Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 35 (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 35
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 35Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 35

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.31 MB)

Scans (83.00 MB)

ebook (4.61 MB)

XML (4.05 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 35

(1878)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 281]
[p. 281]

Voor ‘noord’ en ‘zuid’.

In onze Vlaamsche gewesten. Politieke schetsen door W.G.E. Walter. Gent. Algemeene boekhandel van Ad. Hoste, 1877.

Trots toasten en congressen, die de broederschap heeten te bevorderen, ja zelfs de éénheid te bewijzen tusschen hetgeen men, meer welmeenend dan juist, Noord- en Zuid-Nederland gelieft te noemen, plegen die van 't Noorden weinig kennis te nemen van wat hun taalgenooten in het Zuiden schrijven. Ik denk, dit zeggende, natuurlijk niet aan Noordnederlandsche letterkundigen van beroep. Dezen toch zijn sedert lang ons voorgegaan in een billijke waardeering van der Vlamen beste pennevruchten. Als ik hier van een stelselmatige, of liever van een overgeleverde en in het bloed huizende geringschatting gewaag, dan heb ik het oog op ons volk, op de groote menigte, die, helaas, zoo dikwerf haar uitnemendste leidslieden maar laat praten en gedachteloos haar weg vervolgt,.... een weg, die vrijheid wordt gedoopt, doch veeleer de gebondenheid der sleur moest heeten.

Wie meenen mocht, dat deze aanstipping ter inleiding zal strekken voor een fijne ontleding van het gegispte verschijnsel, bereide zich al aanstonds voor op een teleurstelling. Ik waag mij niet aan een verklaring van het herinnerde feit, hetzij dan uit de grove miskenning, om staatkundige of om andere redenen, van de oorspronkelijk meest innige stam- en taalverwantschap; hetzij uit de te kwader ure opgedrongen betrekking als van heusche broeders, waar de meest welwillenden onder de aangesprokenen niet dan met moeite kunnen uitrekenen, dat zij, ondanks den verschillenden tongval, waarvan zij zich bedienen, en in spijt hunner wijduiteenloopende zeden en gewoonten, nochtans waarlijk elkanders achterachterachterneven zijn.

Ik laat de verklaring over aan de deskundigen en wijs op het feit, omdat het mij in al zijn bedroevenden omvang voor den geest kwam, toen ik kennis maakte met Walter's Politieke schetsen. Ze zullen niet gelezen worden, dacht ik, in ons vaderland. Niet door de rijken en niet door de armen; niet door ons volk. En dat zal niet liggen aan den minder juisten titel, die, voor een oogenblik althans, kan doen denken aan een verzameling staatkundige vertoogen of romantische schilderingen van het politieke leven onder de Vlaamschsprekende Belgen. Want boeken en boekjes met tot misverstand aanleiding gevende titels hebben wel meer hun weg gevonden, ook ten onzent, waar men overigens, met reden, niet altijd onverschillig is omtrent den naam onzer aanstaande vrienden, die stilzwijgend op verdere kennismaking aan-

[pagina 282]
[p. 282]

dringen. Ook zal de gevreesde veronachtzaming niet liggen aan den prijs, dien de uitgever vraagt voor Walter's letterkundigen arbeid. Want de kosten zijn, als in navolging van de bekende Guldenseditie, berekend naar de vaak zwakke krachten van het volk, dat ‘In onze Vlaamsche gewesten’ moet lezen: f 1.10 voor 212 bladzijden.

Neen, dacht ik, Walter's Politieke schetsen zullen niet gelezen worden door ons volk, omdat de ‘Noordnederlanders’ zich weinig plegen te bemoeien met de voortbrengselen van den geest der zuidelijk wonende ‘broeders’. De letterkundigen van beroep zullen natuurlijk de noodige aandacht wijden aan den geachten collega uit ‘onze Vlaamsche gewesten’. Maar dat zij zijn arbeid hoog zullen verheffen, durf ik niet onderstellen. - ‘Geen onverdienstelijk schrijver. Er zit gang in de redeneering. De teekening is eenvoudig, de ontwikkeling der toestanden geleidelijk, hoewel te weinig dramatisch geschetst. Welk een rijkdom van stof! Wat ware er niet, met ietwat meer talent, te maken geweest van de hoofdfiguren, wier handelingen inderdaad meermalen te kroniekmatig worden beschreven. De politicus heeft den novellist parten gespeeld en vandaar wellicht, dat de laatste niet al zijn krachten kon ontplooien en soms beneden het middelmatige is gebleven.’ - Zoo ongeveer, stel ik mij voor, zal het oordeel der letterkundigen luiden. En dat vonnis zal weinig geschikt zijn, om de Schetsen ook ten onzent in veler handen te brengen, gelijk zij daar ongetwijfeld, gesteund door den krachtigen arm der liberale pers, reeds zijn of weldra komen zullen in haar vaderland.

De tendensroman staat niet in eere; en groot zijn inderdaad de bezwaren, die gewoonlijk de exemplaren van deze soort drukken. Maar als nu een schrijver eenmaal heeft goedgevonden, zich van den romanvorm te bedienen, om zekere waarheden ingang te doen vinden, dan behoeft toch niets ons te verhinderen, zijn arbeid op den waren prijs te schatten. Wij kunnen hem desnoods vooraf, of daarna, de noodige kastijdingen toedienen voor zijn vergrijpen tegen de regelen van den gekuischten letterkundigen smaak, en wat dies meer zij.

Welnu: de Heer W.G.E. Walter heeft een uitstekend werk verricht met het schrijven van zijn eenvoudige dorpsgeschiedenis. Want dat zijn de Schetsen: een stuk van het leven der eerzame Crockenaren en wel een allerbelangrijkst stuk van hun leven. Zij zijn in de laatste dagen van hun oude welvaart en hun stil en ongestoord geluk, als hun biograaf ons bij hen binnenleidt. Maar ze zijn geteld, de dagen van zoete rust, van onderlingen vrede en van algemeene welwillendheid. De rug van den braven pastoor was reeds door ouderdom zeer gebogen. Dat kon men hem aanzien, als hij daar stond en ‘steunde met de twee handen op eenen dikken, onsierlijken gaanstok.’ Wel was 's mans neus grof, doch wij noemen dien ‘liever groot’, ‘want de uitdrukking van heel zijn aangezicht en bijzonderlijk zijn wijde mond was te vriendelijk om er dat woord op te passen.’ Hoe had hij zijn

[pagina 283]
[p. 283]

kudde lief, de in den dienst vergrijsde herder, die door zijn eenvoudige minzaamheid en door zijn belangeloozen ijver zelfs nog het hart wist te treffen van den sedert jaren aan de Kerk vijandig gezinden liberaal. Welk een verlies voor het vriendelijke Crocke, toen de oude man eindelijk stierf en straks vervangen werd door een ijveraar van den nieuwen stempel! De veranderingen zijn legio, die daardoor bijkans alle levensbetrekkingen ondergaan. En welke veranderingen! Verdeeldheid tusschen de burgers in stede van de aloude kameraadschap, die allen omvatte. Haat en wrevel jegens andersdenkenden in plaats van de vroeger heerschende verdraagzaamheid. Tweedracht in de gezinnen voor den huiselijken vrede van weleer. Geestdoodende processies ter vervanging van het onschuldige spel der wijdvermaarde rhetorijkers. De Pieterspenning en het nonnenkleed voor den bloei van brouwerij of winkel en voor de ongedwongen hartelijkheid van zorgvolle vrouwen. Een prachtige kerk met tal van biechtstoelen en sidderende doch ontstemde boetelingen, in stede van het oude onopgesmukte bedehuis met zijn vrome schare, die stichting zocht en stichting vond bij den vaderlijken herder der hem toevertrouwde en hem aanhangende zielen. De uitspattingen van het gezag voor de geoorloofde lusten der vrijheid. De vloek van het Ultramontanisme in stede van den zegen van het welmeenend oud Katholicisme.

Wat wordt er van het volk, zijn rechten en zijn vrijheden, zijn huiselijk en zijn maatschappelijk leven, als de kweekeling van het nieuwste Rome zijn looden herdershand laat rusten op de schouders van een volgzame kudde? Walter laat het ons zien in zijn schetsen uit het leven van het eens zoo gelukkige Crocke. Hij wekt beurtelings ons medelijden op met de slachtoffers van het God- en menschonteerend Jezuïtisme en onze diepe verontwaardiging over zooveel laagheid en gemeenheid, als de wereld van die zijde telkens gedwongen wordt te aanschouwen.

Niet genoeg kan ook ten onzent worden gewaarschuwd tegen het woelen en drijven der Ultramontanen. Dezelfde vijanden toch, die het leven der Vlamen voor een goed deel bederven, streven naar een gelijksoortige heerschappij over de kinderen van Noordnederland. Het is goed, dat onze voornaamste tijdschriften en onze groote dagbladen sedert eenige jaren een prijzenswaardige waakzaamheid te dezen opzichte aan den dag leggen. De Evangelische Maatschappij ga voort in haar driemaandelijksch tijdschrift, dat aan alle leden (het lidmaatschap kost f 2.50) en aan tal van begunstigers gratis wordt uitgereikt, de Ultramontaansche stoutigheden, die haar ter oore komen, wereldkundig te maken. Zij stake haar uitgaaf niet van grootere en kleinere geschriften, ter voorlichting en ter waarschuwing van niets kwaads vermoedende Roomsch-Katholieken en in rustige rust verzonken Protestanten opgesteld. Maar naast deze en andere stemmen, die gehoord en wederom gehoord verdienen te worden, verleene men het woord aan den tendensnovellist

[pagina 284]
[p. 284]

Walter. Zijn onderhoudend boekje worde met kwistige hand verspreid ook onder ons volk, opdat het in 's mans schetsen als in een spiegel leze, voor welke doodvijanden van zijn schoonste rechten en heerlijkste vrijheden het bovenal op zijn hoede behoort te wezen.

Zierikzee, 8 Sept. '77.

w.c. van manen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)


auteurs

  • W.C. van Manen


datums

  • 8 september 1877