Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De Tijdspiegel. Jaargang 30
Toon afbeeldingen van De Tijdspiegel. Jaargang 30zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,18 MB)

Scans (72,36 MB)

ebook (4,23 MB)

XML (3,52 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 30

(1873)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

Praktisch.

Klassisch Woordenboek van Eigennamen uit de Grieksche en Romeinsche Geschiedenis, Mythologie, Aardrijkskunde en Letterkunde. Door W. Hecker. Tweede verbeterde druk. Amsterdam, P.N. van Kampen, 1872.

Dat Heckers werkje, in 1854 uitgegeven, eerst in 1872 een tweeden druk beleeft, bewijst wel voor een beperkt en langzaam, maar toch voor een geregeld debiet. Die beperkte afzet hangt natuurlijk zamen met het klein aantal latinisten der hoogere klassen van de gymnasia, dat zulk een studieboek behoeft, zoodat jaren moesten verloopen, eer de - welligt groote - oplaag van den heer Van Kampen was opgeruimd.

't Is mij aangenaam, daar de Redactie van de Tijdspiegel mij het boek ter aankondiging zond, ongezocht gelegenheid te hebben voor de verzekering, dat ik het 18 jaren lang met vrucht zelf gebruikt en mijne leerlingen heb zien gebruiken. Immers het is een kort begrip van geschiedenis, aardrijkskunde, letterkunde en mythologie, dat den leerling onder zijn werk een voldoend licht op eenig duister of vergeten punt werpt. En het oordeel waarmede gekozen, de soberheid waarmede geschreven werd, maken het tot een handelbaar, regt geschikt werkje. De keurige taal bovendien van den Groningschen hoogleeraar is in mijne oogen een aanbeveling: want zelden zijn de leerboeken onzer literatoren in smaakvol Nederlandsch gesteld.

Dit klassisch woordenboek werd door prof. Naber een kinderachtig boek genoemd. Met het oog op de school en de praktijk is die benaming, dunkt mij, geheel onjuist. Zeker, om alle geschiedenis of aardrijkskunde te leeren, is het niet voldoende; maar daarvoor is het ook niet aangelegd. Het is een woordenboek, geen leerboek. 't Is een legger - of moet het zijn ligger? - bij de schriftelijke huistaak van den gymnasiast, waardoor hij op den weg geholpen wordt bij 't vertalen uit zijn stereotype editie. Moet hij meer weten, dan slaat hij Stoll of Wijnne op. En zoolang onze woordenboekschrijvers nog gedeeltelijk behebt zijn met het euvel der oude, van onderscheid te maken tusschen woorden en woorden, tusschen eigen en gemeene namen; zoolang de leerling in onze beste lexica slechts de voornaamste geographische namen met één woord, de historische niet of flauw omschreven vindt; zoolang zal prof. Heckers geschrift een gulden boekske zijn, dat als moderne bibliotheca classica, naar den eisch van tijd en wetenschap, aanvult wat de Nederlandsche Georges niet geeft.

Stel eenen leerling der 5de klasse laat bij Horatius' ‘Spartacum si qua potuit vagantem Fallere testa’ zijn geheugen in den steek. 't Is een erg, maar voor hem die het nil mirari aankleeft, denkbaar geval. Slaat nu onze patiënt Engelbregt op, dan vindt hij ‘Spartacus, i, een

[pagina 30]
[p. 30]

gladiator, aanvoerder der slaven in den slavenoorlog, Liv.’ Dit is iets, maar kwalijk genoeg, om de nu eenmaal verloopene memorie van den kwak op te frisschen. Denkt gij dat de gewone jongen alsnog zijn historieboek uit de kas haalt, om 't jaartal en 't beloop van des gladiators leven meester te worden? Dat ware te veel gevergd van hem die het druk heeft. Spartacus en de kruik gaan er dus in de vertaling onder door. Maar heeft hij eenmaal Heckers boekje gekregen en den raad er bij, reeds op de 3de klasse, om het bij alle eigennamen te gebruiken, dan zal hij, het openslaande, genoeg historisch licht vinden in dit artikel:

‘Spartăcus (i), Σπάρταϰοϛ, een geboren Thraciër, werd van herder soldaat, van soldaat rooverkapitein. Als zoodanig gevangen genomen, werd hij om zijn forschen lichaamsbouw naar eene zwaardvechtersschool te Capua gezonden. Hij vluchtte in 73 met 70 zijner medeslaven, die weldra tot eene geduchte bende aangroeiden, legerde zich op den Vesuvius en behaalde op Claudius Pulcher, die hem met 3000 man omsingeld hield, zijne eerste overwinning. Sedert liep hij 2 jaren lang, aan 't hoofd van een groot bandietenleger, Italië moordend en brandend af en hakte de legioenen rechts en links in de pan, tot hij eindelijk door M. Licinius Crassus in een beslissend gevecht, bij de rivier Silărus, na hardnekkigen tegenweer verslagen en gedood werd.’

Niet kinderachtig, eer schilderachtig bij alle beknoptheid noem ik deze schets, en 'k zou willen weten, hoe met evenveel woorden iets beters te geven.

In hoever prof. Hecker van de nieuwste uitkomsten, door geschiedvorschers en aardrijkskundigen verkregen, partij trok, kan ik noch bij ervaring nu reeds zeggen, noch bij gemis van een voorrede voor de nieuwe uitgaaf, uit des schrijvers woorden opmaken. 't Is inderdaad onmogelijk in de vier vakken alles bij te houden; niemand zal zich dus ergeren aan enkele omissiën. Ook, al kwam er een nieuwe beschouwingswijs, bijv. in de mythologie, dan is het de vraag, of zij opname in dit woordenboek eischen kan. Maar 'k had gewenscht een korte aanwijzing der bronnen te vinden, waaruit omwerking of wijziging is gevloeid. Nu heb ik te vergeefs in den nieuwen druk enkele verbeteringen gezocht. Want verbeteringen noem ik, wat bijv. Napoléon III over Caesars veldtochten in Gallië geographisch heeft uitgevorscht.

Wir können ihm, zegt Wilhelm Rüstow (Gesch. J. Cäsars v. K.N. III commentirt v. W.R.) auf seinem Wege über Cäsars gallische Schlachtfelder mit groszer Unbefangenheit folgen. De firma Plon moge met den thans ‘oudachtigen heer van Chislehurst’ een appeltje voor de regtbank zoeken te schillen; uitgemaakt voor de wetenschap blijft, dat Bibracte niet is Autun, maar Mont-Beuvray, 20 kilom. w. van Autun. Niet alleen de geschikte ligging voor een Gallisch oppidum, deed vermoeden, maar de opgravingen bewezen, dat op 't plateau van den berg Beuvray eenmaal een groote stad lag. Bratuspantium plaatst

[pagina 31]
[p. 31]

Napoléon, steunende op de onderzoekingen van den abt Devic, met de meeste waarschijnlijkheid te Breteuil. Alesia is Mont-Auxois bij Alise Sainte Reine. De overlevering, het gezond verstand wezen reeds lang daarheen. De opgravingen, op Napoleons bevel gedaan, laten geen twijfel meer over: 619 Romeinsche en Gallische munten, in de gracht van 't Romeinsche kamp aan den Mont-Réa gevonden, zijn alle voor 't jaar 702 der stad geslagen. Noviodunum is Sancerre op speciale topografische gronden: Genabum niet Orléans maar Gien, 9 geogr. mijlen boven Orléans aan de Loire. Waar Gergovia lag, was reeds na Fischers onderzoekingen waarschijnlijk: Napoléons nasporingen slaan alle twijfelaars uit het veld. Kortom, betaald of niet, het keizerlijk boek met de schoone planches en plans van Aduatuca, Gergovia, Alesia, met de Vues du Mont Auxois en zoo veel anderen, bevat enkele voor den herdruk van dit woordenboek, mijns inziens, onmisbare gegevens.

Ik haal deze bijzonderheden, in de Utrechtsche bibliotheek tot eigen gebruik opgeteekend, slechts aan, om te doen zien, dat een woordenboek als dit, loopende over geschiedenis, letterkunde, geographie en mythologie, een ontzettende waakzaamheid niet alleen, maar ook een menigte boeken vereischt, en dat een' auteur, daargelaten de vraag of hij van al de 4 vakken zijn werk maakt, alligt iets ontschiet, of om de kostbaarheid der boekwerken moet ontschieten.

Een stereotype uitgaaf, een goede bibliotheca classica en een goed woordenboek, ziedaar voor den gymnasiast, de sobere, maar volledige toestel, waarmede hij zijn geest uitmuntend ontwikkelen kan. Voor den tekst is door Teubner en anderen, voor de bibliotheca door Hecker gezorgd. En voor het woordenboek? - In 't Latijn door Georges? - Ingerslev of Georges, ze mogen betrekkelijk zeer goed zijn: 't zijn oudjes die niets aan zich dragen van den nieuwen tijd dan het uiterlijk. Het staartpruikje is afgezet voor een zwart toupet; maar de geest van binnen is Dordrecht. Geen enkel straaltje van 't weldadige licht door de vergelijkende taalstudie ontstoken, geen feit, met die taalkundige zekerheid uitgemaakt waarvoor de literator eerbiedig het hoofd buigt, niets nieuws uit onzen veelbewogen tijd vindt ge in de beide Georges. Honderden woorden, durf ik zeggen, heb ik in Engelbregt aangeteekend, die óf totaal fout zijn afgeleid, óf in de afleiding zijn verhaspeld en dien ten gevolge in de grondbeteekenis vaak verkeerd aangegeven, óf die nog, als vondelingen, niet toegelicht staan, terwijl hun familie reeds lang is ontdekt. Wanneer zal eens een leerling van Kern opstaan, een Nederlandsch philoloog, die Georges, bekeerd tot de leer van Corssen en consorten, aan het Duitsche vaderland teruggeeft? Bij veel betwistbaars en duisters is immers daar het veld reeds wit om te oogsten?

Kampen, Nov. '72.

Dr. a.h.a. ekker.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Klassisch woordenboek. Van eigennamen uit de Grieksche en Romeinsche staats- en lettergeschiedenis, mythologie en aardrijkskunde


auteurs

  • Albert Hendrik Arnoldus Ekker