. Hare karakters dragen den stempel der waarheid in zich. De lompe adeltrots van Sir Thomas is even natuurlijk geteekend als de geestelijke hoogmoed der dames Brandon, in zijne bekrompen liefdeloosheid. Esther in hare behaagzucht en St. John in zijne onbeduidendheid zijn uit het leven gegrepen. Ook Robert Brandon, door zijne zelfverloochenende liefde ver boven het gewone peil der menschen verheven, heeft echter niets onmogelijks of onnatuurlijks aan zich. 't Is een reine, onzelfzuchtige ziel. Jammer echter, dat een zoo edel beeld geen waardiger omlijsting ten deel kon vallen, 't zou er te aantrekkelijker om geweest zijn. Onbeholpenheid en gebrek aan ontwikkeling wekken geen sympathie, en de ‘Saaije lummel’ benadeelt den edelen, goeden mensch. Toch zijn beiden vereenigbaar, en we maken daarvan dan ook geen verwijt aan de karakterkennis der schrijfster, we bejammeren het slechts, dat het zedelijk schoone, waarvan Brandon in dit boek de éénige vertegenwoordiger is, door zijn persoonlijkheid zoozeer wordt verduisterd. Tot de gaven der schrijfster rekenen we ook die om onderhoudend te kunnen vertellen. De dialoog is los, de beschrijving van toestanden en plaatsen frisch en vrij van gerektheid. 't Kan echter zijn dat de vrees voor die, niet ongewone, fout harer landgenooten wel oorzaak is dat ze nu en dan tot een ander uiterste vervalt, althans, we hadden hier en daar wel wat meer duidelijkheid gewenscht. Er spreekt daar iets uit als overhaasting of achteloosheid. Of die ook oorzaak zijn dat een menigte frases en gezegden aan wat verwards, anderen aan onbeduidendheid en platheid lij-

[pagina 54]
[p. 54]

den? Welligt. Mogelijk ook dat het de verzoeking was om geestig te zijn. Het jagtmaken daarop heeft toch meestal juist het tegengestelde resultaat ten gevolge. Op tal van zoodanige mislukte geestigheden zouden we kunnen wijzen. Maar ook zonder dat zullen ze den lezer wel in het oog springen. We durven over de daarvoor vereischte ruimte niet beschikken. Eigenlijke strekking is er in het verhaal zelf niet. Met de beschouwingen der schrijfster echter, zoo als ze die nu en dan, tusschen de bladen uitkijkend, haren lezers meêdeelt, kunnen we ons meestal niet vereenigen. Er is iets vreeselijk sombers en neêrdrukkends in haar spreken over dood, graf en sterfelijkheid. Iets moedeloos, dat gewis tot geen gezonde praktische levensopvatting leidt. Ook is er nog behalve het onpoëtische in dat gedurig wijzen op wormen, verrotting en dergelijken, iets zeer inconsequents in hare doods- en grafsbespiegelingen, met de Christelijke stemming zoo als ze die op andere plaatsen uitspreekt. Op helderheid van gedachte valt daarbij al evenmin te roemen, althans de frase waar een stervende over haar dood of graf spreekt, als ‘een kerker, waarheen al onze paden, regte en kromme leiden,’ Dl. II bl. 253 zal wel niet van onduidelijkheid zijn vrij te pleiten, evenmin als de frase deel II bl. 12 onder en 10 boven aan. Na al onze op- en aanmerkingen behoeven we naauwelijks te zeggen, dat we ‘Esther’ niet tot de voortreffelijkste romans rekenen. Van diens ware roeping: vorming van den smaak en schoonheidszin, veredeling van het ideaal der zedelijkheid, is maar luttel te bespeuren. Voor wie van den roman niets verder eischt dan een aangenaam tijdverdrijf voor eenige uren, zal het gewis een welkom boek zijn. De loop van het verhaal houdt de aandacht ten einde toe gespannen, de natuurlijke karakters houden de belangstelling gaande. De vertaling is in den regel vloeijend. Onvoorwaardelijken lof kunnen wij haar echter niet geven, volzinnen als dl. I bl. 11 en elders beletten ons dat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken